De rechtbank veroordeelde de staat tot het betalen van juridische kosten aan de verdediging van meer dan 60.000 euro. Räsänen, arts en moeder van vijf kinderen: “Ik ben zo dankbaar dat de rechtbank de bedreiging van de vrijheid van meningsuiting heeft onderkend en in ons voordeel heeft beslist. Ik heb het gevoel dat er een last van mijn schouders is gevallen nu ik ben vrijgesproken. Hoewel ik dankbaar ben dat ik deze kans heb gekregen om op te komen voor de vrijheid van meningsuiting, hoop ik dat deze uitspraak zal helpen voorkomen dat anderen dezelfde beproeving moeten doorstaan.” De aanklachten tegen Räsänen hadden betrekking op haar opmerkingen in een pamflet uit 2004, haar optreden in een televisieprogramma uit 2018 en een Twitter-post in 2019.
Haatzaaien
De procureur-generaal beschuldigde Räsänen, die van 2011 tot 2015 minister van Binnenlandse Zaken van Finland was, van het aanzetten tot haat jegens een minderheidsgroepering, met als argument dat haar uitspraken “intolerantie, minachting en haat jegens homoseksuelen kunnen veroorzaken.” De aanklacht tegen de Lutherse bisschop Pohjola betrof zijn beslissing om haar pamflet, “Man en vrouw schiep Hij hen”, te publiceren.
Ongeveer tweederde van de Finse bevolking behoort tot de Evangelisch-Lutherse Kerk van Finland, een van de twee nationale kerken van het land, naast de Finse orthodoxe Kerk. Het parlementslid, van 2004 tot 2015 voorzitster van de christendemocratische partij, is een actief lid van de Finse Lutherse kerk. Maar ze zette vraagtekens bij de sponsoring door haar kerk van een LGBT pride-evenement in 2019.
Kritiek op kerkleiders
Op 17 juni 2019 vroeg ze in een Twitter-post hoe de sponsoring verenigbaar was met de Bijbel, waarbij ze linkte naar een foto van een Bijbelse passage, Romeinen 1:24-27, op Instagram. Ze plaatste de tekst en afbeelding ook op Facebook. “Het doel [van] mijn tweet was op geen enkele manier om seksuele minderheden te beledigen. Mijn kritiek was gericht op het leiderschap van de Kerk,” vertelde ze aan het tijdschrift First Things. Toen ze de tweet in de rechtbank besprak, onderstreepte ze dat deze gericht was aan kerkleiders en betrekking had op een belangrijk onderwerp waarmee de Kerk geconfronteerd wordt.
Breed gedeelde overtuiging
De politie begon in 2019 een onderzoek naar Räsänen. Ze kreeg te maken met verschillende politieverhoren en moest meer dan een jaar wachten op de beslissing van de procureur-generaal. De Internationale Lutherse Raad veroordeelde het “flagrante” besluit om Räsänen en Pohjola te vervolgen: “De overgrote meerderheid van Christenen in alle landen, inclusief katholieken en oosters-orthodoxen, delen deze overtuigingen. Gaat de Finse procureur-generaal ons allen veroordelen? Zal de Finse staat bovendien het risico lopen dat andere staten sancties opleggen wegens schending van fundamentele mensenrechten?
Met betrekking tot het pamflet, waarin homoseksualiteit wordt beschreven als “een stoornis in de psycho-seksuele ontwikkeling”, vertelde Räsänen de rechtbank dat haar was gevraagd een tekst te schrijven waarin de Lutherse leer over seksualiteit voor de leden van haar kerk werd uiteengezet, vanuit haar gezichtspunt als politica, arts en Christen. Ze zei dat het pamflet verouderd was gezien de veranderingen in onderzoek en wetgeving sinds 2004. Maar ze zei dat het nog steeds zou moeten bestaan als een document dat getuigt van de discussies die in die tijd hebben plaatsgevonden.
Wereldwijde bezorgdheid
Wereldwijd is met bezorgdheid gereageerd op het proces. Zo schreven Amerikaanse senatoren op 24 januari een brief aan de Amerikaanse ambassadeur voor internationale godsdienstvrijheid, waarin zij hun bezorgdheid uitten “dat het gebruik van de Finse wet inzake haatzaaien neerkomt op een seculiere wet inzake godslastering.” ADF International, een belangenorganisatie die het recht op fundamentele vrijheden beschermt, herhaalde het argument van de verdediging dat het proces “een theologisch debat was geworden over de vraag ‘Wat is zonde?’, wat volgens hen een ongepast onderwerp was voor een rechtbank. Paul Coleman, directeur van ADF, karakteriseerde de start van het proces “als een modern inquisitieproces en de ketterij was dat Päivi en bisschop Juhana terechtstonden tegen de nieuwe seksuele orthodoxie van die tijd.” De openbare aanklager heeft zeven dagen de tijd om te beslissen of hij in beroep gaat.
Interkerkelijke politiek
Volgens Massimo Introvigne, onderzoeker naar werelwijde godsdienstvrijheid, moet de rechtszaak niet alleen worden bezien als een botsing tussen Christenen en secularisten. Op het spel staan verschillende visies op het christendom, maar ook de unieke relatie die de liberale Evangelisch-Lutherse Kerk van Finland, hoewel zij is opgeheven, onderhoudt met de Finse staat. “Door strafvervolging in te stellen tegen Räsänen en bisschop Pohjola vanwege hun conservatieve visie op homoseksualiteit, beschermen de aanklagers een nationale consensus die volgens opiniepeilingen sterk voorstander is van LGBT-rechten en het homohuwelijk. Maar ze beschermen ook de nationale kerk tegen wat zij ziet als gevaarlijke ketterij en schisma.”
Bronnen: KNA, Bitter Winter, foto © Päivi Räsänen @twitter