Door Josué Villalón
Het dagelijkse leven van de Syrische gezinnen in Tartus blijft nog altijd bijzonder moeilijk in een door de regering gecontroleerde regio, ver weg van de bombardementen op Damascus.
Hoe is de toestand tegenwoordig in Syrië?
In de zeven oorlogsjaren hebben wij gevechten van verschillende intensiteit meegemaakt. De oorlog is in handen van de internationale gemeenschap. Blijkbaar gaat het er vandaag de dag niet meer om of iemand de oorlog wint of verliest. Het lijkt veeleer belangrijk dat het conflict blijft voortduren. Er worden bombardementen uitgevoerd, de ene keer op Damascus, een andere keer op Aleppo of op Idlib. Vele mensen zijn van mening dat deze oorlog nooit zal eindigen. Maar ondertussen gaan er talloze mensenlevens verloren.
Is de economische toestand in het afgelopen jaar verbeterd?
Het gaat nog altijd zeer slecht met de economie. De economische situatie is zelfs nog slechter geworden. In Tartus bedraagt het werkloosheidspercentage 30 procent. In andere delen van het land is dit zelfs 60 procent. De inflatie is opnieuw gestegen. Verleden jaar bedroeg de wisselkoers nog 400 Syrische pond voor een US-dollar. Tegenwoordig moet er voor een US-dollar ongeveer 520 Syrische pond worden neergeteld. We hebben 30.000 intern ontheemden in ons bisdom. Onder dergelijke omstandigheden is het moeilijk om hulp te bieden. De mensen die werk hebben gevonden, verdienen amper 60 US-dollar per maand. Daarom hebben niet alleen de vluchtelingen, maar ook vele andere mensen onze hulp nodig.
Hoe ziet het leven van een doorsnee gezin in uw bisdom eruit?
De economische problemen maken dat de gezinnen een zeer armoedig bestaan moeten leiden. Volgens ramingen leven 70 procent van de Syriërs onder de armoedegrens. In het ordinariaat krijgen wij elke dag opnieuw talrijke hulpverzoeken binnen. Sommigen hebben een toelage voor de stookkosten nodig, anderen vragen ons om een computer zodat ze kunnen studeren of werken. Nog anderen vragen ons financiële steun om gereedschappen te kopen zodat ze kunnen werken en in hun levensonderhoud kunnen voorzien. De mensen wachten op hulp om hun leven opnieuw op te bouwen.
Welke hulp wordt naar uw mening het meest op prijs gesteld door de mensen die u helpt?
Daar bestaat geen enkele twijfel over: de financiële steun voor kinderen en jongeren zodat ze naar school kunnen gaan. Maar ook de hulp voor geneesmiddelen, voor een medische behandeling of voor een operatie. Zo moest een man bijvoorbeeld twee jaar lang het bed houden omdat hij geen geld had voor de noodzakelijke operatie. Wij helpen de mensen met geneeskundige onderzoeken, met het vastkrijgen en invullen van de noodzakelijke documenten en tot slot met financiële steun voor de operatie. We helpen overal waar we kunnen. Daardoor willen we vermijden dat de mensen het land voor altijd verlaten, waarbij ze vaak de zee oversteken en hun leven op het spel zetten.
Wat zeggen de gezinnen die u helpt?
Elk gezin heeft zijn eigen noden en problemen. Alle gezinnen zijn dankbaar voor de hulp die ze krijgen, want daarzonder zou het dagelijks leven nog moeilijker zijn. We beschikken over werkgroepen, die onder de leiding staan van zowel priesters als leken en die de gezinnen elke maand bezoeken om te weten te komen wat ze nodig hebben. Verleden maand hebben wij 2.000 voedselpakketten verdeeld, voor 800 gezinnen de huishuur betaald, 900 studietoelagen toegestaan en meer dan 100 operaties gefinancierd.
Willen de vluchtelingen naar huis terugkeren?
Hoewel enkele ontheemden al zijn kunnen terugkeren en hebben kunnen zien in welke staat hun huizen zich bevinden, overheerst de mening dat het beter is om af te wachten tot de situatie verbeterd is. De mensen voelen zich nog niet veilig omdat er nog altijd bombardementen worden uitgevoerd, vooral op Damascus.
Wanneer zal de oorlog afgelopen zijn?
Dat weet niemand. Het is wel duidelijk dat de beslissing daarover bij de internationale gemeenschap ligt, in het bijzonder bij Rusland, de Verenigde Staten, China en Europa. In 2017 leek er een redelijke kans te zijn op een beëindiging van de oorlog, maar uiteindelijk werd er toch geen akkoord bereikt.
Welke boodschap hebt u voor de weldoeners van Kerk in Nood?
Wij bidden altijd voor u. Toen we het feest van de heilige Jozef vierden, vroeg ik aan alle aanwezigen op de Eucharistieviering om voor Kerk in Nood te bidden. Zonder uw ondersteuning zou ons werk gewoonweg onmogelijk zijn. Wij stellen uw hulp bijzonder op prijs. En wanneer u ons een bezoek brengt, weten wij dat wij er niet alleen voor staan.