De voorgestelde wijziging zou gepaard gaan met vier islamitische geestelijken die deel uitmaken van de 13-koppige rechterlijke macht van het Federale Hooggerechtshof – waarbij alle beslissingen de steun van ten minste drie van de vier islamitische juristen vereisen. Dit zou betekenen dat de Shari’a-wet altijd voorrang zou hebben op seculiere wetten. Het wetsontwerp, dat deze wijzigingen bij het Hooggerechtshof zou introduceren, ondergaat momenteel een tweede lezing in het Iraakse parlement.
De Iraakse christelijke activist en constitutioneel expert, professor Muna Yako, vertelde Kerk in Nood dat hoewel de grondwet van Irak de Islam beschrijft als de basis van de wet, het ook het belang benadrukt van democratie en mensenrechten. Ze is bezorgd dat de voorgestelde wijziging van het Federale Hooggerechtshof ertoe leidt dat de Shari’a-wet altijd voorrang heeft: “We hebben de rechtbank nodig om de grondwet te interpreteren. Op dit moment hoop ik dat als een zaak aanhangig wordt gemaakt bij het Federale Hof, deze in bepaalde gevallen prioriteit geeft aan mensenrechten en democratie. Als islamitische juristen zich echter bij de rechtbank voegen, hebben we geen enkele kans prioriteit te geven aan democratie of mensenrechten."
Tegenstanders van het wetsvoorstel stellen dat het een einde betekent aan pogingen om wetgeving die religieuze minderheden discrimineert – zoals dat christelijke mannen geen moslimvrouwen mogen trouwen zonder tot de Islam te bekeren – teniet te doen. Professor Yako: “De Iraakse regering heeft ons tot nu toe teleurgesteld, maar ik heb nog hoop op verandering. Als de rechtbank deze wet aanneemt, heb ik echter geen hoop meer. Dit zal van Irak een theocratie maken, omdat alle wetten gebaseerd zullen zijn op religie, bijvoorbeeld met regels over kleding en alcohol. Als de verandering plaatsheeft, zullen meer christenen Irak verlaten en zullen we slechts een herinnering worden, net als de Joden."
Patriarch Louis Raphaël I Sako, hoofd van de Chaldeeuwse kerk, verzet zich ook tegen de verandering. In een brief aan de voorzitter van het Iraakse parlement schreef hij onlangs dat het voorstel de toekomst van christenen in het land bedreigt "na al het lijden dat we hebben doorstaan van terrorisme, ontheemding, plunderingen, moord en diefstal van eigendom."
