De economische situatie in Syrië wordt steeds slechter. “De huidige crisis, die anders is dan wat we in de dagen van de oorlog hebben meegemaakt, dwingt de mensen om een soort van vastentijd te leven. Het is een dagelijkse nachtmerrie om voedsel op tafel te krijgen”, aldus aartsbisschop Samir Nassar tegenover Kerk in Nood (ACN).
Door de economische crisis, die niet alleen het gevolg is van de oorlog maar ook van het economische embargo dat de westerse mogendheden aan het land opleggen, wordt het gewone volk geconfronteerd met een rantsoenering van verschillende fundamentele zaken. “Het tekort aan brandstof, binnenlandse gasvoorraden en elektriciteit heeft juist de meest kwetsbaren – de fragiele, de zieken, de kinderen en de bejaarden – in het duister gedreven. Dat in combinatie met dodelijke vriestemperaturen.”
Het lijdensverhaal van Christus
Zuster Maria Lúcia Ferreira van de congregatie van de Zusters van de Eenheid in Antiochië bevestigt dat het erger is geworden. “Zo kan er bijvoorbeeld alleen nog maar gas worden ingewisseld voor bonnen en mag elk gezin maar één gasfles per maand gebruiken”, legt ze uit. Voor sommige gezinnen is de situatie zo ernstig dat ze zich nauwelijks eten kunnen veroorloven. Degenen die te laat komen, gaan met lege handen weg. Ook is er een tekort aan brandstof voor de verwarming van de huizen; de elektriciteitsvoorziening valt bijna elke dag weg en het geld van de mensen is elke maand minder waard.”
Weg van solidariteit geblokkeerd
Volgens zuster Maria is een van de redenen voor de huidige situatie de crisis in het naburige Libanon, aangezien een groot deel van de financiering die vroeger via Libanon kwam nu niet meer te krijgen is. Het is een beoordeling waarmee Mgr. Nassar het eens is. Hij benadrukt dat de bankencrisis in het buurland ernstige belemmeringen opwerpt voor de humanitaire hulp die andere landen in de wereld aan Syrië leveren. De aartsbisschop: “De weg van Simon van Cyrene, de solidariteit met degenen die het kruis dragen, is zonder medeleven geblokkeerd, met als gevolg een algemene verslechtering van de omstandigheden.”
De crisis in Libanon heeft er onder andere toe geleid dat de rekeningen van Syriërs zijn bevroren, zowel de bedrijfsrekeningen als privérekeningen, waaruit vroeger “bewegingen van liefdadigheid” voortkwamen, zoals aartsbisschop Nassar het omschrijft. “De Kerk nu niets meer dan een Klaagmuur waar men komt huilen, om hulp komt schreeuwen of stilzwijgend enige vertroosting zoekt bij het beleven van de passie van Christus… en dat al voor de Goede Week.”