Geschiedenis

De Pauselijke Stichting Kerk in Nood (ACN) biedt sinds 1947 materiële en spirituele hulp waar de nood het grootst is onder de miljoenen arme, vergeten en vervolgde gelovigen in meer dan 145 landen. Hieronder een korte geschiedenis.

Kerk in Nood ontstond op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog toen in 1947 een jonge pater Norbertijn, pater Werenfried van Straaten,  een actie begon om de materiële en spirituele noden onder de oorlogsslachtoffers te lenigen. Dankzij de hulp van duizenden bezorgde en toegewijde katholieken was zijn actie meer dan succesvol.  Hulpgoederen stroomden binnen en dit hulpverleningswerk kreeg steeds meer reikwijdte. Meer en meer mensen in nood konden worden geholpen.

Communistische landen
In de jaren ’50  breidde de inzet van Kerk in Nood zich uit naar de gelovigen in de communistische landen, met name in Hongarije. Contemplatieve zusters in Polen werden geholpen en er werd een massale hulpcampagne gestart. Kerk in Nood bouwde ‘forten voor God’, kerken langs het IJzeren Gordijn. Voor velen is Kerk in Nood daarom nog bekend onder de naam Oostpriesterhulp.  Al in 1959 kwam echter ook Azië in beeld voor hulp, omdat daar grote nood onder vluchtelingen heerste. Wat begon als een initiatief in Nederland en België was inmiddels uitgegroeid tot een internationale hulporganisatie, met haar centrale kantoor in Rome.

Wereldwijde steun
In 1962, tijdens het Tweede Vaticaans concilie, vroeg Paus Johannes XXIII aan Kerk in Nood om uit te breiden naar Latijns-Amerika. De daaropvolgende vijftig jaar bleef Kerk in Nood groeien om tegemoet te komen aan de noden van de lijdende Kerk. Kerk in Nood breidde uit naar de Filipijnen en daarna ook naar Afrika.  In 1975 volgden Vietnam (hulp aan bootvluchtelingen), Thailand, de Filipijnen en Maleisië (hulp aan vluchtelingen uit communistische landen als Laos en Cambodja). Het centrale kantoor werd in 1976 gevestigd in het Duitse Königstein im Taunus. Bij gelegenheid van het Jaar van het Kind in 1979 introduceerde Kerk in Nood de Kinderbijbel. Hiervan zijn inmiddels 45 miljoen exemplaren in 156 talen verspreid. Aan het eind van de jaren ‘80 en in de jaren ’90, toen de communistische regimes instortten, bracht Kerk in Nood hulp naar de lijdende gelovigen in Oost-Europa. Vanaf het nieuwe millennium ging er ook hulp naar de slachtoffers van de conflicten in Rwanda, Soedan, Congo en andere Afrikaanse landen.

Pauselijke stichting
In juni 2002 noemde de toenmalige Paus Benedictus XVI Kerk in Nood “een geschenk van de Voorzienigheid voor deze tijd.” Ook noemde hij Kerk in Nood een van meest belangrijke katholieke goede doelen: “Die werkt op een waardevolle manier overal ter wereld. Onze wereld hongert en dorst naar het getuigenis van de verrezen Heer, naar mensen die het geloof doorgeven in woord en daad en naar mensen die de noodlijdenden bijstaan.” Ook paus Fransciscus heeft meermalen aangegeven de stichting te waarderen vanwege de hulp die die hij als bisschop van Buenos Aires in Argentinië ontving. In 2011 kreeg Kerk in Nood de status van pauselijke stichting. Kerk in Nood/voorheen Oostpriesterhulp is de Nederlandse tak van Aid tot he Church in Need (ACN).

Midden-Oosten
De laatste jaren richt Kerk in Nood zijn aandacht met name ook op het Midden-Oosten, waar katholieken worden vervolgd en gedood door Islamitische fundamentalisten. Kerk in Nood verleent hulp aan miljoenen vluchtelingen in de regio.

Vandaag de dag, dankzij de genereuze hulp van duizenden donateurs leeft de visie voort die aan het ontstaan van Kerk in Nood ten grond slag heeft gelegen. De pauselijke stichting Kerk in Nood blijft materiële en spirituele hulp verlenen waar de nood het grootst is onder de miljoenen arme, vergeten en vervolgde gelovigen in meer dan 145 landen. In Nederland vraagt de organisatie om aandacht voor hun lot via voorlichting, de publicatie van rapporten en evenementen als de Avond van de Marelaren, 1 miljoen kinderen bidden en Red Wednesday. In Nederland mag Kerk in Nood zich verheugen over het gebed en de financiële steun voor projecten van enkele duizenden weldoeners.