Oekraïne was al een land in crisis voor de coronapandemie. Corruptie, gebrek aan van vooruitzichten, economische crisis en de oorlog in het oosten van het land hebben ervoor gezorgd dat veel jongere en goed opgeleide mensen het land verlaten. De pandemie heeft de ontberingen alleen maar verergerd. Ook de Kerk is getroffen. Sinds de oorlog heeft Kerk in Nood ruim 1,6 miljoen euro toegezegd waardoor de Kerk haar missie kan blijven vervullen en slachtoffers van de oorlog kan blijven bijstaan.
De oorlog in Oekraïne raakt zowel mensen in de conflictgebieden als daarbuiten. Naast verhalen over de ontberingen die achterblijvers én vluchtelingen moeten doorstaan, vernemen we over priesters die opgepakt en bedreigd worden.
De Kerk in Oekraïne geeft om Viktor en zijn gezin... net als om de vele andere vluchtelingen en armen die geraakt zijn door het conflict in het land. De eerdere spanningen in het oosten van het land en sinds februari 2022 de oorlog, hebben geleid tot een vluchtelingenstroom naar gebieden waar de bevolking zelf al amper kan rondkomen. In een stad als Zaphorizhya zijn tienduizenden mensen van elders gehuisvest. Zonder baan en inkomen en door de hoge gasprijzen, zijn honger en kou hun grootste vijanden.
Katholieken vormen een minderheid van iets minder dan 10% van de totale Oekraïense bevolking van ongeveer 44 miljoen. Kerk in Nood heeft vele religieuze gemeenschappen kunnen helpen in nood met materiële hulp als gevolg van de oorlog. Deze steun was onontbeerlijk, want naast haar apostolaat, biedt de Kerk ook een belangrijke dienst aan de samenleving, met religieuzen die zorgen voor ouderen, zieken, gehandicapten en verwaarloosde kinderen.
Huilende vrouwen, soldaten met emotionele en fysieke wonden, gezinnen die verwoest zijn door onzekerheid. Pater Anton Lässer en Magda Kaczmarek van Kerk in Nood (ACN) doen verslag van drie jaar oorlog in Oekraïne: verhalen van geloof en verdriet, die de diepe wonden van het conflict zichtbaar maken.
De littekens van de oorlog in Oekraïne zijn niet alleen zichtbaar op lichamen. Ze worden ook weerspiegeld in de gezichten van degenen die de oorlog meemaken. In maart 2025 reisden pater Anton Lässer, kerkelijk assistent van Kerk in Nood International (ACN), en Magda Kaczmarek, hoofd Europese projecten van ACN, naar Oekraïne. Het land is nog steeds getekend door de verschrikkingen van een oorlog die al drie jaar duurt. In elke stad en elk dorp op hun reis hoorden ze de verhalen van mensen die alles verloren hebben… maar desondanks hun geloof behouden. Het zijn stemmen die schommelen tussen pijn en hoop.
Een van de meest levendige scènes voor Magda Kaczmarek was de ontmoeting met een groep vrouwen. “Iedereen had iemand verloren: een zoon, een echtgenoot of allebei. Eén van hen hield een stuk van het militaire uniform van haar zoon in haar handen, dat aan het front gevonden was,” herinnert Kaczmarek zich. Pater Anton zei dat de onzekerheid over het overleven van een familielid vaak het ergste was voor deze vrouwen: “Een vrouw met kleine kinderen hoorde pas acht maanden na het laatste contact met haar man, via een DNA-test, dat hij aan het front gestorven was. De zekerheid, zei ze, was makkelijker te verdragen dan de uitputtende maanden ervoor.”
Op de militaire begraafplaats in Lviv, dicht bij de Poolse grens, ontmoetten pater Anton en Magda Kaczmarek, samen met de Latijnse aartsbisschop Mieczyslaw Mokrzycki, een huilende vrouw: “Ze kwam naar ons toe en vroeg of we samen konden bidden,” zei pater Anton. De vrouw snikte en herhaalde: “Waarom, waarom, waarom?” Deze vraag wordt in veel delen van Oekraïne gesteld.
Ze wist niet eens dat haar zoon aan het front was, totdat ze een telefoontje kreeg dat hij gestorven was. Pater Anton nodigde haar uit om een stukje met hem mee te lopen. Magda Kaczmarek legde uit dat toen ze terugkwamen “haar gezicht veranderd was. Ze leek veel kalmer en op de een of andere manier vrediger.” Op dezelfde begraafplaats zei een andere moeder tegen hen: “Mijn zoon heeft hier gespeeld. Nu ligt hij hier begraven.”
Bij een eerder bezoek van Kerk in Nood (ACN), minder dan een jaar geleden, was ongeveer een derde van het gebied bedekt met graven. Nu zijn er meer dan 1.000 graven. Het aangrenzende terrein wordt klaargemaakt voor degenen die niet meer levend naar Lviv zullen terugkeren.
Er zijn echter ook verhalen die hoop geven. In Lviv vond zuster Hieronyma van de Albertijnen een verfomfaaide oude vrouw uit Kramatorsk, een stad in het oosten van Oekraïne in de regio Donetsk. Ze was alles kwijtgeraakt en naar het westen van Oekraïne gevlucht. Ze leefde al maanden op straat. Haar gezicht was verminkt door het lijden. De zuster nam haar op in het tehuis dat zij runnen en dat door de weldoeners van Kerk in Nood (ACN) wordt ondersteund. “Vandaag, na enkele weken van zorg en aandacht, is haar transformatie bijna een wonder. De foto's laten haar voor en na zien. Je kunt het bijna niet geloven. De zusters hebben haar waardigheid en rust teruggegeven,” zegt Magda Kaczmarek.
Een ander aangrijpend verslag gaat over een 22-jarige man die ernstig gewond was geraakt door een granaat. Een eerste levensreddende chirurgische ingreep moest plaatsvinden in het gepantserde voertuig op weg naar het veldhospitaal. Na verschillende operaties in het ziekenhuis was zijn gezicht nog steeds bedekt met metaalsplinters en gezwollen; hij kon niet zien of spreken. In zijn angst om blind te worden vroeg hij de verpleegster met gebaren “zijn ogen te openen”.
Toen hij merkte dat hij iets kon zien, begon hij te huilen van blijdschap. Hij moest nog een aantal operaties ondergaan. “Toen hem gevraagd werd hoe het met hem ging, zei hij tot verbazing van zijn toehoorders dat hij 's nachts niet kon slapen omdat hij gekweld werd door de vraag of hij na zijn herstel naar het front zou terugkeren. Voor zijn familie was dit een grote zorg. Zulke situaties kunnen een zorgwekkende en pijnlijke uithoudingstest worden voor gezinnen,” zegt pater Anton.
De uitdagingen voor de Kerk gaan door. De mensen kennen financiële en materiële nood, waarvoor Kerk in Nood hulp biedt. Maar pater Anton maakt zich vooral zorgen over de innerlijke strijd die veel mensen ondergaan. Het is een strijd tussen christelijke waarden en het gevoel van woede dat wordt veroorzaakt door het lijden. “In deze context van de oorlog is het niet moeilijk om deze gevoelens te begrijpen. Maar het is belangrijk dat mensen eraan werken, om wraak en haat te overwinnen,” benadrukt hij.
Het gaat niet alleen om de wederopbouw van Oekraïne, maar ook om het helen van de geestelijke en emotionele wonden van mensen. Want zoals de snikkende vrouw op de begraafplaats in Lviv bleef vragen: “Waarom? Waarom? Waarom?”, gaat het er niet alleen om de zichtbare littekens van de oorlog te genezen, maar ook de verborgen littekens.
Drie jaar na de grootschalige invasie van Oekraïne op 24 februari 2022 hebben de weldoeners van Kerk in Nood (ACN) meer dan € 25 miljoen beschikbaar gesteld om de katholieke Kerk van beide riten in heel Oekraïne te steunen. De projecten zijn in de loop van de oorlog van aard veranderd. Er zijn nieuwe en belangrijke uitdagingen. Op dit moment is de katholieke hulporganisatie nauw betrokken bij het bevorderen van vormingsprogramma voor traumazorg, waaraan nu meer dan 1.800 priesters, zusters en leken hebben deelgenomen. Er zijn ook programma's en therapiegroepen voor wezen, weduwen en moeders van gevallenen. Alleen al in 2024 hielp Kerk in Nood (ACN) bij het opzetten van vier therapiecentra voor geestelijke en psychologische zorg. Help de Kerk in Oekraïne de slachtoffers van de oorlog bijstaan.
Oekraïense kerkleiders hebben Kerk in Nood (ACN) een kerstwens gestuurd, waarin ze alle weldoeners bedanken voor hun materiële en geestelijke steun tijdens deze drie oorlogsjaren. In hun berichten benadrukken ze de uitdagingen van het land.
“Dank u voor alles wat u doet. Dank u!” zegt de apostolische nuntius in Oekraïne, aartsbisschop Visvaldas Kulbokas, in zijn kerstboodschap aan Kerk in Nood (ACN). Terwijl de oorlog in Oekraïne voortduurt, staat de lokale Kerk voor steeds grotere uitdagingen.
Verschillende kerkleiders hebben hun dankbaarheid betuigd en beschrijven de steun van de weldoeners van Kerk in Nood als cruciaal, zowel voor humanitaire hulp als voor het versterken van het geloof. Wel geven ze aan dat er steeds nieuwe realiteiten opduiken, zoals de toename van psychologisch lijden veroorzaakt door de aanslepende oorlog, en een tekort aan essentiële middelen in veel regio's. Het zijn ontwikkelingen die het overleven van de getroffen gemeenschappen in gevaar brengt.
Danken en bidden
Aartsbisschop Sviatoslav Shevchuk, het hoofd van de Oekraïense Grieks-Katholieke Kerk, drukte tijdens deze adventsperiode zijn dankbaarheid uit namens de hele Kerk en van alle mensen in Oekraïne. Ook hij zei dat de medewerking van Kerk in Nood (ACN) van het grootste belang is geweest: “Dank u voor uw hulp bij het redden van mensenlevens in Oekraïne.”
Aartsbisschop Mieczysław Mokrzycki, die verantwoordelijk is voor de Latijns-katholieken in Oekraïne, bedankte eveneens de weldoeners voor hun humanitaire hulp tijdens de oorlog. Hij vraagt “te blijven bidden en onze priesters en religieuzen te helpen, die met de mensen werken in deze moeilijke periode… en ook te bidden voor een zo spoedig mogelijk einde aan deze oorlog.”
De hulpbisschop van Lviv, Eduard Kava, wees in zijn kerstboodschap op ACN's steun voor de vorming van jongeren. “Dankzij uw steun kunnen we veel goede dingen doen, vooral met de jeugd,” zei hij. “Op dit moment houden we in ons pastoraal centrum in de buurt van Lviv een viering voor jongeren, waar ze samen bidden en trainen om te dienen in de kerk. In deze adventstijd wens ik jullie alvast een zalig Kerstfeest, met al Gods zegeningen. Moge de Heer jullie zegenen en bewaren.”
Hardnekkige noden
Alle vertegenwoordigers van de katholieke Kerk in het land zijn het erover eens dat hulp zeer noodzakelijk blijft. “In gebieden als Kharkiv, Zaporizhzhia en Odessa ontbreekt het de mensen zelfs aan het meest essentiële: brood, water, verwarming en elektriciteit,” zegt aartsbisschop Kulbokas. “In andere regio's is het belangrijkste hulp bij de opvang van vluchtelingen. En natuurlijk de psychologische hulp voor iedereen, niet alleen de militairen en families, maar ook priesters, religieuzen, vrijwilligers. Want drie jaar oorlog heeft veel problemen veroorzaakt op psychologisch niveau.”
De nuntius benadrukt dat hoewel materiële hulp belangrijk blijft, er ook een essentiële behoefte is aan geestelijke hulp tijdens de Advent en de komende Kerstperiode. “Ik wil nogmaals de nadruk leggen op de geestelijke rol van de Kerk: op de verkondiging van het Evangelie, niet alleen onze geestelijke programma's, maar ook op onze geestelijke energie in het brengen van het Evangelie, in het brengen van de vreugde van Christus aan iedereen, aan onszelf maar ook aan de militairen die Oekraïne verdedigen.”
Ondanks het gevaar is een Braziliaanse missionaris in Oekraïne gebleven sinds het begin van de oorlog. Pater Lucas Perozzi dankt de weldoeners van Kerk in Nood (ACN) voor de hulp. Hij vertelt waarom hij zich juist nu blijft inzetten voor de verkondiging van het Evangelie.
Pater Lucas Perozzi bevond zich in Oekraïne toen Rusland in 2022 begon met een grootschalige aanval op het land. Maar in plaats van terug te vluchten naar zijn thuisland Brazilië, bleef hij in het land en dient hij nog steeds een kudde in Kiev. Die vertoont na meer dan 1000 dagen conflict volgens hem steeds meer tekenen van uitputting.
Worden wakker met geluid van sirenes
“We gaan slapen met het geluid van sirenes en we worden wakker met het geluid van sirenes en bombardementen. De sirenes loeien non-stop. Psychologisch zijn de mensen moe, erg bang en zonder hoop. Dan is er ook nog het probleem van de economische crisis. Dingen worden steeds duurder, het is een zeer moeilijke situatie”, vertelt hij aan de internationale hulporganisatie Kerk in Nood (ACN).
Het effect van deze gemoedstoestand is dat mensen, na maanden van paniek wanneer de sirenes klonken, een meer zorgeloze houding hebben ontwikkeld, met een groot persoonlijk risico. “Zo kun je niet leven. De eerste zes maanden renden we naar de bunkers, maar nu niet meer. Als onze tijd komt, zal die komen. Alleen God kent het uur. Het kan een raket zijn of een hartaanval. God is de Heer van het leven. Dat is de realiteit en die hebben we geaccepteerd”, zegt de priester.
Wandeling onder drone-regen
Pater Perozzi bevond zich onlangs ook in een moeilijke situatie, toen hij besloot 's avonds een wandeling te maken om zijn hoofd leeg te maken. “Ik was moe en ging een stukje wandelen om tot rust te komen voordat ik naar bed ging, toen er een drone-aanval plaatsvond. Op hetzelfde moment begon de luchtverdediging de drones te vernietigen en ik was getuige van het hele gebeuren. Plotseling merkte ik dat er stukken van de anti-drone raketten om me heen vielen, als regen. Ik kon grote stukken metaal horen versplinteren op de vloer. Ik dacht 'in hemelsnaam. Ik heb zo lang in deze oorlog overleefd en nu ga ik dood aan zoiets stoms?'. Ik rende met mijn handen boven mijn hoofd en het lukte me om thuis te komen zonder geraakt te worden”.
Zoeken opgegeven
Ondanks de algemene uitputting door de oorlog blijft pater Perozzi toegewijd aan zijn missie, ook al wordt het steeds moeilijker om deze uit te voeren. “Onze missie is het verspreiden van het evangelie, maar dat is niet gemakkelijk. Mensen hebben hoop nodig, ze hebben God nodig, het heilige. Niets troost hen meer. Ze hebben het zoeken opgegeven. Ze zijn apathisch geworden, gedesillusioneerd.”
Een van de weinige lichtpuntjes in deze situatie is de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood (ACN), die de katholieke Kerk in Oekraïne blijft steunen. “Alle parochies hebben hulp gekregen om zomerkampen voor kinderen te organiseren, wat heel belangrijk is, want ze leven in een staat van constante onrust. De constante stress leidt tot onderlinge spanningen. Het is dus belangrijk om ze uit die sfeer te halen. In mijn parochie hielden we een kamp in de bergen, waar geen luchtalarmsirenes of raketten waren, en waar ze konden rusten, spelen, met elkaar praten en we pastorale zorg konden bieden, de Mis konden vieren en catechese gaven.”
Traumazorg
Een ander centraal aspect van de missie van de kerk in deze tijd van oorlog is het bieden van traumazorg, waarvoor een specifieke training nodig is die Kerk in Nood (ACN) helpt te bieden. “We moeten gekwalificeerd zijn om te kunnen werken met mensen die aan het front hebben gestaan, met ouders die hun kinderen hebben verloren, kinderen die hun ouders hebben verloren. Alles heeft te maken met trauma, wat niet gemakkelijk is. Dit is nieuw voor ons. Maar we doen alles met dankbaarheid, ik ben blij met mijn missie en klaar om die uit te voeren. Zolang we leven, hebben we de missie om het evangelie te verkondigen!”, besluit pater Perozzi.
Bisschop Vitaly Krivitskiy van het Latijnse bisdom Kyiv-Zhytomyr leeft al twee jaar in oorlogstijd. Geconfronteerd met een ontredderde bevolking maakt hij van zijn parochies heiligdommen van geloof. Ook bereidt hij zijn priesters voor om “geestelijke eerste hulp” te bieden aan soldaten aan het front.
Op 52-jarige leeftijd leidt bisschop Vitaly Krivitskiy een bisdom van 70 priesters, die allemaal dagelijks geconfronteerd worden met ellende als gevolg van de oorlog die in hun land woedt. Ze zijn getuige van de rouw, de angst voor de toekomst, de stroomstoringen en alle armoede. “Naast hun gewone pastorale werk voeren ze ook sociale actie als een steeds belangrijker onderdeel van hun activiteiten,” legt bisschop Krivitsky uit aan Kerk in Nood (ACN).
Toen de “Speciale Militaire Operatie” eind februari 2022 door Rusland werd gelanceerd, schreef de bisschop aan zijn priesters: “Als u moet vertrekken, omdat u oordeelt dat het onmogelijk is om te blijven, zal niemand u veroordelen. Maar uw parochianen hebben u nodig.” Geen van hen koos ervoor om zijn post te verlaten, ook niet de 15 buitenlandse priesters die als missionaris werkzaam zijn in zijn bisdom.
Parochies als veilige havens
Om de noodsituatie in goede banen te leiden, gaf de bisschop de opdracht dat de parochies veilige toevluchtsoorden moesten worden voor alle vluchtelingen. Dat ze kelders of crypten ombouwen tot schuilplaatsen, dat ze voorraden drinkwater, benzine en elektrische generatoren aanleggen.
“Ik wil dat onze parochies burchten worden waar de oorlog geen vat op heeft,” legt de bisschop uit aan Kerk in Nood (ACN). “Plaatsen waar je warm kunt zitten, beschermd tegen de bommen, maar ook waar je met een priester kunt praten en een zekere troost kunt ontvangen.”
Geestelijke noodhulp voor soldaten
In drie mobiele keukens kunnen 1.000 maaltijden per dag worden bereid voor de meest behoeftigen. Altijd met de bedoeling om de bevolking uit de oorlog te halen. Ook worden er met de hulp van Kerk in Nood (ACN) zomerkampen voor jongeren georganiseerd. Aan het front vraagt de bisschop vrijwillige priesters om “geestelijke noodhulp” te verlenen. Zij moeten er de soldaten ondersteunen die met wanhoop worden geconfronteerd. Ze verdelen ook “geestelijke noodpakketten”, een Bijbel en een rozenkrans.
Maar het verstrijken van de tijd eist zijn tol op deze maatregelen. De generatoren, die niet ontworpen zijn om permanent gebruikt te worden, raken versleten. “Onze middelen nemen af,” merkt de bisschop bedroefd op.
Mobilisatie zonder uitzondering
Er is nog een ander zorgwekkend onderwerp, aangezien de regering heeft gezegd dat ze alle mannen “zonder de minste uitzondering” zal mobiliseren. Dit zou ook priesters kunnen omvatten, en deze maatregel zou de inspanningen van bisschop Krivitsky teniet kunnen doen.
De Oekraïense autoriteiten, die net als het hele land geraakt worden door het secularisme, zouden voor de extreme oplossing kunnen kiezen om priesters zonder onderscheid in te schrijven. De bondgenoten van Oekraïne, noch het maatschappelijk middenveld zouden zo'n maatregel op prijs stellen, maar de moeilijke militaire situatie zou als voorwendsel gebruikt kunnen worden om door te gaan.
“We praten nooit over de verre toekomst”
De komende winter dreigt verschrikkelijk te worden voor het land, onderhevig aan aanvallen van de Russische artillerie. Het elektriciteitsnet, dat al voor 80% verwoest is, zou nog vaker kunnen uitvallen, wat het leven voor de burgerbevolking onmogelijk zou maken. De bisschop kijkt echter niet te ver vooruit. “We spreken nooit over de verre toekomst. We vragen ons alleen af wat we kunnen doen om op deze of gene noodsituatie te reageren.”
Op dit moment heeft hij vooral gebed nodig: “Het zijn niet alleen woorden: als je voor je naaste bidt, zijn er echte effecten,” verzekert de prelaat. Verder hoopt hij de winter door te komen. Dat hangt vooral af van de generatoren, want die zijn de enige toevlucht als tijdens de ijskoude winter de elektriciteit uitvalt.
Sinds het begin van de oorlog hebben de vele weldoeners van Kerk in Nood (ACN) wereldwijd priesters gesteund in hun pastorale missie onder de gelovigen in extreem moeilijke omstandigheden met pastorale en noodprojecten en Misintenties.
Tijdens zijn bezoek aan het internationale hoofdkantoor van Kerk in Nood (ACN) sprak bisschop Pavlo Honcharuk van het rooms-katholieke bisdom Kharkiv-Zaporizhzhia met de liefdadigheidsinstelling over de situatie ter plaatse. Tijdens het gesprek benadrukte de bisschop, die een van de grootste bisdommen in Europa leidt, het belang van pastorale zorg in de regio, die direct aan de Russische grens ligt en zwaar onder vuur ligt. Volgens de media heeft Rusland alleen al in juni 2024 zo'n 700 geleide bommen afgevuurd op Kharkiv, de op één na grootste stad van Oekraïne.
De stad Kharkiv ligt op slechts 30 km van de Russische grens. Sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog ligt de stad regelmatig zwaar onder vuur en is nu zwaar beschadigd. Kunt u ons vertellen over de huidige situatie?
We leven van uur tot uur. S-300 raketten afgevuurd vanaf Russische zijde raken Kharkiv in minder dan 39 seconden. Omdat de raket zo snel vliegt, landt hij eerst en daarna komt de luchtaanvalwaarschuwing. Iedereen die binnen 70 km van het front woont, komt als eerste in de Russische vuurlinie terecht. In Oekraïne is er echter geen veilige plek. De aanvallen kunnen overal plaatsvinden.
Hier in Kharkiv gaat de waarschuwing voor een luchtaanval bijna non-stop af. Ook elk uur van de nacht. Veel mensen durven nog steeds niet naar buiten. Er zijn veel zelfmoorden, omdat mensen niet weten wat er gaat gebeuren. De scholen en kleuterscholen zijn gesloten. Veel kinderen leren in ondergrondse stations. Ik ken een lerares die elke dag naar een plek in de buurt gaat waar ze Wi-Fi heeft en van daaruit online lessen geeft aan haar studenten, die nu verspreid zijn over 18 landen. Alles is verwoest. De mensen hebben geen huizen, geen appartementen... een 73-jarige man kwam naar ons toe en had niets bij zich. Gelukkig was hij buiten toen de raket zijn huis raakte. Maar alles is weg. We hebben kleding voor hem gekocht.
Hoe is de situatie voor de lokale kerk?
Ik heb een heel groot bisdom, maar een kwart ervan is bezet en in dat deel zijn er geen priesters meer. Voor de oorlog in 2014 hadden we 70.000 gelovigen in ons bisdom. Nu zijn dat er nog maar 2.500.
Ook al is alles hier instabiel, er is één ding dat niet verandert: we moeten de lopende kosten voor gas, water en elektriciteit betalen, zodat de priesters en religieuzen hun bestaan veilig kunnen stellen. De gelovigen kunnen ons niet steunen, ze hebben alles verloren. Daarom dank ik Kerk in Nood uit de grond van mijn hart dat ze er zijn en ons helpen. Priesters en religieuzen zijn onvervangbaar. Ze zijn een teken van stabiliteit en veiligheid. De mensen zeggen: als er een priester is, kan ik ook blijven. Ze hebben onze aanwezigheid gewoon nodig. Eenzaamheid is heel moeilijk te verdragen, vooral als je een geliefde hebt verloren.
Wat is de belangrijkste taak van de Kerk in deze sombere situatie?
Onze missie is om Christus en zijn woord te verkondigen. Gebed is het grootste wapen. Veel mensen vragen: wanneer zal de oorlog eindigen? Er is geen antwoord. Maar we moeten niet stoppen met bidden.
Maar net zo belangrijk is het om er voor de mensen te zijn, hen te begeleiden, hun lasten met hen te dragen, met hen te bidden, hen te dienen. En middelen zoeken om hen te helpen deze moeilijke tijd te boven te komen. Het gaat niet alleen om materiële hulp, maar ook om psychologische hulp. Het is belangrijk dat iemand begrijpt wat er in hem omgaat, zodat hij zichzelf niet veroordeelt, want met angst komt ook agressie. Dat is normaal in een oorlogssituatie. Dan moet je erover praten. We hebben weinig specialisten en deskundigen en dat is een probleem.
Kerk in Nood heeft steun gegeven aan psychologische vorming voor priesters, religieuzen en vrijwilligers in verband met oorlogsverwondingen. Dat is zo belangrijk en daar zijn we erg dankbaar voor!
U bent zelf ooit militair aalmoezenier geweest en bent nu verantwoordelijk voor alle militaire aalmoezeniers van de Katholieke Bisschoppenconferentie. Kunt u uitleggen hoe hun werk eruit ziet?
Een militaire aalmoezenier houdt zich bezig met de pastorale zorg voor de mannen aan het front, maar ook voor hun gezinnen. We hebben 46 militaire aalmoezeniers in mijn bisdom. Elke jonge man aan het front is een eenzame strijder. Hij voelt zich erg alleen, omdat er maar weinig mensen zijn aan wie hij kan vertellen hoe het met hem gaat. Hij zou geen psycholoog in vertrouwen nemen, omdat hij die niet vertrouwt, en ook zijn familie niet, omdat hij die zou willen beschermen. Wat deze mannen in hun ziel hebben is een nachtmerrie. Daarom is een militaire aalmoezenier zo belangrijk. Hij luistert naar wat mannen op hun ziel hebben. Je weet vaak niet wat je moet zeggen, je bent er gewoon.
Welke ervaringen hebben u de afgelopen tijd bijzonder getekend?
Het is natuurlijk heel moeilijk als ik families moet vertellen dat hun zoon of echtgenoot is omgekomen. Vaak wordt de bisschop gevraagd om dat te doen... Ik was vooral ontroerd door een ervaring in een dorp vlakbij het front. Daar stierf een vrouw en we wilden haar begraven, maar de plaatselijke orthodoxe priester vond dat te gevaarlijk. Toch ging ik. De mensen daar waren pro-Russisch, ze wilden niet met ons praten en waren erg agressief. De begrafenis vond plaats in een kelder, zonder elektriciteit. Ik deelde kaarsen uit. Er waren ongeveer 10 mensen. Ze keken me aan - ik keek in lege ogen en kreeg kippenvel. Het was donker en het was zo moeilijk. Het dode lichaam werd neergelegd. Voordat ik voor de dode vrouw bad, begon ik eerst te bidden voor de mensen die voor me stonden: "Lieve God, kom alstublieft in de harten van de mensen hier..." Toen we boven kwamen, zag ik eindelijk de mensen in het daglicht, ze hadden gehuild. De vrouw die in het begin het meest agressief was geweest, vroeg me opnieuw te bidden. Ik vroeg haar waarom. Ze zei: "Toen je bad, werd mijn hart zo licht." De anderen bevestigden het. Ze herhaalden mijn gebedswoorden. God had hun harten aangeraakt. Voor deze mensen is de oorlog beëindigd. Want oorlog begint in het hart en eindigt daar.
Veel mensen hebben Kharkiv verlaten vanwege de voortdurende bombardementen. Heeft u er zelf aan gedacht om de stad te verlaten?
Nee, ik blijf. Mijn plaats is hier. De lokale mensen hebben me nodig. Als ik Kharkiv verlaat, zal dat met de allerlaatste auto zijn.
Kerk in Nood steunt de Kerk in Oekraïne al tientallen jaren. Sinds het begin van de invasie heeft het in het Latijnse bisdom Kharkiv-Zaporizhzhia noodhulp gefinancierd voor religieuzen, hulp voor 25 parochies en warmtepompen voor verschillende parochies en voor de curie. Daarnaast ontvangen veel priesters misintenties van weldoeners van Kerk in Nood die bijdragen in hun levensonderhoud en hebben priesters, religieuzen en vrijwilligers psychologische vorming gekregen.
In het lijden van wat paus Franciscus herhaaldelijk het “gemartelde volk van Oekraïne” heeft genoemd, kunnen we veel sporen zien van Jezus' lijdensweg en kruisiging. Deze Goede Week nodigt Kerk in Nood (ACN) u uit om te mediteren over deze moderne kruisweg.
Tijdens de Goede Week zullen katholieken over de hele wereld mediteren over het lijden van Jezus, door gebruik te maken van de eeuwenoude kruisweg, een devotie die bestaat uit 14 staties, die elk een bepaald moment van het lijden van Christus overdenken.
Maar voor veel mensen in verschillende delen van de wereld is de kruisweg niet iets wat ze zich hoeven voor te stellen. In Oekraïne bijvoorbeeld loopt de hele samenleving een schijnbaar eindeloze kruisweg.
Hoeveel vaders, zonen en broers zijn veroordeeld om te sterven in deze oorlog? Hoevelen hebben die hopeloosheid gevoeld toen ze hun vrouwen en kinderen vaarwel zeiden, niet wetend of ze ooit zouden terugkeren. En hoeveel van hen die wel terugkeerden zijn dood van binnen, verscheurd door trauma's?
Jezus droeg het kruis: Er zijn nu veel kruisen in Oekraïne. Ihor, een seminarist, weet daar alles van. Hij is geboren met een aandoening die zijn mobiliteit beïnvloedt en hij moet regelmatig operaties ondergaan. Toen de oorlog uitbrak, was hij op weg naar Polen om geopereerd te worden. Maar toen hij bij de grens aankwam, was het een chaos. Daar begreep hij hoe echte kruizen zijn. “Wat ik daar zag was onbeschrijflijk verschrikkelijk. De weg was geblokkeerd met vluchtelingen uit Kharkiv, die wanhopig hoopten op een uitweg. Velen gaven hun kinderen over het grenshek aan zomaar iemand, om ze in veiligheid te brengen. Het was hartverscheurend.”
Jaroslav valt drie keer
Volgens de overlevering is Jezus drie keer gevallen toen hij het kruis naar Golgotha droeg. Ook Jaroslav is drie keer gevallen. De eerste keer was toen hij een ongeluk kreeg waardoor zijn hand verlamd raakte en hij niet meer kon werken. Daarna, in 2014, toen zijn geboortestad Donetsk het middelpunt werd van een strijd tussen separatisten en het Oekraïense leger, liet hij alles achter en reisde naar Zaporizhzhia. Toen Rusland zijn grootschalige invasie begon, moest hij zijn laatste spaargeld uitgeven om aan boord te gaan van een vlucht naar Lviv. Gelukkig vond Jaroslav daar de broeders Albertijnen, die hem er weer bovenop hielpen.
De vierde statie van de kruisweg laat zien hoe Jezus Zijn moeder ontmoet, op weg naar zijn executie. Hoe kan men op dit punt niet aan het lijden van Maria denken? Psychologe Lyudmila Serhiyivna ziet dit soort lijden dagelijks tijdens de retraites die ze leidt in het kapucijnenklooster in Kiev voor moeders van vermiste of gedode soldaten. “Vrouwen die een kind hebben verloren, zonderen zich af en zetten hun gezin onder druk omdat ze hun verdriet niet kunnen verwerken. Ik maak me altijd zorgen over wat ik tegen deze vrouwen kan zeggen. Maar dan ben ik verbaasd over hoeveel ze in zo'n korte tijd veranderen en weer moed krijgen om het leven aan te gaan.”
Sommige staties van de kruisweg verwijzen naar de vrijgevigheid van aanwezigen. In één geval draagt Simon van Cyrene het kruis voor Jezus, en in een ander reinigt Veronica Zijn gezicht. Later vraagt Jozef van Arimathea het lichaam van Jezus aan Pilatus en begraaft Hem. De broeders Albertijnen hielpen al voor de oorlog alle mensen in nood. De invasie in 2022 heeft de aantallen alleen maar doen toenemen: “De broeders Albertijnen zijn als eerstehulpverleners. De man op straat, onder stress, iemand die bevriest, iemand die heel veel honger heeft, dit is ons dagelijks leven. Daar zijn we voor. De meeste van onze bewoners zijn alcoholisten, daklozen, mensen met drugs- of gokproblemen en nu mensen die gevlucht zijn voor de oorlog. Voor de inwoners van Lviv en die vluchtelingen is er warme soep. Er is koffie en brood. We verwachten dat het genoeg is voor ongeveer 300 mensen”, vertelt broeder Bernard.
Vrouwen helpen ook, op zoveel manieren. Net als de vrouwen van Jeruzalem die Jezus ontmoette tijdens zijn lange tocht naar Golgotha en die voor Hem huilden, tonen ook zij een bijzondere moed. Net als de broeders Albertijnen hebben ook de religieuze zusters van dezelfde congregatie een klooster. Daar wonen tientallen vrouwen die hulp nodig hebben, waaronder jonge moeders met baby's.
Jezus wordt uitgekleed en vernederd
Toen Jezus eindelijk bovenop de heuvel aankwam, werd Hij uitgekleed, vernederd. Oorlog is altijd een nuttige dekmantel voor degenen die graag de menselijkheid van anderen vernederen en vernietigen. Hoe kunnen we de verhalen uit Bucha vergeten, in de eerste maanden na de invasie? Toen het Oekraïense leger de stad weer in handen kreeg, werden er massagraven blootgelegd met daarin de lichamen van honderden burgers die gemarteld en geëxecuteerd waren. Veel van de slachtoffers waren kinderen, sommigen waren verkracht en verbrand, velen waren gewoon in hun achterhoofd geschoten.
Jezus werd ter dood gebracht. Aan een kruis genageld. Inna heeft de dood van haar man twee keer gevoeld. Hij werd gedood in de eerste fase van de oorlog in 2014. De stad Irpin hing ter ere van hem een poster op. Toen de Russen Irpin binnenvielen in 2022, vluchtte Inna en liet alles achter. Later hoorde ze dat bezettingssoldaten de poster hadden doorgeschoten. Het gaf haar het gevoel dat ze hem een tweede keer “vermoordden.”
In 2022 verloor ook Olha haar man. Ze herinnert zich dat ze hem 's avonds sprak en hem voorstelde wat te rusten, omdat hij zo moe klonk. Ze hebben elkaar nooit meer gesproken. “Mij werd verteld dat het gebouw waarin hij zich bevond onder vuur kwam te liggen, dat hij een hoofdwond opliep en 40 minuten lang voor zijn leven vocht”, vertelt ze tijdens een bezoek van ACN aan Oekraïne.
Onzekerheid pijnlijker dan in graf leggen
Op de veertiende statie van de kruisweg wordt Jezus in het graf gelegd. Het kan moeilijk zijn om je iets pijnlijkers voor te stellen dan het begraven van een dierbare. Maar veel Oekraïners hebben geleerd dat de onzekerheid om niet eens te weten of je man, vader of zoon nog in leven is, nog veel erger kan zijn. Seminarist Vitalij verloor zijn vader in december 2022 aan het front, in de buurt van Bakhmut. Bij de herinnering aan hem worden zijn lichtblauwe ogen troebel, maar dan vertelt hij hoe zijn grootmoeder hem troostte met het feit dat ze zijn vader tenminste konden begraven en niet werden achtervolgd door onzekerheid over zijn verblijfplaats.
Het einde van het lijden van de kruisweg is echter een bron van troost voor christenen. Jezus is weer opgestaan. Terwijl de Oekraïners bidden voor het einde van de oorlog, vinden ook zij moed in het geloof dat er ooit weer leven, vrede en vreugde in hun leven zal komen. Dat is tenslotte waar Pasen over gaat, en dat is waar alle christenen over de hele wereld tijdens deze dagen voor bidden.
Religieuze zusters in Oekraïne zijn bijna uitgeput. Ze openen hun kloosters voor vluchtelingen, troosten wanhopige vrouwen en kinderen en verzorgen gewonden. U kunt veel voor hen betekenen.
Miljoenen vluchtelingen
Na een jaar oorlog zijn in Oekraïne miljoenen mensen op de vlucht - vooral vrouwen en kinderen. Sommigen zijn naar het buitenland gereisd, maar velen hopen nog steeds naar huis te kunnen terugkeren. Zij hebben uw steun meer dan ooit nodig.
Opvang hele gezinnen in weeshuizen
144 zusters helpen wie alles verloren hebben. Zo ook de ‘Dienaressen van Maria‘ die 30 gezinnen in hun weeshuizen hebben opgenomen. Met uw gift zorgen ze voor voedsel, kleding en hygiëneproducten.
Geestelijke steun
De zusters zijn erg begaan met de kinderen, die vaak vreselijke dingen hebben meegemaakt. De gezinnen vinden hier ook geestelijke steun. "We bidden 's avonds samen de rozenkrans in onze kloosterkapel. Als de alarmsirenes loeien, schuilen we in de kelder voor de dreiging van luchtaanvallen", legt een van de zusters uit.
Duizenden ontheemde gezinnen zijn afhankelijk van hun steun. Helpt u mee?
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD