Oekraïne was al een land in crisis voor de coronapandemie. Corruptie, gebrek aan van vooruitzichten, economische crisis en de oorlog in het oosten van het land hebben ervoor gezorgd dat veel jongere en goed opgeleide mensen het land verlaten. De pandemie heeft de ontberingen alleen maar verergerd. Ook de Kerk is getroffen. Sinds de oorlog heeft Kerk in Nood ruim 1,6 miljoen euro toegezegd waardoor de Kerk haar missie kan blijven vervullen en slachtoffers van de oorlog kan blijven bijstaan.
De oorlog in Oekraïne raakt zowel mensen in de conflictgebieden als daarbuiten. Naast verhalen over de ontberingen die achterblijvers én vluchtelingen moeten doorstaan, vernemen we over priesters die opgepakt en bedreigd worden.
De Kerk in Oekraïne geeft om Viktor en zijn gezin... net als om de vele andere vluchtelingen en armen die geraakt zijn door het conflict in het land. De eerdere spanningen in het oosten van het land en sinds februari 2022 de oorlog, hebben geleid tot een vluchtelingenstroom naar gebieden waar de bevolking zelf al amper kan rondkomen. In een stad als Zaphorizhya zijn tienduizenden mensen van elders gehuisvest. Zonder baan en inkomen en door de hoge gasprijzen, zijn honger en kou hun grootste vijanden.
Katholieken vormen een minderheid van iets minder dan 10% van de totale Oekraïense bevolking van ongeveer 44 miljoen. Kerk in Nood heeft vele religieuze gemeenschappen kunnen helpen in nood met materiële hulp als gevolg van de oorlog. Deze steun was onontbeerlijk, want naast haar apostolaat, biedt de Kerk ook een belangrijke dienst aan de samenleving, met religieuzen die zorgen voor ouderen, zieken, gehandicapten en verwaarloosde kinderen.
De 45-jarige Oekraïense bisschop Maksym Ryabukha is een van de jongste bisschoppen ter wereld. Hij is ook verantwoordelijk voor een van de meest delicate gebieden ter wereld, Oost-Centraal-Oekraïne. Hij noemt zichzelf een “bisschop op wielen”, omdat hij voortdurend onderweg is om dicht bij zijn kudde te zijn. Kerk in Nood (ACN) sprak met hem over de situatie in zijn exarchaat– het oosterse equivalent van een bisdom, en over de steun aan trainingen voor priesters en religieuzen om jonge mensen te helpen hun oorlogstrauma's te overwinnen.
Steeds slechter. Door de drones is elke plek onveilig, ook voor burgers. Langs de frontlinie, zo'n 30 km van mijn grondgebied, verlaten mensen 's nachts hun huizen. Uit angst om geraakt te worden, gaan ze op het platteland bij de meren slapen. Een jongen vertelde me dat hij met zijn hele familie lag te slapen toen ze een bom hoorden naderen. Ze beseften dat die recht op hun huis zou kunnen vallen. In slechts enkele seconden sprongen ze uit bed en verlieten ze het huis. Kort daarna was het hele gebouw veranderd in een krater. Zo'n ervaring kan je verpletteren, het is zeer destructief.
We voelen ons hulpeloos, omdat het lijkt alsof niemand ziet wat er gebeurt. Het doet het meeste pijn om te zien dat de wereld zwijgt. Ondertussen worden burgergebieden gebombardeerd en mensen gedood. Praktisch gezien zien we geen significante reactie van de wereld. Het enige dat ons hoop geeft, is dat God sterker is dan het kwaad dat we in de wereld aantreffen. We bekijken het dagelijks leven vanuit het perspectief van de hemel. Want vroeg of laat zal alles eindigen, en dat einde heet het paradijs. De enige vraag is hoe we daar kunnen komen. Elke dag is een nieuwe kans om stappen in die richting te zetten, en we doen wat we kunnen.
Ik ben een “bisschop op wielen”, ik bezoek altijd parochies om mijn mensen te zien, ik ga bij hen thuis langs. Dat stelt me in staat om de diepten van het menselijk leven te zien.
Vóór de oorlog hadden we meer dan 80 parochies, en nu hebben we nog maar 37 actieve parochies. De rest is gesloten, bezet of vernietigd.
Helaas niet. De wetten van de bezettingsmacht verbieden elke band met de katholieke Kerk, zowel de Grieks-katholieke als de Latijnse ritus. Het is daarom erg moeilijk om daar enig pastoraat te verrichten. Mijn exarchaat heeft geen priesters meer in deze gebieden, al onze kerken zijn verwoest of gesloten en mensen mogen ze niet bezoeken.
Het ergste zijn niet de bommen, maar het gevoel vergeten te zijn, je alleen te voelen of voor niemand van waarde te zijn. Ik krijg berichten uit de bezette gebieden over de banden tussen gelovigen. Ondanks het feit dat hun leven in gevaar is, voelen ze zich deel van één Kerk. In steun, in persoonlijke ontmoetingen, wanneer ze hun dromen en hoop delen. Ook wanneer ze samen bidden, ook al is dat erg gevaarlijk en kunnen ze dat niet in het openbaar doen. Al deze dingen geven hen de kracht om door te gaan.
We zijn met twee bisschoppen, want er is ook een emeritus die in het gebied woont. Verder hebben we 53 priesters en acht religieuzen, verdeeld over vier regio's. Sommige parochies hebben gezinscentra, we hebben zeven caritas-centra, huizen voor religieuzen en parochiegroepen.
Het was erg ontroerend om door de straten van Rome te lopen en zoveel jonge mensen uit de rest van de wereld te horen zeggen: “Wij zijn met Oekraïne” of “Wij bidden voor Oekraïne”. Het was ook ontroerend om de plaatsen te bezoeken waar de martelaren van de eerste eeuwen hebben geleefd. Het is een getuigenis van een geloof dat niet bezwijkt wanneer het met moeilijkheden wordt geconfronteerd. Het was ook rustgevend, want voor ons is het zeldzaam om te leven zonder explosies en sirenes te horen en om rustig te kunnen slapen.
We hebben 19 seminaristen. Dat is opmerkelijk, want voor ons is dat een groot aantal, aangezien we geen grote eparchie zijn. Deze jongens zijn geweldig. Ze zijn opgegroeid in parochiale jeugdgroepen en hebben een diepe ervaring van het christelijke leven. Het zijn kinderen die diepgaande en zinvolle vragen stellen. Zowel de jongens als de meisjes zijn op zoek naar zingeving. Ze zijn moedig in het leven en ze zijn als mens enorm gegroeid. Vroeger voelden mensen zich over het algemeen verloren. Ze wisten niet wat ze moesten doen, omdat het leven ingewikkeld was. Nu is er duidelijkheid: “Ik wil verantwoordelijkheid nemen voor mijn leven en ik wil dit doen.” En dit gevoel is aanstekelijk, wanneer jonge mensen zich uitspreken, versterken ze elkaar.
Het psychologische drama van oorlog zorgt ervoor dat veel kinderen het vermogen om te lezen, schrijven of spreken verliezen. We hebben specialisten nodig om ons te helpen werken aan de geestelijke gezondheid van deze jongeren. We moeten leren hoe we hen kunnen helpen, en daarom organiseren we psychologische trainingen voor onze priesters en degenen die in de parochies werken.
We helpen ook moeders en vrouwen met kinderen die hun man in de oorlog hebben verloren. Veel mensen hebben moeite om weer normaal te functioneren. Er is een innerlijke barrière, ook onder jongeren, om te denken dat deze persoon nog in leven zou kunnen zijn, of die zijn leven heeft verloren door de domheid van iemand anders.
Ook hebben de mensen die langs de frontlinie wonen geen toegang tot voedsel of hygiëneproducten. Elke dag hoor ik van nieuwe mensen die zeggen: “Ik heb niets, mijn huis is verwoest, samen met alles wat ik bezat. Help me alstublieft.” En dat is waar de sociale en humanitaire hulp om de hoek komt kijken.
Een andere grote uitdaging is dat ze in de winter de energiecentrales bombarderen, waardoor de elektriciteit uitvalt. Zonder is er geen verwarming in de huizen en wordt het onmogelijk om een warme en veilige plek te vinden. Daarom doen onze parochies wat ze kunnen om veilige plekken te bieden. Plekken waar mensen kunnen bijkomen, met keukens en andere essentiële voorzieningen.
Ze beseffen niet hoeveel goeds hun hulp doet. Het is niet alleen de hulp die ze geven, maar ook de genegenheid die ze de ontvangers laten voelen. Niemand van degenen die hulp ontvangen, weet van wie die hulp afkomstig is. Maar ze voelen wel dat iemand aan hen denkt, dat ze geliefd zijn.
Op een keer brachten we een paar dozen met humanitaire hulp naar een paar oude dames in Sloviansk die onze kok kende. Ze woonden op de negende verdieping. We klommen de trap op, belden aan en werden begroet door een oudere dame en haar verlamde echtgenoot, die een been miste. Ze waren zo blij ons te zien. Terwijl we praatten, gaven we haar de doos. Ze opende hem en je had haar gezicht moeten zien toen ze spullen tevoorschijn haalde die ze al jaren niet meer had gezien. Ze zei: “Wist je dat ik ervan droomde om dit te eten? Hier hebben we niets.” Het was niet alleen dat we haar het eten brachten. Het was het feit dat ze voelde dat iemand genoeg van haar hield om het naar zo'n moeilijke bestemming te brengen.
Ik zou graag willen dat mensen weten dat het zeker is dat God, via onze handen, erin slaagt om mensen die lijden te raken en te omhelzen. En dat ze hen een glimlach, een beetje vreugde, een beetje innerlijke rust brengen. Dank u wel.
Huilende vrouwen, soldaten met emotionele en fysieke wonden, gezinnen die verwoest zijn door onzekerheid. Pater Anton Lässer en Magda Kaczmarek van Kerk in Nood (ACN) doen verslag van drie jaar oorlog in Oekraïne: verhalen van geloof en verdriet, die de diepe wonden van het conflict zichtbaar maken.
De littekens van de oorlog in Oekraïne zijn niet alleen zichtbaar op lichamen. Ze worden ook weerspiegeld in de gezichten van degenen die de oorlog meemaken. In maart 2025 reisden pater Anton Lässer, kerkelijk assistent van Kerk in Nood International (ACN), en Magda Kaczmarek, hoofd Europese projecten van ACN, naar Oekraïne. Het land is nog steeds getekend door de verschrikkingen van een oorlog die al drie jaar duurt. In elke stad en elk dorp op hun reis hoorden ze de verhalen van mensen die alles verloren hebben… maar desondanks hun geloof behouden. Het zijn stemmen die schommelen tussen pijn en hoop.
Een van de meest levendige scènes voor Magda Kaczmarek was de ontmoeting met een groep vrouwen. “Iedereen had iemand verloren: een zoon, een echtgenoot of allebei. Eén van hen hield een stuk van het militaire uniform van haar zoon in haar handen, dat aan het front gevonden was,” herinnert Kaczmarek zich. Pater Anton zei dat de onzekerheid over het overleven van een familielid vaak het ergste was voor deze vrouwen: “Een vrouw met kleine kinderen hoorde pas acht maanden na het laatste contact met haar man, via een DNA-test, dat hij aan het front gestorven was. De zekerheid, zei ze, was makkelijker te verdragen dan de uitputtende maanden ervoor.”
Op de militaire begraafplaats in Lviv, dicht bij de Poolse grens, ontmoetten pater Anton en Magda Kaczmarek, samen met de Latijnse aartsbisschop Mieczyslaw Mokrzycki, een huilende vrouw: “Ze kwam naar ons toe en vroeg of we samen konden bidden,” zei pater Anton. De vrouw snikte en herhaalde: “Waarom, waarom, waarom?” Deze vraag wordt in veel delen van Oekraïne gesteld.
Ze wist niet eens dat haar zoon aan het front was, totdat ze een telefoontje kreeg dat hij gestorven was. Pater Anton nodigde haar uit om een stukje met hem mee te lopen. Magda Kaczmarek legde uit dat toen ze terugkwamen “haar gezicht veranderd was. Ze leek veel kalmer en op de een of andere manier vrediger.” Op dezelfde begraafplaats zei een andere moeder tegen hen: “Mijn zoon heeft hier gespeeld. Nu ligt hij hier begraven.”
Bij een eerder bezoek van Kerk in Nood (ACN), minder dan een jaar geleden, was ongeveer een derde van het gebied bedekt met graven. Nu zijn er meer dan 1.000 graven. Het aangrenzende terrein wordt klaargemaakt voor degenen die niet meer levend naar Lviv zullen terugkeren.
Er zijn echter ook verhalen die hoop geven. In Lviv vond zuster Hieronyma van de Albertijnen een verfomfaaide oude vrouw uit Kramatorsk, een stad in het oosten van Oekraïne in de regio Donetsk. Ze was alles kwijtgeraakt en naar het westen van Oekraïne gevlucht. Ze leefde al maanden op straat. Haar gezicht was verminkt door het lijden. De zuster nam haar op in het tehuis dat zij runnen en dat door de weldoeners van Kerk in Nood (ACN) wordt ondersteund. “Vandaag, na enkele weken van zorg en aandacht, is haar transformatie bijna een wonder. De foto's laten haar voor en na zien. Je kunt het bijna niet geloven. De zusters hebben haar waardigheid en rust teruggegeven,” zegt Magda Kaczmarek.
Een ander aangrijpend verslag gaat over een 22-jarige man die ernstig gewond was geraakt door een granaat. Een eerste levensreddende chirurgische ingreep moest plaatsvinden in het gepantserde voertuig op weg naar het veldhospitaal. Na verschillende operaties in het ziekenhuis was zijn gezicht nog steeds bedekt met metaalsplinters en gezwollen; hij kon niet zien of spreken. In zijn angst om blind te worden vroeg hij de verpleegster met gebaren “zijn ogen te openen”.
Toen hij merkte dat hij iets kon zien, begon hij te huilen van blijdschap. Hij moest nog een aantal operaties ondergaan. “Toen hem gevraagd werd hoe het met hem ging, zei hij tot verbazing van zijn toehoorders dat hij 's nachts niet kon slapen omdat hij gekweld werd door de vraag of hij na zijn herstel naar het front zou terugkeren. Voor zijn familie was dit een grote zorg. Zulke situaties kunnen een zorgwekkende en pijnlijke uithoudingstest worden voor gezinnen,” zegt pater Anton.
De uitdagingen voor de Kerk gaan door. De mensen kennen financiële en materiële nood, waarvoor Kerk in Nood hulp biedt. Maar pater Anton maakt zich vooral zorgen over de innerlijke strijd die veel mensen ondergaan. Het is een strijd tussen christelijke waarden en het gevoel van woede dat wordt veroorzaakt door het lijden. “In deze context van de oorlog is het niet moeilijk om deze gevoelens te begrijpen. Maar het is belangrijk dat mensen eraan werken, om wraak en haat te overwinnen,” benadrukt hij.
Het gaat niet alleen om de wederopbouw van Oekraïne, maar ook om het helen van de geestelijke en emotionele wonden van mensen. Want zoals de snikkende vrouw op de begraafplaats in Lviv bleef vragen: “Waarom? Waarom? Waarom?”, gaat het er niet alleen om de zichtbare littekens van de oorlog te genezen, maar ook de verborgen littekens.
Drie jaar na de grootschalige invasie van Oekraïne op 24 februari 2022 hebben de weldoeners van Kerk in Nood (ACN) meer dan € 25 miljoen beschikbaar gesteld om de katholieke Kerk van beide riten in heel Oekraïne te steunen. De projecten zijn in de loop van de oorlog van aard veranderd. Er zijn nieuwe en belangrijke uitdagingen. Op dit moment is de katholieke hulporganisatie nauw betrokken bij het bevorderen van vormingsprogramma voor traumazorg, waaraan nu meer dan 1.800 priesters, zusters en leken hebben deelgenomen. Er zijn ook programma's en therapiegroepen voor wezen, weduwen en moeders van gevallenen. Alleen al in 2024 hielp Kerk in Nood (ACN) bij het opzetten van vier therapiecentra voor geestelijke en psychologische zorg. Help de Kerk in Oekraïne de slachtoffers van de oorlog bijstaan.
Oekraïense kerkleiders hebben Kerk in Nood (ACN) een kerstwens gestuurd, waarin ze alle weldoeners bedanken voor hun materiële en geestelijke steun tijdens deze drie oorlogsjaren. In hun berichten benadrukken ze de uitdagingen van het land.
“Dank u voor alles wat u doet. Dank u!” zegt de apostolische nuntius in Oekraïne, aartsbisschop Visvaldas Kulbokas, in zijn kerstboodschap aan Kerk in Nood (ACN). Terwijl de oorlog in Oekraïne voortduurt, staat de lokale Kerk voor steeds grotere uitdagingen.
Verschillende kerkleiders hebben hun dankbaarheid betuigd en beschrijven de steun van de weldoeners van Kerk in Nood als cruciaal, zowel voor humanitaire hulp als voor het versterken van het geloof. Wel geven ze aan dat er steeds nieuwe realiteiten opduiken, zoals de toename van psychologisch lijden veroorzaakt door de aanslepende oorlog, en een tekort aan essentiële middelen in veel regio's. Het zijn ontwikkelingen die het overleven van de getroffen gemeenschappen in gevaar brengt.
Danken en bidden
Aartsbisschop Sviatoslav Shevchuk, het hoofd van de Oekraïense Grieks-Katholieke Kerk, drukte tijdens deze adventsperiode zijn dankbaarheid uit namens de hele Kerk en van alle mensen in Oekraïne. Ook hij zei dat de medewerking van Kerk in Nood (ACN) van het grootste belang is geweest: “Dank u voor uw hulp bij het redden van mensenlevens in Oekraïne.”
Aartsbisschop Mieczysław Mokrzycki, die verantwoordelijk is voor de Latijns-katholieken in Oekraïne, bedankte eveneens de weldoeners voor hun humanitaire hulp tijdens de oorlog. Hij vraagt “te blijven bidden en onze priesters en religieuzen te helpen, die met de mensen werken in deze moeilijke periode… en ook te bidden voor een zo spoedig mogelijk einde aan deze oorlog.”
De hulpbisschop van Lviv, Eduard Kava, wees in zijn kerstboodschap op ACN's steun voor de vorming van jongeren. “Dankzij uw steun kunnen we veel goede dingen doen, vooral met de jeugd,” zei hij. “Op dit moment houden we in ons pastoraal centrum in de buurt van Lviv een viering voor jongeren, waar ze samen bidden en trainen om te dienen in de kerk. In deze adventstijd wens ik jullie alvast een zalig Kerstfeest, met al Gods zegeningen. Moge de Heer jullie zegenen en bewaren.”
Hardnekkige noden
Alle vertegenwoordigers van de katholieke Kerk in het land zijn het erover eens dat hulp zeer noodzakelijk blijft. “In gebieden als Kharkiv, Zaporizhzhia en Odessa ontbreekt het de mensen zelfs aan het meest essentiële: brood, water, verwarming en elektriciteit,” zegt aartsbisschop Kulbokas. “In andere regio's is het belangrijkste hulp bij de opvang van vluchtelingen. En natuurlijk de psychologische hulp voor iedereen, niet alleen de militairen en families, maar ook priesters, religieuzen, vrijwilligers. Want drie jaar oorlog heeft veel problemen veroorzaakt op psychologisch niveau.”
De nuntius benadrukt dat hoewel materiële hulp belangrijk blijft, er ook een essentiële behoefte is aan geestelijke hulp tijdens de Advent en de komende Kerstperiode. “Ik wil nogmaals de nadruk leggen op de geestelijke rol van de Kerk: op de verkondiging van het Evangelie, niet alleen onze geestelijke programma's, maar ook op onze geestelijke energie in het brengen van het Evangelie, in het brengen van de vreugde van Christus aan iedereen, aan onszelf maar ook aan de militairen die Oekraïne verdedigen.”
Ondanks het gevaar is een Braziliaanse missionaris in Oekraïne gebleven sinds het begin van de oorlog. Pater Lucas Perozzi dankt de weldoeners van Kerk in Nood (ACN) voor de hulp. Hij vertelt waarom hij zich juist nu blijft inzetten voor de verkondiging van het Evangelie.
Pater Lucas Perozzi bevond zich in Oekraïne toen Rusland in 2022 begon met een grootschalige aanval op het land. Maar in plaats van terug te vluchten naar zijn thuisland Brazilië, bleef hij in het land en dient hij nog steeds een kudde in Kiev. Die vertoont na meer dan 1000 dagen conflict volgens hem steeds meer tekenen van uitputting.
Worden wakker met geluid van sirenes
“We gaan slapen met het geluid van sirenes en we worden wakker met het geluid van sirenes en bombardementen. De sirenes loeien non-stop. Psychologisch zijn de mensen moe, erg bang en zonder hoop. Dan is er ook nog het probleem van de economische crisis. Dingen worden steeds duurder, het is een zeer moeilijke situatie”, vertelt hij aan de internationale hulporganisatie Kerk in Nood (ACN).
Het effect van deze gemoedstoestand is dat mensen, na maanden van paniek wanneer de sirenes klonken, een meer zorgeloze houding hebben ontwikkeld, met een groot persoonlijk risico. “Zo kun je niet leven. De eerste zes maanden renden we naar de bunkers, maar nu niet meer. Als onze tijd komt, zal die komen. Alleen God kent het uur. Het kan een raket zijn of een hartaanval. God is de Heer van het leven. Dat is de realiteit en die hebben we geaccepteerd”, zegt de priester.
Wandeling onder drone-regen
Pater Perozzi bevond zich onlangs ook in een moeilijke situatie, toen hij besloot 's avonds een wandeling te maken om zijn hoofd leeg te maken. “Ik was moe en ging een stukje wandelen om tot rust te komen voordat ik naar bed ging, toen er een drone-aanval plaatsvond. Op hetzelfde moment begon de luchtverdediging de drones te vernietigen en ik was getuige van het hele gebeuren. Plotseling merkte ik dat er stukken van de anti-drone raketten om me heen vielen, als regen. Ik kon grote stukken metaal horen versplinteren op de vloer. Ik dacht 'in hemelsnaam. Ik heb zo lang in deze oorlog overleefd en nu ga ik dood aan zoiets stoms?'. Ik rende met mijn handen boven mijn hoofd en het lukte me om thuis te komen zonder geraakt te worden”.
Zoeken opgegeven
Ondanks de algemene uitputting door de oorlog blijft pater Perozzi toegewijd aan zijn missie, ook al wordt het steeds moeilijker om deze uit te voeren. “Onze missie is het verspreiden van het evangelie, maar dat is niet gemakkelijk. Mensen hebben hoop nodig, ze hebben God nodig, het heilige. Niets troost hen meer. Ze hebben het zoeken opgegeven. Ze zijn apathisch geworden, gedesillusioneerd.”
Een van de weinige lichtpuntjes in deze situatie is de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood (ACN), die de katholieke Kerk in Oekraïne blijft steunen. “Alle parochies hebben hulp gekregen om zomerkampen voor kinderen te organiseren, wat heel belangrijk is, want ze leven in een staat van constante onrust. De constante stress leidt tot onderlinge spanningen. Het is dus belangrijk om ze uit die sfeer te halen. In mijn parochie hielden we een kamp in de bergen, waar geen luchtalarmsirenes of raketten waren, en waar ze konden rusten, spelen, met elkaar praten en we pastorale zorg konden bieden, de Mis konden vieren en catechese gaven.”
Traumazorg
Een ander centraal aspect van de missie van de kerk in deze tijd van oorlog is het bieden van traumazorg, waarvoor een specifieke training nodig is die Kerk in Nood (ACN) helpt te bieden. “We moeten gekwalificeerd zijn om te kunnen werken met mensen die aan het front hebben gestaan, met ouders die hun kinderen hebben verloren, kinderen die hun ouders hebben verloren. Alles heeft te maken met trauma, wat niet gemakkelijk is. Dit is nieuw voor ons. Maar we doen alles met dankbaarheid, ik ben blij met mijn missie en klaar om die uit te voeren. Zolang we leven, hebben we de missie om het evangelie te verkondigen!”, besluit pater Perozzi.
Bisschop Vitaly Krivitskiy van het Latijnse bisdom Kyiv-Zhytomyr leeft al twee jaar in oorlogstijd. Geconfronteerd met een ontredderde bevolking maakt hij van zijn parochies heiligdommen van geloof. Ook bereidt hij zijn priesters voor om “geestelijke eerste hulp” te bieden aan soldaten aan het front.
Op 52-jarige leeftijd leidt bisschop Vitaly Krivitskiy een bisdom van 70 priesters, die allemaal dagelijks geconfronteerd worden met ellende als gevolg van de oorlog die in hun land woedt. Ze zijn getuige van de rouw, de angst voor de toekomst, de stroomstoringen en alle armoede. “Naast hun gewone pastorale werk voeren ze ook sociale actie als een steeds belangrijker onderdeel van hun activiteiten,” legt bisschop Krivitsky uit aan Kerk in Nood (ACN).
Toen de “Speciale Militaire Operatie” eind februari 2022 door Rusland werd gelanceerd, schreef de bisschop aan zijn priesters: “Als u moet vertrekken, omdat u oordeelt dat het onmogelijk is om te blijven, zal niemand u veroordelen. Maar uw parochianen hebben u nodig.” Geen van hen koos ervoor om zijn post te verlaten, ook niet de 15 buitenlandse priesters die als missionaris werkzaam zijn in zijn bisdom.
Parochies als veilige havens
Om de noodsituatie in goede banen te leiden, gaf de bisschop de opdracht dat de parochies veilige toevluchtsoorden moesten worden voor alle vluchtelingen. Dat ze kelders of crypten ombouwen tot schuilplaatsen, dat ze voorraden drinkwater, benzine en elektrische generatoren aanleggen.
“Ik wil dat onze parochies burchten worden waar de oorlog geen vat op heeft,” legt de bisschop uit aan Kerk in Nood (ACN). “Plaatsen waar je warm kunt zitten, beschermd tegen de bommen, maar ook waar je met een priester kunt praten en een zekere troost kunt ontvangen.”
Geestelijke noodhulp voor soldaten
In drie mobiele keukens kunnen 1.000 maaltijden per dag worden bereid voor de meest behoeftigen. Altijd met de bedoeling om de bevolking uit de oorlog te halen. Ook worden er met de hulp van Kerk in Nood (ACN) zomerkampen voor jongeren georganiseerd. Aan het front vraagt de bisschop vrijwillige priesters om “geestelijke noodhulp” te verlenen. Zij moeten er de soldaten ondersteunen die met wanhoop worden geconfronteerd. Ze verdelen ook “geestelijke noodpakketten”, een Bijbel en een rozenkrans.
Maar het verstrijken van de tijd eist zijn tol op deze maatregelen. De generatoren, die niet ontworpen zijn om permanent gebruikt te worden, raken versleten. “Onze middelen nemen af,” merkt de bisschop bedroefd op.
Mobilisatie zonder uitzondering
Er is nog een ander zorgwekkend onderwerp, aangezien de regering heeft gezegd dat ze alle mannen “zonder de minste uitzondering” zal mobiliseren. Dit zou ook priesters kunnen omvatten, en deze maatregel zou de inspanningen van bisschop Krivitsky teniet kunnen doen.
De Oekraïense autoriteiten, die net als het hele land geraakt worden door het secularisme, zouden voor de extreme oplossing kunnen kiezen om priesters zonder onderscheid in te schrijven. De bondgenoten van Oekraïne, noch het maatschappelijk middenveld zouden zo'n maatregel op prijs stellen, maar de moeilijke militaire situatie zou als voorwendsel gebruikt kunnen worden om door te gaan.
“We praten nooit over de verre toekomst”
De komende winter dreigt verschrikkelijk te worden voor het land, onderhevig aan aanvallen van de Russische artillerie. Het elektriciteitsnet, dat al voor 80% verwoest is, zou nog vaker kunnen uitvallen, wat het leven voor de burgerbevolking onmogelijk zou maken. De bisschop kijkt echter niet te ver vooruit. “We spreken nooit over de verre toekomst. We vragen ons alleen af wat we kunnen doen om op deze of gene noodsituatie te reageren.”
Op dit moment heeft hij vooral gebed nodig: “Het zijn niet alleen woorden: als je voor je naaste bidt, zijn er echte effecten,” verzekert de prelaat. Verder hoopt hij de winter door te komen. Dat hangt vooral af van de generatoren, want die zijn de enige toevlucht als tijdens de ijskoude winter de elektriciteit uitvalt.
Sinds het begin van de oorlog hebben de vele weldoeners van Kerk in Nood (ACN) wereldwijd priesters gesteund in hun pastorale missie onder de gelovigen in extreem moeilijke omstandigheden met pastorale en noodprojecten en Misintenties.
Tijdens zijn bezoek aan het internationale hoofdkantoor van Kerk in Nood (ACN) sprak bisschop Pavlo Honcharuk van het rooms-katholieke bisdom Kharkiv-Zaporizhzhia met de liefdadigheidsinstelling over de situatie ter plaatse. Tijdens het gesprek benadrukte de bisschop, die een van de grootste bisdommen in Europa leidt, het belang van pastorale zorg in de regio, die direct aan de Russische grens ligt en zwaar onder vuur ligt. Volgens de media heeft Rusland alleen al in juni 2024 zo'n 700 geleide bommen afgevuurd op Kharkiv, de op één na grootste stad van Oekraïne.
De stad Kharkiv ligt op slechts 30 km van de Russische grens. Sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog ligt de stad regelmatig zwaar onder vuur en is nu zwaar beschadigd. Kunt u ons vertellen over de huidige situatie?
We leven van uur tot uur. S-300 raketten afgevuurd vanaf Russische zijde raken Kharkiv in minder dan 39 seconden. Omdat de raket zo snel vliegt, landt hij eerst en daarna komt de luchtaanvalwaarschuwing. Iedereen die binnen 70 km van het front woont, komt als eerste in de Russische vuurlinie terecht. In Oekraïne is er echter geen veilige plek. De aanvallen kunnen overal plaatsvinden.
Hier in Kharkiv gaat de waarschuwing voor een luchtaanval bijna non-stop af. Ook elk uur van de nacht. Veel mensen durven nog steeds niet naar buiten. Er zijn veel zelfmoorden, omdat mensen niet weten wat er gaat gebeuren. De scholen en kleuterscholen zijn gesloten. Veel kinderen leren in ondergrondse stations. Ik ken een lerares die elke dag naar een plek in de buurt gaat waar ze Wi-Fi heeft en van daaruit online lessen geeft aan haar studenten, die nu verspreid zijn over 18 landen. Alles is verwoest. De mensen hebben geen huizen, geen appartementen... een 73-jarige man kwam naar ons toe en had niets bij zich. Gelukkig was hij buiten toen de raket zijn huis raakte. Maar alles is weg. We hebben kleding voor hem gekocht.
Hoe is de situatie voor de lokale kerk?
Ik heb een heel groot bisdom, maar een kwart ervan is bezet en in dat deel zijn er geen priesters meer. Voor de oorlog in 2014 hadden we 70.000 gelovigen in ons bisdom. Nu zijn dat er nog maar 2.500.
Ook al is alles hier instabiel, er is één ding dat niet verandert: we moeten de lopende kosten voor gas, water en elektriciteit betalen, zodat de priesters en religieuzen hun bestaan veilig kunnen stellen. De gelovigen kunnen ons niet steunen, ze hebben alles verloren. Daarom dank ik Kerk in Nood uit de grond van mijn hart dat ze er zijn en ons helpen. Priesters en religieuzen zijn onvervangbaar. Ze zijn een teken van stabiliteit en veiligheid. De mensen zeggen: als er een priester is, kan ik ook blijven. Ze hebben onze aanwezigheid gewoon nodig. Eenzaamheid is heel moeilijk te verdragen, vooral als je een geliefde hebt verloren.
Wat is de belangrijkste taak van de Kerk in deze sombere situatie?
Onze missie is om Christus en zijn woord te verkondigen. Gebed is het grootste wapen. Veel mensen vragen: wanneer zal de oorlog eindigen? Er is geen antwoord. Maar we moeten niet stoppen met bidden.
Maar net zo belangrijk is het om er voor de mensen te zijn, hen te begeleiden, hun lasten met hen te dragen, met hen te bidden, hen te dienen. En middelen zoeken om hen te helpen deze moeilijke tijd te boven te komen. Het gaat niet alleen om materiële hulp, maar ook om psychologische hulp. Het is belangrijk dat iemand begrijpt wat er in hem omgaat, zodat hij zichzelf niet veroordeelt, want met angst komt ook agressie. Dat is normaal in een oorlogssituatie. Dan moet je erover praten. We hebben weinig specialisten en deskundigen en dat is een probleem.
Kerk in Nood heeft steun gegeven aan psychologische vorming voor priesters, religieuzen en vrijwilligers in verband met oorlogsverwondingen. Dat is zo belangrijk en daar zijn we erg dankbaar voor!
U bent zelf ooit militair aalmoezenier geweest en bent nu verantwoordelijk voor alle militaire aalmoezeniers van de Katholieke Bisschoppenconferentie. Kunt u uitleggen hoe hun werk eruit ziet?
Een militaire aalmoezenier houdt zich bezig met de pastorale zorg voor de mannen aan het front, maar ook voor hun gezinnen. We hebben 46 militaire aalmoezeniers in mijn bisdom. Elke jonge man aan het front is een eenzame strijder. Hij voelt zich erg alleen, omdat er maar weinig mensen zijn aan wie hij kan vertellen hoe het met hem gaat. Hij zou geen psycholoog in vertrouwen nemen, omdat hij die niet vertrouwt, en ook zijn familie niet, omdat hij die zou willen beschermen. Wat deze mannen in hun ziel hebben is een nachtmerrie. Daarom is een militaire aalmoezenier zo belangrijk. Hij luistert naar wat mannen op hun ziel hebben. Je weet vaak niet wat je moet zeggen, je bent er gewoon.
Welke ervaringen hebben u de afgelopen tijd bijzonder getekend?
Het is natuurlijk heel moeilijk als ik families moet vertellen dat hun zoon of echtgenoot is omgekomen. Vaak wordt de bisschop gevraagd om dat te doen... Ik was vooral ontroerd door een ervaring in een dorp vlakbij het front. Daar stierf een vrouw en we wilden haar begraven, maar de plaatselijke orthodoxe priester vond dat te gevaarlijk. Toch ging ik. De mensen daar waren pro-Russisch, ze wilden niet met ons praten en waren erg agressief. De begrafenis vond plaats in een kelder, zonder elektriciteit. Ik deelde kaarsen uit. Er waren ongeveer 10 mensen. Ze keken me aan - ik keek in lege ogen en kreeg kippenvel. Het was donker en het was zo moeilijk. Het dode lichaam werd neergelegd. Voordat ik voor de dode vrouw bad, begon ik eerst te bidden voor de mensen die voor me stonden: "Lieve God, kom alstublieft in de harten van de mensen hier..." Toen we boven kwamen, zag ik eindelijk de mensen in het daglicht, ze hadden gehuild. De vrouw die in het begin het meest agressief was geweest, vroeg me opnieuw te bidden. Ik vroeg haar waarom. Ze zei: "Toen je bad, werd mijn hart zo licht." De anderen bevestigden het. Ze herhaalden mijn gebedswoorden. God had hun harten aangeraakt. Voor deze mensen is de oorlog beëindigd. Want oorlog begint in het hart en eindigt daar.
Veel mensen hebben Kharkiv verlaten vanwege de voortdurende bombardementen. Heeft u er zelf aan gedacht om de stad te verlaten?
Nee, ik blijf. Mijn plaats is hier. De lokale mensen hebben me nodig. Als ik Kharkiv verlaat, zal dat met de allerlaatste auto zijn.
Kerk in Nood steunt de Kerk in Oekraïne al tientallen jaren. Sinds het begin van de invasie heeft het in het Latijnse bisdom Kharkiv-Zaporizhzhia noodhulp gefinancierd voor religieuzen, hulp voor 25 parochies en warmtepompen voor verschillende parochies en voor de curie. Daarnaast ontvangen veel priesters misintenties van weldoeners van Kerk in Nood die bijdragen in hun levensonderhoud en hebben priesters, religieuzen en vrijwilligers psychologische vorming gekregen.
Religieuze zusters in Oekraïne zijn bijna uitgeput. Ze openen hun kloosters voor vluchtelingen, troosten wanhopige vrouwen en kinderen en verzorgen gewonden. U kunt veel voor hen betekenen.
Miljoenen vluchtelingen
Na een jaar oorlog zijn in Oekraïne miljoenen mensen op de vlucht - vooral vrouwen en kinderen. Sommigen zijn naar het buitenland gereisd, maar velen hopen nog steeds naar huis te kunnen terugkeren. Zij hebben uw steun meer dan ooit nodig.
Opvang hele gezinnen in weeshuizen
144 zusters helpen wie alles verloren hebben. Zo ook de ‘Dienaressen van Maria‘ die 30 gezinnen in hun weeshuizen hebben opgenomen. Met uw gift zorgen ze voor voedsel, kleding en hygiëneproducten.
Geestelijke steun
De zusters zijn erg begaan met de kinderen, die vaak vreselijke dingen hebben meegemaakt. De gezinnen vinden hier ook geestelijke steun. "We bidden 's avonds samen de rozenkrans in onze kloosterkapel. Als de alarmsirenes loeien, schuilen we in de kelder voor de dreiging van luchtaanvallen", legt een van de zusters uit.
Duizenden ontheemde gezinnen zijn afhankelijk van hun steun. Helpt u mee?
"Ik vraag dat God het werk van Kerk in Nood wil zegenen."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
Telefoonnummer call centre (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD