Het overlijden werd aangekondigd door pater Louis Gonzaga Dang Hung Tan, abt van het Thien An klooster in de provincie Thua Thien Hue, dat pater Nguyen Huyen Duc van 2014 tot 2017 had geleid. Het Thien An klooster staat al jaren in het middelpunt van een geschil met de autoriteiten over de grond rond het klooster, die de benedictijnse gemeenschap sinds de jaren veertig in bezit had. Het klooster, dat op 10 juni 1940 werd opgericht door Franse missionarissen, is vaak het doelwit van aanvallen door misdadigers die zijn ingehuurd om de katholieken bang te maken en hen ervan te overtuigen het gebied te verlaten. De intimidatie werd nog verergerd door politie-invallen waarbij agenten bij verschillende gelegenheden het bouwwerk binnendrongen en dreigden het te bezetten.
Toen hij nog in Vietnam was, heeft pater Nguyen Huyen Duc deze gewelddadige aanvallen vaak veroordeeld. “Wij willen op vreedzame wijze gerechtigheid zoeken om het wettelijk eigendom van de kerk te beschermen tot onze laatste adem”, had hij in 2017 verklaard.
In een brief aan Benedictijnse monniken waarin hij zijn gezondheidsproblemen uitlegt, vertelde pater Nguyen Huyen Duc hoe hij ondraaglijke pijnen kreeg en zijn haar verloor na het drinken van koffie en thee aangeboden door twee bezoekers tijdens Tet, het Nieuwe Maan-feest in 2016. Toen hij voor behandeling naar Duitsland was gereisd, stelden artsen vast dat hij longkanker in het eindstadium had, waarbij ze ook vermoedden dat hij vergiftigd was.
In september 2019 wilde hij, ondanks zijn verslechterende gezondheidstoestand, terugkeren naar Vietnam. Maar eenmaal aangekomen in Hanoi hadden veiligheidsfunctionarissen hem bevolen het land te verlaten “voor zijn eigen veiligheid en in het belang van het klooster.” Enkele weken eerder had het volkscomité van de provincie Thua Thien Hue de oversten van de benedictijnen in Vietnam geschreven met het verzoek pater Duc niet opnieuw aan te stellen als overste van het klooster Thien An en hem geen enkel ambt in de provincie toe te wijzen. De overheid beschuldigde de monnik van het kappen van pijnbomen in de bossen van door de overheid gecontroleerde openbare grond, waardoor hij aanzette tot nationale haat.
Het Thien An klooster had bij zijn oprichting in 1940 107 hectare grond. Na 1975 nam de communistische regering onmiddellijk 57 hectare land van het klooster af en wees het toe aan een bosbouwbedrijf. Vervolgens werd in 2000 bijna alle resterende grond geconfisqueerd en toegewezen aan een toerismebedrijf. De Benedictijnen hielden slechts 6 hectare over, waarop het klooster staat.
Bron: AsiaNews