Verhalen over ontvoeringen van christelijke en yezidi-meisjes in het Midden-Oosten, doodstraffen vanwege blasfemie in Pakistan en aanslagen op kerken in Nigeria halen regelmatig het nieuws. Maar kent u het 'grote plaatje' van de ontwikkelingen rondom godsdienstvrijheid wereldwijd? Alles wat u moeten weten over dit 'vergeten' mensenrecht.
Gewelddaden, gepleegd in de naam van een godsdienst, blijven het internationale nieuws beheersen. We ontkomen niet aan de indruk dat religieus geïnspireerd terrorisme niet alleen wijdverbreid is, maar ook toeneemt. Het rapport van 2021 is een trieste bevestiging van deze constatering. Hieronder vindt u regelmatig nieuwsupdates van schendingen van de godsdienstvrijheid.
In vogelvlucht: In 62 landen van de 196 landen wereldwijd worden mensen - vaak minderheden - geconfronteerd met zeer ernstige schendingen van de godsdienstvrijheid. In deze landen wonen bijna 5,2 miljard mensen, want tot de ergste overtreders behoren enkele van de dichtstbevolkte landen ter wereld (China, India, Pakistan, Bangladesh en Nigeria).
Wilt u meer weten over speifieke landen of thema's in het rapport? Kijk dan op Religious Freedom Report in the World 2023.
Ondanks dat priesters en catechisten de belangrijkste doelwitten zijn van terroristen in Burkina Faso, heeft het land de afgelopen jaren een groei gezien in priesterroepingen. Het ondersteunen van deze toekomstige priesters in hun vorming is een van de prioriteiten van Kerk in Nood (ACN).
Vanwege de ernstige veiligheidscrisis als gevolg van terrorisme moesten sommigen afzien van een gezinsbezoek. “Niet iedereen weet waar hij heen moet tijdens de kerstvakantie,” vertelt pater Guy Moukassa Sanon aan de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN). De rector van het Sint-Petrus en Paulus seminarie van Kossoghin in Ouagadougou, legt uit dat voor deze jonge mannen naar huis gaan levensgevaarlijk zou zijn. Velen verbleven daarom in diocesane centra, gastgezinnen of werden uitgenodigd door andere seminaristen om de vakantie door te brengen bij hun familie in veiligere gebieden.
40% seminaristen uit “rode zone”
Bijna 40% van de seminaristen komt uit bisdommen in de “rode zone” die zwaar getroffen zijn door terrorisme. Ondanks alle moeilijkheden blijft het aantal seminaristen in het land groeien. Alleen al bij het Sint-Petrus en Sint-Paulusseminarie is hun aantal gestegen van 254 in het academisch jaar 2019-2020 naar 281 voor 2024-2025.
In het verleden namen sommigen het risico om zich bij hun familie te voegen. Voor Marius, een derdejaars student filosofie aan het Sint-Petrus en Sint-Paulus seminarie, eindigde het in een tragedie. In 2022 werd hij ontvoerd toen hij op weg was naar zijn vader in een afgelegen dorp dat onder controle stond van terroristen. Zijn lichaam is nooit gevonden, maar de familie is ervan overtuigd dat hij is vermoord.
Terroristen goed op de hoogte
“Sommige seminaristen zijn ternauwernood ontsnapt,” vertelt de rector. “Een van hen ging bijvoorbeeld naar huis om de vakantie met zijn familie door te brengen. Terwijl hij buiten het huis was, kwamen de terroristen aan. Hun eerste doelwit was zijn vader, een catechist, die op dat moment gelukkig niet thuis was. De terroristen, die goed op de hoogte waren, eisten echter de zoon van de seminarist op. Toen hij hun dreigementen hoorde, klom hij over een muur en vluchtte 's nachts de velden in. Hoewel de terroristen achter hem aan gingen, slaagden ze er niet in hem te vinden. Hij verstopte zich een hele dag en wachtte tot het gevaar geweken was voordat hij naar huis terugkeerde.”
Dat zoveel jonge Burkinabés ondanks de veiligheidscrisis priester willen worden, is volgens pater Sanon te danken aan goed roepingenwerk. Ook ontmoeten deze mannen in hun dagelijks leven gemakkelijk mensen “die op een duidelijke manier getuigen van de liefde van Christus”. Omdat de secularisatie in Burkina Faso nog niet zo aanwezig is als in Europa, legt pater Sanon uit dat het ontwaken van een roeping gemakkelijker is “dan in een materialistische context waar je niets van God verwacht”.
Te weinig ruimte
De rector vertelt dat het aantal seminaristen in zijn seminarie zo groot is dat er niet eens genoeg ruimte is voor hen allemaal. “We hebben gemeenschapsruimtes omgebouwd tot kleine eenheden die van elkaar gescheiden zijn door scheidingswanden om hen onderdak te bieden. De omstandigheden zijn echter verre van ideaal voor hun studie, en zelfs dat was niet genoeg om iedereen te kunnen ontvangen, dus hebben we 22 seminaristen buiten moeten opvangen en nog eens 11 naar een seminarie in Mali moeten sturen.”
Pater Sanon benadrukt het belang van een goede vorming van toekomstige priesters voor de geloofwaardigheid van de kerk. “Het is cruciaal dat toekomstige priesters authentiek kunnen getuigen van hun geloof, dat ze Christus echt persoonlijk hebben kunnen ontmoeten, dat het Evangelie hun voedsel en hun passie is.”
Samenleven met andere religies
Een andere grote uitdaging in de vorming van toekomstige priesters ligt in de maatschappelijke bezorgdheid over het naast elkaar bestaan van verschillende religies, die verergerd is door de veiligheidssituatie in Burkina Faso: “Er zijn verschillende terroristische groeperingen in Burkina Faso. Sommigen doden mensen zonder onderscheid, of ze nu moslim of christen zijn. Anderen daarentegen, die de sharia willen opleggen, richten zich rechtstreeks op christenen.
Vóór het terrorisme was het samenleven van moslims en christenen geen probleem, zelfs niet in onze families, die vaak uit verschillende religies bestonden. Veel seminaristen hebben moslimouders en hoewel dat in het begin misschien tot teleurstelling leidde, was het uiteindelijk geen probleem. Maar als je vandaag de dag niet oppast, kan de sociale cohesie in gevaar komen. Daarom is het van cruciaal belang om toekomstige priesters te vormen die de gemeenschap bevorderen, omdat de Kerk, ten dienste van de samenleving, moet werken aan eenheid.”
Omdat de bisdommen van Burkinabé vaak niet in staat zijn om de nodige financiële middelen te mobiliseren voor een kwalitatief goede seminarieopleiding, steunt Kerk in Nood hen in deze belangrijke taak. “Ik wil mijn diepe dankbaarheid uitspreken aan Kerk in Nood en al haar gulle weldoeners die opofferingsgezind geven zodat we de toekomstige priesters van Burkina Faso kunnen vormen,” zegt pater Sanon. “Sommige van onze seminaristen bevinden zich in een precaire situatie; ze krijgen geen hulp van hun familie, omdat deze in een erbarmelijke situatie verkeert: ontheemd of verhinderd door de terroristen om de oogst binnen te halen. Dankzij de steun van de weldoeners kunnen we hun opleiding en die van hun leraren financieren.”
In 2024 steunden de weldoeners van Kerk in Nood zes bisdommen in Burkina Faso bij de vorming van seminaristen.
In het West-Afrikaanse land Guinee-Bissau bidden en vasten katholieken met grote regelmaat voor vrede en eenheid. Verdeeldheid en conflicten blijven het land, bijna 50 jaar na de onafhankelijkheid van Portugal parten spelen, grotendeels gevoed door welig tierende corruptie en geld van de drugshandel.
Kerkleiders roepen de politieke autoriteiten op om te luisteren naar de zorgen van het volk. “De waarheid kan Guinee-Bissau bevrijden, vooral op zo'n delicaat moment als dit. De mensen van Guinee-Bissau hebben genoeg van verdeeldheid, strijd, geweld, bedreigingen en wreedheid,” zei de vicaris-generaal van het bisdom Bissau, pater Davide Sciocco, tijdens een Mis in oktober in de kathedraal van Bissau.
Politieke crisis
De oproep kwam op een moment dat het land een diepe politieke crisis doormaakt. De president ontbond het parlement namelijk al in december 2023, onder het mom van een staatsgreep. Hij had verkiezingen uitgeschreven voor afgelopen november, maar stelde deze uit precies op een dag van gebed en vasten waartoe de katholieke Kerk had opgeroepen.
De diocesane administrator van Bafatá, pr. Lucio Brentagani, schetst dan ook een hard beeld van de huidige realiteit in Guinee-Bissau. “Er is veel honger: veel patiënten kunnen geen gezondheidswerkers vinden omdat ze staken. En er zijn veel interne problemen: studenten willen naar school, maar kunnen dat niet omdat het onderwijssysteem een puinhoop is,” zei hij tijdens een viering in de kathedraal van Bafatá.
“We roepen onze gouverneurs, politici, militairen, magistraten en politie op om hun ogen en oren niet te sluiten voor de noodkreet van de arme mensen, van zoveel gezinnen die niet genoeg te eten hebben.”
Bezorgdheid over terroristen
Christenen vormen een minderheid van iets minder dan 20% in Guinee-Bissau, dat overwegend islamitisch is, met een grote populatie aanhangers van traditionele geloven. De katholieke kerk speelt echter een belangrijke rol op het gebied van gezondheidszorg en onderwijs.
Volgens het rapport over godsdienstvrijheid 2023 van Kerk in Nood (ACN) kent Guinee-Bissau over het algemeen een sterke interreligieuze harmonie. Er is echter bezorgdheid dat terroristische groeperingen, die het land zijn binnengekomen, de economische en sociale ontberingen kunnen gebruiken om jongeren de wapens te laten opnemen.
In 2022 werd een kerk aangevallen en vernield, maar tot nu toe is dit een geïsoleerd incident gebleven. Deze bezorgdheid wordt gevoed door incidentele agressieve vormen van evangelisatie door sommige groepen ‘Pentecostals’. In de afgelopen vijf jaar heeft Kerk in Nood (ACN) dankzij haar weldoeners ongeveer 40 projecten kunnen steunen in Guinee-Bissau.
Een islamistische groepering in Mali is onlangs begonnen belasting op te leggen aan alle christenen boven de 18 jaar in Douna-Pen. Volgens informatie ontvangen door de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN), is het grootste christelijke dorp in het oosten van Koro, Mopti, daarmee het tweede dorp waar de jizya-belasting door extremisten is ingevoerd.
Volgens bronnen van ACN, die om veiligheidsredenen anoniem wilden blijven, vormt de betaling van omgerekend € 35 een voorwaarde voor de vrije beoefening van godsdienst. Volgens de bronnen hebben de extremisten onlangs ongestraft geld ingezameld van de gemeenschap. Wie niet kon of wilde betalen, werd gewaarschuwd dat het alternatief de gedwongen sluiting van hun gebedsplaatsen zou zijn.
Jizya
De zorgwekkende situatie begon in het dorp Dougouténé, waar de inwoners voor het eerst werden opgeroepen om de zogenaamde jizya, een religieuze belasting, te betalen. Nu wordt Douna-Pen met hetzelfde probleem geconfronteerd. Lokale bewoners vrezen dat de praktijk zich naar andere dorpen verspreidt, waardoor de godsdienstvrijheid en de lokale veiligheid verder in gevaar komen.
Islamitische extremisten eisten eerder al de sluiting van de protestantse en katholieke kerk in Douna-Pen. Tijdens een broze vrede was het de bewoners een tijdje toegestaan om hun geloof te belijden, maar zonder muziekinstrumenten tijdens de eredienst, wat al een duidelijke beperking van hun godsdienstvrijheid betekende.
Escalatie
Een van de vertrouwelijke bronnen toonde zich zeer bezorgd over deze escalatie van wat al een moeilijke situatie is, en zei “We worden verondersteld in een seculiere staat te leven, waar zulke praktijken niet zouden mogen plaatsvinden, maar helaas wordt dit onze nieuwe realiteit. Als de autoriteiten niet ingrijpen, zal de bevolking belastingen rechtstreeks in de kas van de terroristen storten, die onder de vlag van het jihadisme in de Republiek Mali opereren.” De bron voegde eraan toe: “We weten dat het land groot is en dat hetzelfde op andere plaatsen gebeurt, maar als we hier niet snel iets doen, zullen de gevolgen rampzalig zijn. Hier worden mensen afgeslacht als ratten!”
Douna-Pen ligt in de gemeente Dioungani en heeft een aanzienlijke christelijke bevolking. Het meest recente geval van financiële afpersing is het laatste hoofdstuk in een geschiedenis van geweld en vervolging in de regio. De situatie wordt nog verergerd door het gebrek aan basisinfrastructuur, zoals wegen en watervoorziening. De geïsoleerde ligging heeft onder meer geleid tot de sluiting van scholen door gebrek aan veiligheid.
Hulproep naar leiders Mali
Er wordt gevreesd dat de gedwongen betalingen aan extremistische islamitische groeperingen tot diepe verdeeldheid onder de bevolking zullen leiden, waardoor het vertrouwen in de regering zal afnemen en de fragiele stabiliteit van de regio verder zal worden aangetast. Veel inwoners zijn bang om in de steek gelaten te worden door de Malinese staat.
De bron sloot af met een welgemeend verzoek: “Dit is de schreeuw van een burger die nog steeds gelooft in de Republiek Mali en in haar leiders. We hebben onmiddellijke actie nodig om te voorkomen dat een religieus conflict dit land in zijn greep krijgt. Moge God ons helpen.”
Tijdens de jaarlijkse conferentie van het Internationaal netwerk van katholieke wetgevers (ICLN) op 24 augustus uitte paus Franciscus zijn bezorgdheid over de wereldwijde afname van godsdienstvrijheid. Hij dankte Kerk in Nood (ACN) voor het “heel belangrijke” tweejaarlijkse rapport waarvan hij een samenvatting overhandigd kreeg.
Meer dan 100 politici van over de hele wereld kwamen bijeen in het Vaticaan om te debatteren over katholieke perspectieven op de toenemende spanningen en gewapende conflicten die momenteel plaatsvinden. Daarbij uitte de Heilige Vader zijn bezorgdheid over het groeiende aantal aanvallen op de godsdienstvrijheid op de vijf continenten. De paus beloofde ook te blijven bidden voor allen die vervolgd worden om hun geloof.
Schendingen in 61 landen
De samenvatting van het rapport werd op 24 augustus in het Apostolisch Paleis aan paus Franciscus overhandigd door Marcela Szymanski, hoofd Belangenbehartiging van Kerk in Nood (ACN) International. Het rapport uit 2023 laat zien dat religieuze vervolging de afgelopen jaren is toegenomen en dat aanvallen op de vrijheid van godsdienst steeds vaker onbestraft blijven. Liefst 61 van de 196 landen in de wereld kennen aanzienlijke schendingen, waar meer dan 62% van de wereldbevolking leeft. In Afrika, waar in bijna de helft van de landen (40%) veel vervolging voorkomt, is de godsdienstvrijheid het meest afgenomen.
Vrede via interreligieuze dialoog
Paus Franciscus heeft vaak gesproken over godsdienstvrijheid en de vervolging van christenen. Op 8 januari 2024, tijdens zijn jaarlijkse ontmoeting met bij de Heilige Stoel geaccrediteerde diplomaten, riep hij op om een einde te maken aan religieus gemotiveerd geweld. Hij verklaarde toen dat “de weg naar vrede ook loopt via de interreligieuze dialoog, die vóór alles de bescherming van godsdienstvrijheid en respect voor minderheden vereist.” De toename van vervolging en discriminatie van christenen noemde hij verontrustend.
Enige niet-gouvernementele rapport
Het rapport Godsdienstvrijheid in de wereld analyseert de wereldwijde situatie voor dit fundamentele recht in alle landen en voor alle religies, zoals erkend in artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het is het enige rapport in zijn soort dat door een niet-gouvernementele organisatie wordt gepubliceerd.
Het rapport wordt sinds 1999 elke twee jaar door Kerk in Nood (ACN) gepubliceerd en is geschreven door onafhankelijke deskundigen, universitaire onderzoeksteams en onderzoekscentra op verschillende continenten. Het bestaat uit meer dan 700 pagina's en is beschikbaar in zes talen: Duits, Spaans, Frans, Engels, Italiaans en Portugees. De redactie van het Religious Freedom Report werkt al aan het volgende rapport, dat in 2025 zal verschijnen.
Foto: © Vatican Media
Een wijziging in de wet op het christelijk huwelijk betekent dat meisjes en jongens in de Pakistaanse regio rond Islamabad niet jonger dan 18 jaar kunnen trouwen. De Kerk hoopt dat de wijziging helpt de vele ontvoeringen en gedwongen huwelijken en bekering van christelijke meisjes in te dammen.
De katholieke Kerk in Pakistan heeft de ondertekening van een wetswijziging van de wet op het christelijk huwelijk toegejuicht, waardoor de huwelijksleeftijd voor zowel jongens als meisjes wordt verhoogd naar 18 jaar.
Eerste stap
Hoewel de reikwijdte beperkt is - de wet geldt alleen voor christenen in het Islamabad Capital Territory - hopen kerkleiders dat dit de eerste stap is in een overkoepelend plan. “Vaak, wanneer meisjes worden ontvoerd, kunnen ze gemakkelijk ergens naartoe worden gebracht waar de huwbare leeftijd 16 is. Soms zullen de moslims zeggen dat ze al de huwbare leeftijd hebben. Maar wij christenen zeggen dat ze helemaal niet mogen trouwen voor hun 18e, omdat ze nog kinderen zijn,” aldus bisschop Samson Shukardin, de voorzitter van de Pakistaanse bisschoppenconferentie, tegenover Kerk in Nood.
“Dit geeft ons een beetje gemoedsrust; geen volledige gemoedsrust, maar wel een beetje. In deze situaties hebben we tenminste gronden om een zaak te beginnen tegen mensen die minderjarigen van onder de 18 hebben ontvoerd en uitgehuwelijkt,” zei hij tegen de katholieke hulporganisatie over de nieuwe wet.
Ontvoeringen ernstig probleem
Ontvoering, gedwongen bekering en uithuwelijking van kinderen is een ernstig probleem in Pakistan dat nog niet adequaat is aangepakt door de civiele autoriteiten. “Het probleem is dat er ontvoeringen en bekeringen plaatsvinden en dat we onze stem al vaak hebben laten horen, maar dat er tot dusver weinig is gedaan,” zegt bisschop Shukardin.
De Kerk hoopt deze strijd nu voort te zetten door te proberen de huwelijksleeftijd te verhogen naar 18 jaar voor alle Pakistanen, ongeacht religie of geografie. Succes in deze strijd zou de vrijlating van slachtoffers van ontvoering en gedwongen huwelijken veel gemakkelijker maken, geloven de bisschoppen.
In een gezamenlijke verklaring die de Nationale Commissie voor Gerechtigheid en Vrede naar Kerk in Nood stuurde, bedanken de katholieke leiders van Pakistan het parlement van Islamabad voor het unaniem aannemen van het wetsvoorstel. “Deze wetgeving zal een cruciale rol spelen in de bescherming van onze jonge en minderjarige meisjes tegen gedwongen bekeringen en huwelijken. We hopen dat de regering verdere stappen zal ondernemen om gedwongen bekeringen strafbaar te stellen.”
De pauselijke stichting vestigt met haar belangenbehartiging al lange tijd de aandacht op het probleem van ontvoering en gedwongen bekering van christelijke meisje. “Samen met de bisschoppen erkennen we dat er meer moet worden gedaan om dit probleem volledig aan te pakken. Maar elke actie om een einde te maken aan het trauma van jonge meisjes die worden ontvoerd, seksueel misbruikt en vervolgens gedwongen worden hun geloof af te zweren en met hun ontvoerder te trouwen, moet worden toegejuicht,” aldus Mark von Riedemann, directeur Belangenbehartiging en Godsdienstvrijheid van Kerk in Nood (ACN) International.
Dankzij de hulp van donateurs wereldwijd heeft Kerk in Nood 1,5 miljoen euro kunnen toezeggen voor universitaire studiebeurzen aan jongeren in Irak.
Het hulpprogramma omvat studiebeurzen voor 150 studenten aan de Katholieke Universiteit van Erbil (CUE), de hoofdstad van de autonome regio Iraaks Koerdistan, voor de komende vier jaar. Doel van het project is de sociale samenhang tussen de verschillende godsdiensten te bevorderen en jonge christelijke studenten betere kansen op de arbeidsmarkt te bieden.
Harmonie
"Zonder twijfel is de CUE een baken van licht en een symbool van hoop, vooral voor de jongere generatie", verklaart Chaldeeuwse aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, de stichter van de universiteit. “De financiële steun door middel van studiebeurzen komt niet alleen ten goede aan een beperkt aantal jongeren die hopen op een betere toekomst. Het zal tegelijkertijd een krachtig gebaar zijn van solidariteit met de Christenen en andere minderheden en kansarmen in de regio.”
De meeste studenten aan de CUE zijn vluchtelingen of intern ontheemden uit andere delen van Irak, waaronder Bagdad, Basra, Diala, Duhok, Kirkuk, Nineveh en Mosoel, Sinjar en Suleimaniya. Thomas Heine-Geldern, de uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood internationaal, noemt de gelegenheid voor de toezegging passend: “Wij geloven dat dit project de boodschap van de paus ten gunste van sociale cohesie en verzoening zal ondersteunen. De universiteit is opgebouwd rond diversiteit - met 72% christenen, 10% moslims en 18% Yezidi's. Hier kunnen jongeren van diverse geloofsovertuigingen leren om in harmonie samen te leven.”
Blijven of vertrekken
Binnen Iraaks Koerdistan leeft de christelijke minderheid in relatieve veiligheid. Er heerst echter een aanhoudend gevoel van onveiligheid, vooral door de gespannen economische situatie. Als gevolg daarvan staan vooral jongeren voor een dilemma: blijven of emigreren. Het aantal Christenen in het land is de afgelopen tien jaar dramatisch gedaald. De CUE, die vijf jaar geleden werd opgericht, probeert een andere oplossing te bieden door jongeren betere toekomstperspectieven te bieden.
"De Katholieke Universiteit van Erbil is van cruciaal belang voor de Christenen die in Noord-Irak en Koerdistan wensen te blijven, omdat het hen zal helpen om te blijven. De Christenen zouden er niet aan denken hun land te verlaten als zij zich daartoe niet gedwongen voelden door krachten buiten hun wil. Als jonge Christenen de kans krijgen om een goede opleiding te volgen, dan zullen zij blijven. Kerk in Nood heeft al het mogelijke gedaan om de Christenen te helpen in hun geboorteland te blijven, door te investeren in de wederopbouw van huizen, kerken en essentiële infrastructuur. Nu is het tijd om dit grote project, dat voor ons zeer ambitieus is, op te starten en te investeren in de jongeren van het land", aldus Heine-Geldern.
Toekomstvisie
De CUE is tot nu toe de enige katholieke universiteit in het land en biedt een scala aan vakken tot het niveau van een universitaire graad, waaronder architectuur en civiele techniek. Momenteel zijn er 170 studenten ingeschreven, waarvan 54% vrouwen en 46% mannen. De aartsbisschop wil dit aantal de komende vier jaar graag verhogen. De financiële steun van Kerk in Nood is onontbeerlijk, gezien de huidige moeilijke economische en politieke situatie in Irak. "Ik heb het werk dat Kerk in Nood jarenlang voor ons heeft gedaan, en vooral na ISIS, altijd zeer gewaardeerd. Dat Kerk in Nood als medestichter de eerste grote donor is voor het studiebeursprogramma, is zeer toepasselijk en zeer welkom. We moeten goed nieuws geven aan de mensen hier tijdens het pauselijke bezoek; de visie om 1000 studenten te hebben tegen 2025, geeft een belangrijke stem en een duidelijke toekomst voor onze jongeren en hun ouders en daarmee veel hoop", besluit aartsbisschop Bashar Warda.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD