Featured Image

Noodhulp nodig voor Haïti

Hartverscheurende berichten komen uit Haïti. Politieke conflicten teisteren het land sinds 2019. De president Jovenel Moïse werd in juli vermoord. Er is een golf van geweld en ontvoeringen. Het land heeft te maken met droogte en gebrek aan water. De plattelandsbevolking is in armoede gestort.

Bovenop dit alles heeft de aardbeving van zaterdag duizenden gezinnen in een situatie gebracht die nog erger is dan al de rest.

Het is een onmogelijke situatie, en de mensen zijn in totale shock.

De verwoestende aardbeving met een kracht van 7,2 heeft de stad Les Cayes afgelopen zaterdag hard getroffen. Volgens voorlopige informatie van het Haïtiaanse bureau voor burgerbescherming zijn er tot dusver in totaal meer dan 1.300 mensen omgekomen en zijn er minstens 5.700 gewonden gevallen.

Kerk in Nood heeft zich in gebed solidair verklaard met Haïti en heeft onmiddellijk een noodhulppakket van een half miljoen euro voor de Haïtiaanse bevolking goedgekeurd.

Helpt u mee om deze noodhulp mogelijk te maken?

Featured Image

Meer dan 5 miljoen coronahulp voor zwaar getroffen India

“Toen India werd getroffen door de eerste golf van COVID, tussen juni en september 2020, waren de katholieke gemeenschappen over het algemeen in staat om de crisis het hoofd te bieden door te putten uit hun schamele reserves en spaargelden. Maar deze tweede massale golf van besmettingen heeft de bisdommen met lege schatkisten overvallen”, aldus Regina Lynch, directeur projecten bij ACN. “Vooral de plaatselijke congregaties, die geen enkel netwerk buiten het land hebben, hebben zo weinig geld dat ze zelfs niet genoeg hebben om voedsel te kopen.”

Het nieuwe corona-hulppakket van Kerk in Nood, dat bijna 200 afzonderlijke projecten omvat, zal medewerkers van de Kerk de essentiële middelen verschaffen om hun pastorale werkzaamheden voort te zetten. De hulpmaatregelen helpen ook de armste parochies om wie ziek zijn of lijden onder de gevolgen van corona te ondersteunen. Een deel van de projecten is bestemd voor het personeel en de gezinnen van degenen die werken in door religieuze congregaties en bisdommen beheerde instellingen – met name scholen en pastorale centra – die door de pandemie gedwongen zijn te sluiten, waardoor veel mensen geen enkele bron van inkomsten meer hebben.

“De kerken, scholen en al onze centra voor opleiding en animatie zijn gesloten. We hebben 171 priesters die in het bisdom werken en 590 catechisten die ons helpen in de actieve bediening. Zij zijn allemaal zwaar getroffen door de pandemie”, vertelt bisschop Bhagyaiah Chinnabathini van het bisdom Guntur, een van de zwaarst getroffen gebieden in de deelstaat Andhra Pradesh, in het zuidoosten van het land. Tragisch genoeg heeft hij ook vijf van zijn priesters en veel van zijn catechisten verloren aan COVID-19. “Vele anderen zijn ziek en we zijn niet in staat om de medische rekeningen van onze priesters te betalen.”

Deze rampzalige situatie treft de Kerk in heel India en in elke deelstaat, van Arunachal Pradesh in het noordoosten tot Kerala in het zuidoosten van het land. Daarom heeft Kerk in Nood een uitgebreid nationaal hulpprogramma opgezet, dat onder meer voorziet in de levering van gezichtsmaskers, desinfecterende gel, handschoenen en gelaatsschermen – voor de priesters, catechisten en religieuzen, die in het kader van hun werk en roeping nog regelmatig in direct contact staan met mensen die door de pandemie zijn getroffen.

Zoals altijd spelen catechisten een vitale rol in India. Op veel plaatsen vormen zij een onmisbare schakel tussen de centrale parochies en de afgelegen dorpen en nederzettingen. Daarvan zijn er in één parochie vaak 30 of meer. Zo vormen zij de vitale verbinding tussen de priester en de mensen. Zij kennen de plaatselijke gelovigen, organiseren het gebedsleven van de gemeenschap en helpen de mensen voor te bereiden op de ontvangst van de sacramenten wanneer de priester uiteindelijk kan langskomen. Maar in de huidige situatie is hun rol nog belangrijker geworden, aangezien het op veel plaatsen voor de priester nu helemaal onmogelijk is om op bezoek te komen, vanwege beperkingen van overheidswege.

“We hebben 195 religieuze gemeenschappen in het bisdom Guntur. Ongeveer 816 religieuze zusters zijn werkzaam in verschillende bedieningen, zoals onderwijs, pastoraal werk en gezondheidszorg. Deze zusters hebben zelf ook erg te lijden. Velen zijn besmet met het coronavirus en opgenomen in het ziekenhuis. Sommigen zijn hersteld, andderen overleden”, aldus bisschop Chinnabathini.

Het hulppakket zal het ook mogelijk maken beademingsapparatuur en zuurstofmaskers voor noodgevallen aan te schaffen en de medische behandeling en verzorging van priesters, religieuzen, en de meest behoeftige gezinnen in de armste parochies van de bisdommen die aan COVID lijden mogelijk maken. “In deze vreselijke situatie, die ons veel zorgen baart, is het een zegen dat Kerk in Nood is opgestaan om ons te helpen met dit noodhulpprogramma”, zegt bisschop Chinnabathini, die zeer dankbaar is voor de hulp van onze donateurs.

Featured Image

“Genocide in Tigray: zelfs zusters worden verkracht”

De bron, die om veiligheidsredenen anoniem is, vertelde aan de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) dat soldaten uit het naburige Eritrea, die het land zijn binnengekomen om de Ethiopische regeringstroepen te steunen, burgers afslachten. “Dit is duidelijk genocide tegen de mensen van Tigray. Het gaat niet alleen om gevechten. Ze vermoorden iedereen – dat is een teken van genocide. Veel mensen vluchten uit Tigray naar Soedan en sommigen van hen, vooral de jongeren, vluchten omdat ze een doelwit zijn. Ze hebben het bewust op de jongeren gemunt. Jonge mensen worden gedood, onze vrouwen en vrouwen worden mishandeld en seksueel geïntimideerd. Dat is een teken van genocide zelf.”

De bron beschrijft de golf van seksueel misbruik waaraan Tigrayse vrouwen – waaronder religieuze zusters – zijn blootgesteld door troepen uit het naburige Eritrea: “[Onze familieleden], onze zussen zijn verkracht. Sommigen van hen hebben we naar het ziekenhuis moeten brengen. Zelfs religieuze zusters zijn verkracht. De vrouwen en meisjes worden op een manier mishandeld, zoals je nooit eerder hebt gehoord, dingen die heel erg zijn. Sommige van de plaatsen die ons kunnen helpen, zijn gesloten door de soldaten.”

De gevechten in Tigray begonnen afgelopen november nadat de Ethiopische premier Abiy Ahmed federale troepen stuurde om, met steun van troepen uit Eritrea, te vechten tegen het Tigray People’s Liberation Front, dat hij beschuldigde van het houden van onwettige verkiezingen. Eerder deze maand omschreef patriarch Mathias, hoofd van de Ethiopisch-Orthodoxe Kerk, de gebeurtenissen zoals de verkrachting van vrouwen en het bombarderen van kerken in de regio reeds als genocide.

Volgens de bron van Kerk in Nood is de situatie in het gebied zeer slecht. “Bijna 90 procent van de mensen in Tigray is ontheemd. Deze oorlog heeft een enorme humanitaire crisis teweeggebracht, die tot uiting komt in een overweldigend aantal moorden op burgers, de ontheemding van miljoenen mensen, de vernietiging van economische en sociale grondslagen, psychologische pijn en paniek… In dit verband zijn zwangere moeders, kinderen, gehandicapten en bejaarden het zwaarst getroffen.”

De bron benadrukte dat de regio dringend internationale steun nodig heeft: “De Kerk is overal – zij opent haar hand. Ik herinner me Kerk in Nood, ik herinner me dat we al heel lang partners zijn, jullie zijn heel aardig. De huidige crisis in Tigray is ongeëvenaard aan alle humanitaire crises die zich hebben voorgedaan in een periode die we kennen uit onze herinnering.”

Sinds 2019 heeft Kerk in Nood bijna 100 projecten in Ethiopië gesteund, waaronder de bouw van kapellen en kloosters, de vorming van catechisten en steun voor transport. In de regio Tigray steunt Kerk in Nood momenteel religieuze broeders en zusters in Tigray met noodhulp en Misintenties voor de priesters.

Foto: M. Wolnik/Kerk in Nood

Featured Image

10 jaar oorlog: de balans van uw hulp in Syrië

In het laatste verslag van Kerk in Nood ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het begin van het conflict, meldde Kerk in Nood dat zij tussen 2011 en 2021 in totaal 41,8 miljoen euro aan Syrië heeft toegekend. Het grootste deel van dit budget, meer dan 33 miljoen euro, was bestemd voor humanitaire hulpprojecten op het gebied van levensonderhoud, medische hulp, voedsel, kleding, gezondheidspakketten, huisvesting en onderwijs. In coördinatie met plaatselijke kerken van verschillende tradities bereikten een totaal van 418 initiatieven de inwoners van de steden die het zwaarst door de oorlog getroffen zijn, zoals Aleppo, Homs, Damascus, Marmarita en Tartus. Dit zijn de plaatsen waar de meerderheid van de christenen in Syrië geconcentreerd is.

Featured Image

Georgette: “Dagelijkse strijd om drie kleinkinderen te voeden”

Er was een tijd dat Beiroet bekend stond als het ‘Parijs van het Midden-Oosten.’ De herinnering aan die ‘glamoureuze’ tijd is vandaag de dag, door de diepe crisis die Libanon momenteel doormaakt, des te pijnlijker. De financiële crisis, met de banken op de rand van faillissement, een verwoestend hoge werkloosheid en een gebrek aan hoop voor de toekomst brengen dit ooit welvarende land in het Midden-Oosten aan de rand van de afgrond. Niemand had kunnen denken dat Libanon, dat met zijn befaamde veerkracht wist te herstellen van de tragedie van de burgeroorlogen, opnieuw in een crisis van armoede, ellende en wanhoop zou worden gestort. Voor velen is het gevecht voor overleven een bittere strijd, vooral voor mensen met kleine kinderen in hun zorg – mensen zoals Georgette, die voor haar kleinkinderen zorgt. De alleenstaande vrouw is een levend beeld van de tragische situatie waarin Libanon verkeert.

“Het klonk als een atoombom…”
De crisis – die al ernstig was – werd nog verergerd door de vreselijke explosie in de haven van Beiroet begin augustus. In een kwestie van seconden was de hele wijk verwoest, een groot deel ervan gereduceerd tot puin. Hele voorsteden werden getroffen, huizen werden verwoest en overal werden vernielingen aangericht. In een oogwenk werd de stad omgevormd tot een soort oorlogsgebied, waardoor alle oude herinneringen aan een tijd waarvan men dacht dat die achter de rug was, weer tot leven werden gewekt: de lucht die was gevuld met het gebrul van de explosie, de kracht van de ontploffing, die alles voor zich uit veegde. Het tumult, de kreten van de gewonden, mensen die heen en weer renden, anderen die om hulp schreeuwden. De crisis die het land al teisterde werd plots een nachtmerrie van onvoorstelbare proporties. Priester Abdo vertelde Kerk in Nood over zijn ervaring: “De explosie was als een atoombom, met overal rode rook. Het enige dat ik kon zien, waren mensen, verward, gedesoriënteerd en huilend, in een scène van vernietiging en dood.” De explosie kostte het leven aan meer dan 180 mensen, meer dan 6.500 raakten gewond en bijna 300.000 huizen werden vernield of zwaar beschadigd.

“Ik woon in een arme wijk…”
Het leven was al moeilijk genoeg voor Georgette, maar de crisis die de stad trof als gevolg van de explosie heeft haar leven nog kwetsbaarder gemaakt. Ze vertelt hoeveel erger het is geworden in Beiroet: “Ik woon in een arme wijk van de stad en onze situatie is erg slecht, vooral sinds de explosie. Ik woon hier met mijn drie kleinkinderen. We zijn helemaal alleen in dat huis. Ik ben verantwoordelijk voor hen en ik heb niemand om me te helpen, behalve God en de weldoeners van Kerk in Nood”, vertelt ze aan María Lozano van Kerk in Nood International, dat met een team naar Beiroet is gekomen om de omvang van de schade van de explosie in augustus te evalueren. Georgette is een van de ontvangers van de voedselpakketten die vanuit een lokale kliniek worden uitgedeeld, dankzij de vrijgevigheid van de weldoeners van Kerk in Nood. De pakketten bevatten elementaire dagelijkse benodigdheden die Georgette dankbaar heeft opgestapeld in haar bijna lege keukenkastjes. “Ik ben blij met deze hulp, omdat ik nu een maand lang mijn kleinkinderen kan voeden”, legt ze uit.

Onwankelbaar geloof
Georgette is blij met de voedselhulp die ze in een kinderwagen kon ophalen samen met Chárbel, een van haar kleinkinderen van slechts 15 maanden oud. Nog belangrijker is dat ze weet dat ze niet alleen is. Achter haar stoïcijnse stilte schuilt een diep verdriet: de dood van haar man, zeven jaar geleden bij een verkeersongeluk. Zijn foto boven de deur van de zitkamer is alles wat ze nog heeft om hem te herdenken. Ze hadden twee kinderen, een jongen en een meisje. Haar zoon kan echter niet voor zijn kinderen zorgen, omdat hij tijdelijk in een andere stad werkt. Daarom wonen haar schoondochter en de drie kleinkinderen nu bij Georgette in. Haar eigen dochter heeft psychische problemen en woont in een instelling.

Er zijn veel mensen zoals Georgette die in Beiroet wonen, terwijl de stad worstelt om te herstellen van de verwoestende explosie. Mensen met lege handen en met weinig vooruitzichten, die reeds verslagen waren door de economische crisis die het land als een brute en ongeneeslijke ziekte heeft getroffen. Maar Georgette hoopt op betere tijden, een hoop die gevoed wordt door haar geloof. “Ik weet dat ik niet alleen ben, en dit is belangrijker voor mij dan alleen de voedselhulp… gewoon weten dat er mensen aan ons denken. Ik dank God elke dag. Hij is altijd met mij en met mijn familie geweest en heeft ons vriendelijke mensen gestuurd om ons door deze moeilijke tijden heen te helpen.”

Het leven is moeilijk voor Georgette, net als voor de grote meerderheid van de Libanezen. Maar hoe moeilijk de beproevingen ook zijn, haar geloof zal altijd een zeker toevluchtsoord zijn. “De situatie van de Christenen in Libanon is onzeker, maar Jezus is altijd bij ons en niemand kan ons hier weggooien”, besluit ze.

Kerk in Nood helpt christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten om in hun oude Bijbelse landen Libanon, Irak en Syrië te blijven.

 

Featured Image

Zuster Annie: “U bent een redder in nood”

Veel angst

De Syriërs lijden onder een lange lijst met problemen: Escalatie van conflicten in in buurlanden, de corona-pandemie, een gebrek aan werkgelegenheid, exorbitante prijsstijgingen, het isolement van het Syrische volk van de buitenwereld en embargo’s en sancties. Volgens zuster Annie heerst er veel angst en ontbreekt het aan alles om te overleven. “Alles brengt het Syrische volk tot pure wanhoop.”

Erbarmelijke omstandigheden

“Door tien jaar bloedige oorlogsvoering staan we voor ergste periode in ons bestaan”, zegt de zuster, die nu al meer dan zeven jaar de hulpacties van Kerk in Nood in Aleppo en Damascus coördineert. “Er is overal armoede, er is een gebrek aan medicijnen, soms hebben we lange tijd geen elektriciteit of zelfs geen water. Voor veel mensen is het leven ondraaglijk. De meeste Syrische gezinnen zijn getroffen door mentale en materiële druk. Ik ken geen enkele andere samenleving in het Midden-Oosten waar de omstandigheden zo erbarmelijk zijn.”

Stookolie

Met een team van vijf mensen ondersteunt zuster Annie 273 gezinnen in Aleppo. Ook houdt ze toezicht op een hulpprogramma in Damascus voor meer dan 100 gezinnen. Het gaat om hoogbejaarde mensen met bijzonder slechte sanitaire voorzieningen. “We geven hen maandelijkse basishulp, zoals coupons voor voedsel en brandstof om te koken en voor verwarming. Stookolie is erg belangrijk is de winter eraan komt. Ook helpen we met sterilisatoren, medicijnen en essentiële operaties. Soms gaat het zelfs om onmisbare zaken zoals een incontinentiebroek voor zieke en oudere mensen”, legt zuster Annie uit.

Hoop zaaien

Door de kritieke economische situatie is bijstand voor de huur een van de meest dringende behoeften. Veel gezinnen hebben geen eigen huis en kunnen zich zonder steun onmogelijk woonruimte veroorloven. Afhankelijk van de specifieke situatie betaalt zuster Annie, met de hulp van Kerk in Nood, geheel of gedeeltelijk de huurkosten. Naast het humanitaire werk verzorgt zuster Annie trainingsprogramma’s voor jongeren en biedt ze geestelijke ondersteuning: “In dit land waar verlatenheid en ontmoediging zich verspreiden is het belangrijk om hoop te zaaien.”

Suikerziekte

Zuster Annie vertelt ontroerd het verhaal vertelt van een man met suikerziekte. Enige tijd geleden moest hij een been laten amputeren. Zijn zus die voor hem zorgde stierf aan een hartaanval. Een ander familielid nam de zorg over en bracht elke dag vele uren met hem door. Twee weken geleden kreeg hij door de suikerziekte ook last van zijn andere been. De specialist, getroffen door corona, kon hem niet onderzoeken. Hij schreef telefonisch verschillende medicijnen voor. “We brachten hem de medicijnen en aan het begin van de avond vroeg hij om een priester om de communie te brengen. Hij bad en we horen hem zeggen: ‘Heer, u weet alles; u weet hoe ik lijd… Maar ik bied u mijn lijden aan voor het welzijn van deze zuster, die mij niet in de steek heeft gelaten.’ Toen ik hem vroeg om ook te bidden voor alle weldoeners, glimlachte en knikte hij.”

Bron van hoop

Zuster Annie is klein van stuk, rustig en sereen, maar zonder twijfel een groot strijder. Ze is een bron van hoop voor de meest behoeftige mensen in een land dat door de buitenwereld is vergeten en ondertussen de ergste crisis in zijn bestaan doormaakt. Ze verzekert dat dit gebed geen incident was. “Wanneer we de gezinnen bezoeken, vertellen ze ons met een warme glimlach dat ze elke dag bidden voor Kerk in Nood en haar weldoeners. Al deze jaren bent u een redder in nood en een bron van hoop voor onze gezinnen die in onmenselijke omstandigheden leven. Namens de zusters en namens het hele ondersteuningsteam dank ik u voor al uw zorg en voortdurende steun”, besluit ze.

Wilt u zuster Annie en andere hulpverleners in Syrië steunen? Doneer dan via deze website of maak uw gift over onder vermelding van ‘Syrië.’ Kerk in Nood steunt in Syrië sinds het begin van de oorlog tientallen projecten die uw steun hard nodig hebben.

Featured Image

“Zusters zijn levende getuige van Christus op aarde”

Er is veel leven in Karm Al Zeitoun, een van de buitenwijken van Beiroet in de wijk Ashrafieh, een naam die ‘Olijfberg’ betekent. De straten zijn smal en de beweging van auto’s en voetgangers leidt tot kleine knelpunten op elke hoek – en vooral rond de kleine kliniek van de Dochters van Liefdadigheid. Vanuit het pand helpt Kerk in Nood 350 door de explosie getroffen families te ondersteunen.

De wijk werd oorspronkelijk bevolkt door Armeniërs die de genocide van 1915 ontvluchtten. Later werden ze gevolgd door Syriërs en Palestijnen, eveneens op de vlucht voor oorlog en vervolging. En in de afgelopen jaren hebben immigranten uit veel verschillende landen, voornamelijk Ethiopiërs en Bengalen, onderdak gevonden. Kortom: een nederige wijk, waar de armste mensen wonen en nog steeds een plek met christelijke wortels. De oude huizen hangen over de smalle, kronkelende straatjes. Ondertussen hebben de moderne torenflats die rondom Karm Al Zeitoun zijn gebouwd de prijzen in het gebied enorm opgedreven, wat veel jongeren dwingt om naar meer betaalbare gebieden te verhuizen. De enige mensen die over zijn in Karm Al Zeitoun zijn oude mensen en immigranten.

Veel mensen verdringen zich rond de kleine toegangsdeur naar het Beschermingscentrum voor moeder en kind. Het is oorspronkelijk opgericht in 1959 en is nu een van de zes centra van waaruit de noodhulppakketten van Kerk in Nood worden verdeeld voor de gezinnen die het zwaarst zijn getroffen door de explosie op 4 augustus. In totaal helpt de organisatie meer dan 5.800 gezinnen. De Dochters van Naastenliefde hebben zich ertoe gecommitteerd deze hulp aan ‘hun’ 350 gezinnen te verstrekken. Vandaag zijn het er 70. De twee dozen met noodhulp bieden voldoende voedsel voor vijf mensen voor een maand. Met 32 kilo per doos zijn ze zwaar. Reden dat veel van de gezinnen met kleine karretjes zijn gekomen of met een kennis of familielid die kan helpen met hun auto. Het is een van de redenen dat er vandaag nog meer verkeer is dan normaal, waardoor het moeilijk is om door de smalle steegjes van Karm Al Zeitoun te komen.

Een van de mensen die naar de kliniek is gekomen, is Mona. De Libanese vrouw van 52 jaar woont bij haar moeder Juliette, die 91 is en die minstens vijf oorlogen heeft meegemaakt – of is het zes oorlogen? Ze kan zich niet meer precies herinneren. “Sinds de explosie op 4 augustus is ze getraumatiseerd. Ze begint te huilen bij elk geluid”, legt Mona uit aan Kerk in Nood.

In een land waar geen pensioen of sociale zekerheid of andere pensioenen bestaan, zijn het de kinderen geweest die hun ouders of de meest kwetsbare leden van het gezin steunen. Door de opeenstapeling van de economische crisis, het coronavirus en ten slotte de vreselijke explosie, is dit gewoonweg onmogelijk geworden. Mona zit al vijf jaar zonder werk. Voor de crisis hielp een van haar broers haar met 300 Libanese ponden per maand (ongeveer 180 euro). Door de inflatie bedraagt dit slechts ongeveer 35 euro. “Mijn broer heeft genoeg problemen om zelf voor zijn gezin te zorgen”, aldus Mona, die zelf al veel tegenslag heeft moeten verwerken. “In 1990 trof een raket mijn huis, waarbij mijn zusje werd gedood. Ik raakte in een depressie, maar mijn geloof hielp me. Zonder geloof zouden we niet verder kunnen. Het is het enige dat ons helpt de huidige situatie te doorstaan. Het is het enige dat ons nog rest”, vertelt Mona. Ze voegt eraan toe: “Zuster Rita komt wanneer we haar nodig hebben, ook al is het misschien erg laat, want ze heeft het altijd erg druk. Maar ze slaagt er altijd in een plekje voor ons te vinden. Voor mij is zij een levende getuige van Christus op aarde”.

Zuster Rita, waar Mona en Juliette bijna om iedere zin naar verwijzen, behoort tot de congregatie van de H. Vincentius De Paul. Ze werkt voor de kliniek. Ondanks de hectiek van deze dag vindt ze nog steeds tijd om met Kerk in Nood te praten. “Het aantal gezinnen dat in de kliniek van de Dochters van de Naastenliefde wordt geholpen is meer dan verviervoudigd. Vroeger waren er 120 families, nu zijn het 500 families per maand. De situatie hier is tragisch, want ze hebben niets.” Naast de vrijwilligers die zich voorbereiden op de voedseldistributie van vandaag, werken er ook bouwlieden in de kliniek, want ook het gebouw zelf is door de explosie beschadigd. Alle ramen en delen van het dak zijn eraf geblazen. “Maar we moeten verder werken, want we hebben nu iemand gevonden die de reparaties kan uitvoeren, en ook al kunnen we hem nu niet betalen.”

Tussen de dozen, opgestapeld bij de ingang met het Kerk in Nood-logo erop, zit een kruisbeeld dat aan de muur is gespijkerd met een Franse uitleg: “U bent het teken van Gods barmhartigheid.” Het is de perfecte samenvatting van het werk van deze religieuzen, zoals zuster Rita omschrijft: “Ons charisma is het verlichten van het lijden van Christus, die nog steeds lijdt op deze aarde. We willen gewoon God dienen en getuigenis afleggen, vooral in deze zo moeilijke tijd die we doormaken.”

Samen met vertegenwoordigers van Kerk in Nood gaat zuster Rita op bezoek bij Nabil, een van degenen die profiteren van het noodhulpprogramma dat de organisatie sinds de explosie steunt. Nabil is 56 jaar, geboren als enig kind en met een lichamelijke handicap. Zijn moeder, die normaal gesproken voor hem zorgt, is opgenomen in het ziekenhuis. Het is haar buurman, Maral, die in haar afwezigheid voor hem zorgt. De zusters betalen ook voor een assistent die elke dag voor hem zorgt. Zuster Rita begroet Nabil en praat en bidt met hem. Ze legt uit dat tijdens de explosie alle ruiten op hem zijn gevallen. “Het is een wonder dat hij niet zwaargewond is geraakt.”

Het zien van de situatie van Nabil doet zuster Joséphine, een medezuster die in het centrum werkt, denken aan het grote aantal mensen dat spreekt over weggaan en emigreren: “Dit is het moment om hier te blijven. Dit is het moment om onze mensen te steunen en te begeleiden, want hier heeft ieder van hen zijn eigen problemen.” Zuster Rita herinnert zich, met een blik van vastberadenheid ondanks haar vermoeidheid: “Johannes Paulus II vertelde ons dat Libanon een boodschap is. Wij Christenen hebben hier een belangrijke rol te spelen in dit land. Op de dag dat we deze boodschap vergeten, zal Libanon geen Libanon meer zijn.”

Featured Image

“Een sprankje hoop in Beiroet”

Daar komen de mensen samen om een voedselpakket op te halen, met dank aan Kerk in Nood. “Nog voor de ernstige economische crisis in Libanon leefde mijn familie op de rand van armoede”, zegt Bassima, wiens man als taxichauffeur de kost verdient. “Er is nauwelijks geld om mijn kinderen te kunnen voeden”, vertelt de 41-jarige moeder van drie. Meer dan de helft van de Libanese bevolking leeft momenteel onder de armoedegrens en de koopkracht van de nationale munt is in minder dan een jaar tijd met 80% gedaald.

Bassima is met een van haar kinderen in de kliniek, de driejarige Charbel, vernoemd naar de Libanese heilige. “Als ik naar de supermarkt zou gaan en de goedkoopste producten zou aankopen, zou ik onvoldoende geld overhouden voor de rest van de maand”, legt Bassima uit. “Ik kan tegenwoordig bijna niets meer kopen.”

Elk familie voedselpakket – verdeeld over twee dozen – bevat basisproducten zoals linzen en bonen, ingeblikte producten en bakolie. Ze balanceert haar dozen in een kinderwagen om ze naar huis te brengen, met kleine Charbel aan haar zijde. “Ik ben zo dankbaar voor dit centrum. De maatschappelijk werker en de zusters zijn altijd hier om naar me te luisteren en me te helpen.”

In de kliniek in Nabaa hebben 786 gezinnen een voedselpakket gekregen. In totaal worden meer dan 5.800 noodlijdende gezinnen geholpen via het door Kerk in Nood – in samenwerking met CNEWA en Caritas – gefinancierde initiatief. Via verschillende distributiecentra worden gebieden in Beiroet bediend die door de rampzalige dubbele explosie van 4 augustus zijn getroffen.

“Er leven zoveel arme mensen in de wijk Nabaa die veel hulp nodig hebben”, aldus een bezorgde zuster Marie Justine el Osta, van de Zuster Maronieten van de heilige Familie, die directeur van de kliniek is. “Sinds de explosie nemen de noden toe. De mensen worstelen met het leven van dag tot dag. Elke dag wordt alles duurder”, legt ze uit over de treurige situatie die de middenklasse van het land in armoede stort.

“Ik dank God dat hij Kerk in Nood en de andere organisaties heeft gestuurd om ons te helpen. Het is een teken dat de Kerk dichtbij onze mensen staat in hun lijden. Ik ben blij met de samenwerking en hoop dat er in de toekomst meer projecten komen”, zegt zuster Marie Justine.

De 33-jarige Abeer is enhousiast dat Kerk in Nood en haar partner CNEWA beide pauselijke organisaties zijn: “Ik wil dat paus Francis weet dat ik zoveel van hem hou!  Het is een van mijn dromen om daarheen te gaan [naar het Vaticaan] om hem te ontmoeten.” Na bijna een jaar werkeloos te zijn geweest, mede door de lockdown als gevolg van het coronavirus, vindt de man van Abeer eindelijk werk in de Verenigde Arabische Emiraten. De grote afstand is moeilijk voor de familie van Abeer, want zij zorgt voor hun vierjarige zoon in Libanon.

“Godzijdank heeft hij nu werk,” zegt Abeer.  Voorheen werkte Abeer als schoonmaakster op een school. Het was Abeer’s manier om haar familie te helpen.  Met een graad in hospitality management, was ze niet in staat om een positie te vinden in haar vakgebied. “Soms moet je door moeilijke tijden heen om te waarderen wat je hebt,” zegt Abeer. “Jezus is heel genadig, hoe Hij ons helpt.  Onze enige hulp is van dit centrum.  Ik voel me hier erg prettig. Mijn zoon krijgt zijn controles en vaccinaties, alles. De zusters hier zijn als een sprankje hoop, want het is een zeer, zeer moeilijke tijd die we nu in Libanon doormaken.” Ondanks haar worstelingen gelooft Abeer dat God ons nooit zal verlaten. “Ik heb veel geloof.  Daarom kan ik opstaan.  En ik zal mijn geloof aan mijn zoon doorgeven,” zegt ze met overtuiging. Zuster Marie Justine is het met haar eens. “Libanon is verwoest.  We gaan door de moeilijkste tijd in onze geschiedenis. We vragen – omwille van de mensheid – om solidariteit met Libanon, om de hele wereld de handen ineen te slaan en te helpen.”

Kerk in Nood helpt de Libanese bevolking in deze moeilijke situatie. Wilt u helpen? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van ‘Libanon.’

Featured Image

Zwaar beschadigde centra bieden noodhulp

Kerk in Nood heeft in Libanon in samenwerking met diverse organisaties de hulp aan door de explosie getroffen gezinnen opgevoerd. Samen met de Catholic Near East Welfare Association (CNEWA), de Pontifical Mission en Caritas Libanon en hun netwerken van projectpartners biedt de pauselijke stichting voedselpakketten aan 5.880 gezinnen die leven in het gebied van Gemmayze in Beiroet tot Dbayeh op de berg Libanon.

“De explosie heeft ons geschokt”, vertelt zuster Rita Khoury van de Daughters of Charity, een van de congregaties die door het project worden gesteund. De zusters hebben sinds 1959 een kliniek voor de bescherming van moeders en kinderen in de kuststad Achrafieh, Beiroet, in de arme buitenwijk van Karm el Zeitou , waar ze basiszorg en medische diensten leveren.

Zuster Rita en een groep medewerkers en vrijwilligers lopen sinds de explosie door de smalle straten van de dichtbevolkt wijk Karm el Zeitoun. Ze proberen de noden te beoordelen en mensen waar mogelijk te helpen. “De huizen van onze medewerkers en veel bewoners die in het gebied leven, zijn beschadigd. Ook de vijf centra van onze congregatie, waaronder twee  scholen in Achrafieh, zijn zwaar beschadigd. Helaas hebben we bij de explosie een zuster verloren.”

Ashrafieh is een van de oudste wijken van Beiroet met duizenden oude gebouwen. Op slechts 2 kilometer afstand van de haven van Beiroet werden de gebouwen beschadigd, ramen en deuren verbrijzelde en meubels en apparatuur vernield. Ten noorden van Ashrafieh liggen ook twee arme en dichtbevolkte wijken die hun aandeel in de schade hebben gehad – Bourj Hammoud en Nabaa, waar achtergestelde Libanezen, kwetsbare vluchtelingen en gemarginaliseerde migrantenarbeiders leven. Twee aan de kerk gerelateerde klinieken die Kerk in Nood ondersteunt en die normaal gesproken al medische en sociale hulp bieden aan meer dan 7.000 hulpbehoevenden, zullen er nu de noodhulp distribueren.

“Het centrum is zwaar beschadigd. Mijn kantoor is volledig vernield. Er zijn 25 ramen, 15 deuren, een vals plafond, verschillende laptops en een kopieermachine gesneuveld”, vertelt Serop Ohanian, directeur van het Karagheusische sociaal-medische centrum in een interview met Kerk in Nood. “Godzijdank dat de explosie om 18 uur plaatsvond! Als het 3 uur eerder was gebeurd, zouden onze patiënten, mijn personeel en ik nu dood zijn! We verwelkomden in de ochtend nog 250 patiënten met een team van 50 personeelsleden. Ik kan me niet voorstellen wat de situatie dan zou zijn geweest.”

Ook zuster Marie Justine el Osta van de Maronitische congregatie van de Heilige Familie, directeur van de sociaal-medische centrum Intercommunale, werd verrast door de explosie. “In alle 15 jaar burgeroorlog ben ik nooit getuige geweest van zo’n verwoesting in één oogopslag. Geen enkel huis, geen enkele winkel, geen enkele instelling is gespaard gebleven van schade. Drie van onze medewerkers hebben verwondingen opgelopen terwijl ze in hun huizen waren.”

Vanuit de apotheek van het centrum, gelegen in de arme Nabaa-wijk in Oost-Beiroet, zullen ook voedselpakketten worden gedistribueerd. De wijk heeft gemengde gemeenschappen; Christenen die tijdens de burgeroorlog uit Libanon en andere delen van het land zijn verdreven, maar ook een groot aantal buitenlandse vluchtelingen en arbeiders (Syrisch, Egyptisch, Iraaks, Sri Lankaans, Filippijns, enz.)  De apotheek is getroffen en bijna alle ramen, houten deuren en zelfs stalen deuren zijn beschadigd, maar geld en tijd om te repareren is er niet. “Godzijdank is het weer nu goed, maar over een paar maanden hebben we misschien regen en dan zal het een ramp zijn. Deze mensen hebben dringend steun nodig, want ze kunnen de reparaties niet alleen uitvoeren en zitten zonder werk, geld en voedsel”, aldus zuster Marie Justine.

 

Featured Image

Een reddingslijn voor arme gezinnen

Waar sommige lokale NGO’s weigeren noodhulp te geven aan niet-moslims, hebben de projectpartners van Kerk in Nood ter plaatse meer dan 70 procent van de hulp verdeeld onder deze achtergestelde Christenen. De rest van de hulp ging naar andere kwetsbare groepen. De voedselhulp is gericht op de gezinnen van dagloners, riksjarijders, schoonmakers en arbeiders in baksteenfabrieken die van de ene op de andere dag hun baan zijn kwijtgeraakt door de lockdown. Deze arme mensen hebben zelden spaargeld om op terug te vallen. Aneel Mushtaq, uitvoerend secretaris van Caritas Pakistan in Faisalabad: “De steun die u bij Kerk in Nood heeft gegeven, heeft mensen van de honger gered. Velen van hen hadden niets meer om hun families mee te voeden. Ze bevonden zich in een zeer beangstigende situatie.”

Naast voedselpakketten heeft Kerk in Nood in het kader van coronahulp ook persoonlijke beschermingsmiddelen gefinancierd voor alle 46 priesters en ruim 100 catechisten in het bisdom Faisalabad. De gezichtsmaskers en ontsmettingsmiddelen maken het voor hen mogelijk om de gelovigen te blijven dienen in deze tijd van grote nood. Ook ontvangen arme kinderen op twintig katholieke scholen in het bisdom Faisalabad studiebeurzen.