fbpx
Featured Image

Zusters India zwaar getroffen door corona

Een reeks gebeurtenissen verscheurde de communiteit van de Dochters van het Kruis. Het begon op 5 oktober toen zr. Flora werd gediagnosticeerd met corona. De volgende dag werd ook zr. Suchita in het ziekenhuis opgenomen. Haar toestand verslechterde snel. In één week werden achttien zusters van de communiteit gediagnosticeerd met het virus. Zr. Anupama, de provinciale overste, en zes andere zusters hadden ernstige gezondheidsklachten en moesten onmiddellijk in het ziekenhuis worden opgenomen.

Na acht dagen in het ziekenhuis konden sommige zusters weer naar huis komen, waar ze nog acht dagen in quarantaine moesten blijven. Zuster Suchita kwam niet thuis. Op 23 oktober om 20.00 uur is de religieuze zuster overleden. “We worden Dochters van het Kruis genoemd. Dit keer heeft de Heer ons een deel van zijn kruis gegeven. Maar laten we niet vergeten dat we het niet alleen dragen. Hij is bij ons. Laten we dus samen het kruis dragen en elkaar helpen. Laten we het kruis omarmen en moedig optillen”, schreef zr. Anupama toen ze de provincie over het verlies informeerde.

Zr. Suchita was de directeur van een school die onderwijs bood aan 320 kinderen uit arme gezinnen. Ze was ook lid van de Provinciale Raad van haar congregatie en de overste van de communiteit in Hamirpur. “Zr. Suchita gaf haar leven voor de armsten en de zwaksten. Het is een groot verlies voor de provincie en voor mij persoonlijk”, aldus een herstelde zr. Anupama. Ondanks de risico’s en ontberingen, zet de congregatie, gesticht door Moeder Marie Therese Haze in 1833, en vooral actief op het gebied van onderwijs, haar werk voort.

Toen de corona-epidemie zich in India verspreidde en de mensen de gezondheids- en economische gevolgen van de pandemie begonnen te ondervinden, konden veel gezinnen het schoolgeld niet betalen. Als gevolg daarvan ontvingen de zusters die als leerkracht werken vele maanden lang geen salaris. In de voetsporen van hun stichter bleven de Zusters van de Dochter van het Kruis echter in de noden voorzien van wie het meest lijden in de samenleving. Zo zorgen ze voor ontsmettingsmiddelen en zelfgemaakte maskers voor wie zich deze essentiële middelen niet kunnen veroorloven. De meest kwetsbare gezinnen zijn bovendien afhankelijk van de zusters voor voedsel en medicijnen. “De nood groeit, net als het lijden van de mensen,” aldus zr. Anupama.

De missie van de zusters is om aan alle mensen in het lijden en de dood van Jezus Christus aan het kruis de ervaring van Gods liefde te openbaren. Ze verrichten pastoraal en sociaal werk in de sloppenwijken van Rourkela en bezoeken zieken, bejaarden en noodlijdende arbeidsmigranten die niet voor hun gezin kunnen zorgen. India is zwaar getroffen door de corona-epidemie. Er zijn meer dan 8,5 miljoen positieve gevallen geregistreerd in het land. Meer dan 127.000 mensen stierven aan het coronavirus. “We weten niet hoe lang deze pandemie een ravage gaat aanrichten. Onze stad Rourkela is zwaar geteisterd. De mensen zijn bang,” zei Sr. Anupama.

Kerk in Nood steunt de congregatie in India al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw. Nu, in tijden van nood, vallen de zusters opnieuw terug op de steun van de stichting. “We proberen deze tragische gebeurtenissen [het verlies van zuster Suchita en de ziekte van 18 andere zusters] te boven te komen, maar het zal tijd vergen. De ziekenhuisrekeningen vallen ons zwaar, want de provincie werkt nog steeds aan haar economische duurzaamheid. We weten niet hoe lang deze pandemie zal voortduren. De zusters die ziek zijn, hebben goede zorg en voedzaam eten nodig. Als u en uw donateurs overwegen om ons in deze crisistijd te steunen, zal ik u ooit dankbaar zijn voor uw goedheid”, besluit zr. Anupama in haar brief.

Helpt u zusters in deze moeilijke corona-pandemie om de medische kosten te dekken? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van ‘Zusters India.’ Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.

Featured Image

Corona in Congo: “Verlies mager loon nachtmerrie”

De lockdown als gevolg van de coronapandemie heeft ook in de Democratische Republiek Congo een bijzonder zware impact op de Kerk. Op 22 juni werden 5.826 bevestigde besmettingen en 130 doden door het coronavirus gemeld. Met de komst van de pandemie werd het leven van religieuze zusters in Bukavu, een kerkelijke provincie in het oosten van het land, een nachtmerrie. “Zelfs onder normale omstandigheden is de situatie daar uiterst moeilijk”, legt Christine du Coudray, verantwoordelijke bij Kerk in Nood (ACN) voor projecten in het land, uit. “In een regio die al wordt geteisterd door etnische conflicten, waar het leven wordt gekenmerkt door onzekerheid, gewapende invallen vanuit buurlanden, ontvoeringen en verkrachtingen, leven de religieuze zusters door catechese te geven en te werken in scholen en gezondheidscentra. De gezondheidsmaatregelen die zijn opgelegd ter bescherming tegen het Coronavirus hebben hen echter van hun broodwinning beroofd, waardoor hun situatie uiterst precair is geworden.”

Geen patiënten en scholieren
De lonen worden al niet meer betaald sinds de president van de Democratische Republiek Congo op 24 maart de noodtoestand afkondigde. Bovendien worden medische hulpverleners, een groep waartoe veel religieuze zusters behoren, gecompenseerd afhankelijk van het aantal patiënten dat zij behandelen. “Uit angst om besmet te raken met het Coronavirus, zijn veel mensen op dit moment echter niet bereid om naar de ziekenhuizen te gaan voor verzorging. Dit betekent dat de religieuzen drastische bezuinigingen hebben doorgevoerd of zelfs een volledig verlies aan inkomsten hebben geleden. De religieuzen die in de scholen werken, zijn voor hun levensonderhoud afhankelijk van de bijdragen die zij normaal gesproken van de ouders van hun leerlingen ontvangen. Nu scholen als gevolg van de pandemie zijn gesloten, is ook deze bijdrage niet meer aan de orde”, legt Du Coudray uit.

Om het voortbestaan van de religieuzen te verzekeren, zelfs in het licht van deze ontberingen, heeft Kerk in Nood noodhulp goedgekeurd voor 69 zustergemeenschappen uit zes congregaties die in de zes bisdommen van de kerkelijke provincie Bukavu werkzaam zijn. De 120.000 euro die de stichting schenkt naar aanleiding van een oproep door mgr. François-Xavier Maroy, aartsbisschop van Bukavu, om hulp te bieden, komt ten goede aan in totaal 464 religieuze zusters. Du Coudray: “Het is onze plicht om hen te troosten bij deze ontberingen, een troost die zij vele malen zullen vermenigvuldigen ten gunste van degenen die nog minder hebben dan zijzelf.”

Zelfgave
De projectmedewerker van Kerk in Nood heeft groot ontzag voor de zusters in het land: “Terwijl hulporganisaties veelal zijn gevlucht vanwege het voortdurende conflict, staan de Kerk en in het bijzonder deze religieuzen dicht bij de zwaarst benadeelde groepen. Ze worden niet erkend, maar werken volledig in de geest van Moeder Teresa! Hoe vaak heb ik ze niet bezocht na wéér een aanval door rivaliserende bendes, nadat ze het slachtoffer waren geworden van verkrachtingen en bloedbaden die niemand spaarden, nadat ze aardbevingen, aardverschuivingen of ontzagwekkende overstromingen hadden overleefd, zoals zojuist is gebeurd in Uvira [100 km ten zuiden van Bukavu]. Het zijn rampen die alles in hun kielzog uitwissen en een groot deel van de verwoesting hebben weggevaagd. Dit conflict smeult al 20 jaar.”

Helpt u de zusters in Bukavu deze crisis door? Doneer dan online via deze site of maak uw gift over onder vermelding van ‘Zusters Congo.’ Uw gift wordt gebruikt voor dit project of soortgelijke projecten in de regio.

Featured Image

Brazilië en het coronavirus: steun aan 500 helpers

In de staat Ceará, in het noordoosten van Brazilië, steunt Kerk in Nood het werk van priesters onder de meest behoeftigen in de stad Itapipoca, die zwaar getroffen is door de pandemie De Kerk werkt er hard om de geest van solidariteit te behouden en plaatselijke Christenen, die afhankelijk zijn van steun, te bereiken. Het aantal gevallen van het Coronavirus neemt in de regio nog steeds toe. Op 5 juni waren er 4.258 bevestigde besmettingen en 203 doden. Als gevolg daarvan blijven de kerken gesloten en worden de Missen via sociale media vanuit huis gevolgd.

Aanwezig in levens gelovigen
Volgens pr. Francisco Danízio Silva, de econoom van het bisdom Itapipoca, maken de mensen een zeer moeilijke tijd door. “We worden geconfronteerd met veel moeilijkheden: ten eerste is het onderhouden van contact met onze mensen lastig. Onze mensen hebben ons hard nodig, onze gebeden, ons gezelschap, onze raad. Maar door de pandemie is het moeilijk om dit fysieke contact in stand te houden. Het andere aspect is de financiële kwestie. Onze inkomsten zijn sterk verminderd. De offerande van de gelovigen is met ongeveer 60% gedaald. Er zijn geen collectes meer, omdat er geen openbare Missen meer zijn. En dus is de situatie erg gecompliceerd, omdat de middelen die we wel hadden nu uitgeput raken.”

“Op dit moment is het niet mogelijk om persoonlijk te spreken met onze mensen, die erg overstuur en angstig zijn. We helpen hen zo goed mogelijk via de sociale netwerken zoals WhatsApp, Facebook en YouTube”, legt pr. Francisco uit. “Het bisdom heeft ook twee radiozenders die het gebruikt om dicht bij de mensen te blijven. We gebruiken deze middelen om onszelf en onze gelovigen te beschermen. Wanneer ze toch naar buiten moeten gaan of hulp moeten bieden in noodsituaties, gebruiken de priesters beschermende gelaatsmaskers.

In sommige parochies zijn de priesters, om de mensen te helpen, er sinds het begin van de pandemie in geslaagd een hupacties te organiseren. Zo worden voorraden verzameld en basisbenodigdheden verdeeld onder de meest hulpbehoevenden. “De laatste tijd hebben we grote inspanningen gedaan om geld in te zamelen, maar dat wordt nu heel moeilijk, want de mensen hebben zelf bijna niets”, legt pr. Francisco uit. “Sommige parochies hebben besloten om voor de meest hulpbehoevende families dagelijks in een avondmaaltijd te voorzien. Maar ook voor deze campagne is het geld op.” Parochiepriester Danízio rekent op de vriendelijkheid van de gewone mensen. “In de tijden die we nu doormaken, is de steun van elk individu erg belangrijk. Met het weinige dat we hebben, kunnen we nog steeds veel mensen helpen. Onze Kerk is arm en in nood, maar ze is rijk aan de genade van God en aan vriendelijke en vrijgevige mensen”.

Dankbaar voor steun
Pr. Francisco is dan ook erg dankbaar voor de weldoeners van Kerk in Nood. “Jullie, de weldoeners van Kerk in Nood, helpen ons enorm. Gedurende deze tijd is uw steun direct gekoppeld aan de hulp die wij kunnen geven aan deze broeders en zusters van ons… die zoveel van ons nodig hebben; ons medeleven, onze aandacht en onze liefdevolle steun. Ik bid tot God, op voorspraak van Zijn allerheiligste Moeder Maria, dat Hij ieder van u mag zegenen en dat uw edelmoedigheid de bron van uw heil zal zijn. Laten we nooit vergeten dat het helpen van onze naaste een van de meest doeltreffende manieren is om onze Heer Jezus Christus, de Goede Herder, te imiteren. Onze dank aan allen die ons helpen om te evangeliseren door middel van naastenliefde, over de hele wereld”.

Sinds het uitbreken van de Coronavirus pandemie heeft ACN International honderden priesters, religieuzen en lekenpastoraal werkers financieel noodhulp geboden, zodat ze de meest behoeftigen kunnen blijven helpen. Als u ons wilt helpen dit mooie werk voort te zetten, klik dan hier om uw donatie te doen.

 

Featured Image

Priesters en religieuzen tegen Corona

De coronavirus-pandemie raakt arme mensen extra hard. Zonder sociaal vangnet moeten veel mensen wereldwijd kiezen tussen honger en het risico op besmetting. Een duivels dilemma. Daarnaast maken de omstandigheden waarin zij leven en werken het risico op besmetting groter. Zo werken in Pakistan veel mensen zonder beschermingsmiddelen als sanitair werkers en leven veel mensen in sloppenwijken met meerdere gezinnen in een huis.

Dankzij uw steun kunnen priesters en religieuzen hun parochianen en anderen steunen in deze uitzonderlijke tijd waarin het coronavirus levens eist. Met voedsel, voorlichting over het virus en medische zorg. Maar ook geestelijke weerbaarheid is belangrijk, vooral voor mensen die eenzaam zijn. Priester, religieuzen en leken zoeken de mensen op om hen van veilige afstand te troosten, te bemoedigen en weer hoop te geven. Met uw hulp kan Kerk in Nood priesters en religieuzen steunen zodat zij hun werk kunnen blijven doen.

Helpt u hen mee? Doneer dan veilig online via deze website of maak uw gift over onder vermelding van ‘Corona.’ Uw gift gaat naar de vele priesters en religieuzen die Kerk in Nood om hulp hebben gevraagd in deze moeilijke omstandigheden. 

Featured Image

Zusters in frontlinie bij strijd tegen Corona

De organisatie heeft noodhulp ter beschikking gesteld zodat priesters en religieuzen hun pastorale en sociale werk onder de meest kwetsbare mensen kunnen blijven uitvoeren. Zelf gaan ze voorop in de strijd tegen het coronavirus in Oekraïne.

Blijf voor ons bidden
Zuster Daniela Pukhalska is verpleegkundige in Odessa aan de Zwarte Zee. Ze werkt op de afdeling besmettelijke ziekten en heeft daardoor ervaring uit de eerste hand met het lijden. “Op dit moment komen veel patiënten naar ons toe waarvan we vermoeden dat ze besmet zijn”, vertelt ze aan Kerk in Nood. “Een paar dagen geleden kregen we te horen dat we vanaf nu alleen nog maar patiënten moeten accepteren die al positief getest zijn. Er is zoveel werk aan de winkel dat ik me aan het eind van de dag absoluut uitgeput voel.” Sommige artsen zijn in paniek geraakt en enkelen zijn zelfs vertrokken. Van haar kant blijft ze echter relatief ontspannen. “Zoals onze baas ons altijd vertelt, wisten we wat voor een afdeling we werkten en wat we konden verwachten.”

Ze is zelf niet bang voor een infectie. Als religieuze zuster van het Onbevlekt Hart van Maria verzekert ze dat dit vertrouwen te danken is aan de genade van God en aan het feit dat veel mensen voor haar en voor de zieken bidden. Ze zegt: “Ik weet dat veel mensen voor ons bidden, voor de artsen en alle medewerkers, en we zijn daar heel dankbaar voor. Blijf alsjeblieft voor ons bidden, zodat we onze kracht niet verliezen.”

Proberen patiënten te beschermen
Ook de religieuze zusters die voor de zwakkeren en de ouderen zorgen, zijn zwaar getroffen door de pandemie. Zoals zuster Justiniana, die werkt in het bejaardentehuis van Maria de Moeder van Barmhartigheid in Lviv in West-Oekraïne. De zusters van Sint Jozef zorgen hier voor 25 bedlegerige mensen die 24 uur per dag medische zorg en toezicht nodig hebben. Als gevolg van de corona-pandemie hebben ze hun veiligheidsmaatregelen aangescherpt. “Het is nu verboden om patiënten te bezoeken”, vertelt zuster Justiniana. “En het personeel moet maskers en beschermende kleding dragen. Alles moet diepgaand worden gereinigd met een ontsmettingsmiddel. We zijn bang dat we binnenkort zonder de benodigde apparatuur en medicijnen komen te zitten, omdat het moeilijk is om aan nieuwe voorraden te komen. Maar ondanks alles proberen we niet in paniek te raken, maar onze patiënten te kalmeren en te beschermen.”

Ook zij vindt nieuwe kracht en moed in haar geloof voor de dagelijkse strijd. “Begin april herdachten we de 15e verjaardag van het overlijden van de heilige Johannes Paulus II. We herinnerden ons zijn woorden ‘Wees niet bang! Open de deuren naar Christus!’ Als we ons hart openen voor Christus en Hem verwelkomen, dan staan we onder Zijn speciale bescherming. En dus vertrouwen we onze huizen en de hele wereld aan Hem toe.”

Zuster Jana Lypivska van de Zusters Benedictinessen werkt al twee jaar in de parochie van de Heilige Aloysius, in Zhmerynka in het centrum van het land. Tot voor kort was haar voornaamste taak de catechese aan kinderen en volwassenen ter voorbereiding op de sacramenten. Maar zuster Jana heeft ook altijd gezorgd voor de ouderen en behoeftigen in de parochie. Nu is dit haar belangrijkste taak geworden, legt ze uit. “In deze moeilijke tijd van opsluiting hebben deze mensen vooral onze hulp en het getuigenis van ons leven nodig. Velen van hen vragen ons om onze gebeden. We openen onze kapellen zodat één persoon tegelijk kan bidden en we doen boodschappen of proberen er gewoon te zijn voor deze mensen in deze moeilijke tijden.”

Armoede nijpend
Al voor de pandemie was de economische situatie in Oekraïne nijpend, vanwege de oorlog die sinds 2014 het land verscheurt. Weinig mensen hebben spaargeld en het verlies van werkgelegenheid als gevolg van de pandemie heeft velen op de rand van de overlevingskansen gebracht. Dit is ook iets wat de zusters in Ivano-Frankivsk in West-Oekraïne voelen. Zuster Elena Gnadziuk behoort tot de congregatie van de Myrrh-dragende Zusters (de Myronositsi). Hun klooster wordt dagelijks bezocht door een tiental mensen die in armoede leven. De zusters delen hun voedsel en andere benodigdheden met hen. Elke dag zijn er meer en meer. “Elke keer als ik de deurbel hoor en de deur van ons klooster open doe, zie ik mensen in nood. Onder hen bevinden zich ook daklozen en mensen die hun baan hebben verloren en nu in financiële moeilijkheden verkeren. Gisteren kwam een vrouw naar ons toe en vroeg om voedsel voor haar drie kinderen. Na haar kwam een man die vroeg om voedsel voor zijn moeder. Onder de behoeftigen zijn er veel mensen die op zichzelf wonen”, legt zuster Elena uit.

Kerk in Nood ondersteunt al deze gemeenschappen al jaren, waardoor de zusters hun specifieke charisma van zorg en dienstbaarheid aan de allerarmsten kunnen vervullen. Dankzij uw steun bij de vorming van nieuwe roepingen, het ondersteunen van hun eigen zieke en oudere zusters, kunnen de congregaties op hun beurt hulp bieden aan anderen.

Featured Image

Kazachstan: “Zusters belangrijk voor pastorale zorg”

Hoewel Katholieken slechts een minieme minderheid vormen van de bevolking, kunnen de priesters de pastorale zorg door de grote afstanden niet alleen aan. De zusters zijn hard nodig. Diverse congregaties dragen hun steentje bij. Ze geven catechese aan kinderen, jongeren en volwassenen en bereiden hen erop voor de sacramenten te ontvangen. Ze organiseren bezinningsdagen, vakantiekampen en jongerenbijeenkomsten en ze bekommeren zich om bejaarde, zieke, eenzame en behoeftige mensen.

De Vincentianessen bijvoorbeeld, die in Shortandy een huis hebben, bezoeken in diverse dorpen in een straal van 80 kilometer mensen die hun hulp nodig hebben. In Makinsk hebben hun medezusters een gaarkeuken waar veertig gezinnen elke dag een warme maaltijd aangeboden krijgen. Ook komen dagelijks 25 kinderen naar de zusters om er te spelen, te knutselen en aan de catechese deel te nemen. De zusters van de congregatie van de Goddelijke Barmhartigheid begeleiden de priesters op huisbezoeken in de dorpen. In hun huis hebben ze bovendien acht meisjes opgenomen die in de stad Petropavlovsk studeren. Ze begeleiden hen, beantwoorden hun vragen over het geloof en bidden samen met hen. Eens in de maand organiseren de zusters samen met de priesters een jongerenbijeenkomst.

Kerk in Nood ondersteunt de zusters elk jaar. Aartsbisschop Tomasz Peta schrijft ons: “De zusters zijn verbonden met God en blijven tegelijk onlosmakelijk verenigd met de mensen. Ze leven voor de mensen en treden op als hun vertegenwoordigers. Ze leven onder dezelfde omstandigheden als de leken om zo hun noden te leren begrijpen en zich in hun naam tot God te wenden. Ze maken eten klaar, verbouwen fruit en groenten in de tuin, gaan naar de markt en werken met hun handen. In de winter moeten ze hun kloosters verwarmen en hun geestelijk leven en kennis voeden door het lezen van geestelijke literatuur. Aangezien Kerk en staat gescheiden zijn, leven de kloosterlingen van de vrijgevigheid van gelovigen. Uw financiële steun bevrijdt hen ten dele van die zorgen, zodat ze zich helemaal aan hun roeping kunnen wijden.”

Helpt u de 70 zusters in het aartsbisdom van Astana waardevol pastoraal werk verrichten? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code 351-05-39. Uw gift wordt voor dit project gebruikt of voor soortgelijke projecten in de regio.

Featured Image

Burkina Faso: zusters weerstaan terroristische dreiging

Door Amélie de La Hougue

Zuster Pauline, de generaal-overste van de congregatie en al 25 jaar zuster en haar medezuster Marie-Bernadette, de voormalige generaal-overste en al 35 jaar geleden ingetreden, vertellen over hun ervaringen en werk in Burkina Faso.

Kunt u ons wat meer vertellen over uw gemeente?

Onze gemeenschap van de Onbevlekte Ontvangenis werd in 1924 in Burkina Faso begonnen en is nu niet alleen actief in Burkina, maar ook in Togo, Niger, Benin, Ivoorkust, Mali, Algerije, Italië en Frankrijk. In totaal zijn er 463 zusters in de congregatie, waarvan 30 buiten Burkina Faso. We hebben ook 24 novicen en 24 postulanten. In Burkina Faso zijn we aanwezig in 13 van de 16 bisdommen van het land.

Vandaag de dag wordt Burkina Faso in toenemende mate wordt geteisterd door terroristisch geweld. Heeft u dit persoonlijk gezien?

Ja, we leven momenteel in een klimaat van permanente onveiligheid. Vooral onze zusters in de gemeenschappen in het noorden van het land zijn dagelijks getuige van botsingen. In Bam waren de terroristen slechts 3,2 km verwijderd van de congregatie. We nemen elke dag vluchtelingen op, vooral vrouwen van wie de man is vermoord – omdat de terroristen vooral de mannen doden – maar ook kinderen en ouderen. In het noorden zorgen de zusters dagelijks voor tussen de 30 en 60 vluchtelingen. En zelfs hier in Ouagadougou, de hoofdstad, hebben we meer dan 600 mensen opgenomen. Deze mensen hebben brood, water, een beetje zeep nodig, maar vooral ook een sympathiek gehoor, een gebaar van zachtaardigheid, van geliefd zijn, zelfs al is het maar voor een dag, na wat ze hebben meegemaakt.

Zijn de terroristen gericht op een bepaald deel van de bevolking?

Iedereen is in het vizier – katholieken worden gedood, animisten worden gedood, moslims worden gedood, protestanten worden gedood!

Neemt u iedereen op en helpt u iedereen?

Ja natuurlijk, we verwelkomen alle vluchtelingen of christenen, moslims, animisten …

Bent u bang?

Bang, nee, omdat we vertrouwen op de voorzienigheid van God. Maar we weten dat er elke dag iets met ons kan gebeuren en dat we voorbereid moeten zijn op elke mogelijke situatie. We zijn bezorgd over iedereen, we willen in staat zijn om aan de noden van elk individu te lenigen. Als overste van de congregatie dragen we zorg voor al deze noden en zorgen. Hier in Burkina Faso lijdt iedereen aan dit klimaat van onveiligheid, niet alleen onze zusters in het noorden van het land, ook die in Mali….

Wat zegt u tegen uw eigen zusters in deze moeilijke tijden?

We zeggen dat ze stevig geworteld moeten blijven in hun geloof en in liefde. We moedigen hen aan in hun missiewerk, waar ze zich ook bevinden. En we bidden veel, voor vrede maar ook voor de bekering van de terroristen. Dat doen we al vele jaren, elke dag. We hopen dat de Heer ons zal helpen, want we zijn er voor Hem. We leven dit martelaarschap in geloof.

Heeft u erover gedacht om sommige van uw gemeenschappen te sluiten, zoals bijvoorbeeld die in Dori?

We willen geen van onze gemeenschappen sluiten, omdat de mensen al bang zijn. Als ze de religieuze zusters zien vertrekken, dan zullen ze zich echt verlaten voelen. We willen bij de mensen blijven, hen helpen en troosten. Onze zussen in Mali werden gedwongen om te vertrekken om acute veiligheidsredenen, maar nu vertellen ze me dat ze bereid zijn om daar terug te keren. Ze voelen dat ze klaar zijn om samen met de mensen te lijden, zij aan zij met hen.

Blijven de christenen hopen, ondanks de dreigingen die boven hun hoofden hangen?

Ja, we hebben een echte geestelijke groei onder de mensen opgemerkt. Geconfronteerd met deze moeilijkheden verlaten de Christenen de kerken niet. In plaats daarvan bidden ze nog meer! In het aartsbisdom Ouagadougou hebben we een gebedsketen georganiseerd in de 35 parochies, zodat elke week een parochie speciaal voor vrede bidt.

Welke boodschap wilt u aan Christenen in Europa overbrengen?

Wij vragen hun gebeden, hun solidariteit en hun aanmoediging. We zijn verrast door wat er met ons gebeurt, maar tegelijkertijd delen we in het lijden dat zoveel andere Christenen in andere landen ervaren. En we vragen ook hen om standvastig te blijven in hun geloof.

We willen ook onze oprechte dank betuigen aan iedereen die ons helpt en ons aanmoedigt om de hoop te bewaren, zodat we iedereen die om ons heen lijdt kunnen blijven helpen. Op deze manier delen we in één grote gemeenschap van gebed.

Hoe ziet u de toekomst?

We vertrouwen op de goddelijke Voorzienigheid. We weten dat de Heer van ons houdt en dat Hij ons zal helpen dit lijden te doorstaan. We behouden onze geest van hoop en weigeren in wanhoop te vervallen.

Kerk in Nood helpt de zusters al jaren in Mali en Burkina Faso. De hebben we bijgedragen aan voertuigen, de renovatie van hun vormingshuizen, muziek-apostolaat, zonne-energie en de vorming van de zusters. Met uw hulp kunnen we de congregatie verder helpen bij de vorming van zusters, begeleiding van roepingen en om de aanwezigheid van de zusters op de moeilijkste plaatsen mogelijk te maken. Helpt u mee?

Featured Image

Zusters in Benin essentieel voor parochieleven

Sinds juli 2018 wonen en werken de zusters uit Togo, die behoren tot de congregatie van de Missionaire Catechetische zusters van het Meest Heilig Hart, in Parakou. In deze grote en zich dynamisch ontwikkelende stad in het noorden van Benin leven verschillende etnische groepen samen. De meerderheid van de bevolking is Moslim, maar omdat de stad op een belangrijk kruispunt ligt en gemakkelijk toegankelijk is, heeft de congregatie hier sinds 1997 een vormingshuis. Hier ontvangen de jonge Afrikaanse zusters van de congregatie hun geloofsvorming.

Momenteel zijn er vijf jonge zussen in opleiding. Ze komen allemaal uit arme gezinnen en de meesten wonen ver van huis. Ze kunnen dus nauwelijks hopen op steun van hun gezin. Noch kunnen de plaatselijke parochies het zich veroorloven om het werk van deze zusters te steunen. De zusters leveren wel een essentiële bijdrage aan de parochies, bijvoorbeeld door jongeren en volwassenen in het geloof te instrueren, zieken en ouderen te bezoeken en hun de heilige Communie te brengen.

Met uw steun kunnen we zusters Helène en zuster Epiphanie ondersteunen bij het leveren van een goede vorming voor hun jongere medezusters.

Helpt u mee? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code: 117-05-39. Uw gift gaat naar de zusters in Parakou of naar soortgelijke projecten in de regio.

 

Featured Image

Twee christelijke meisjes ontvoerd en bekeerd

Samra werd gedwongen te trouwen en zich tot de Islam te bekeren; haar familie heeft haar sinds haar ontvoering niet meer gezien. Nehah had meer geluk en ontsnapte aan haar ontvoerder, hoewel ze werd aangerand. Dit zijn slechts twee voorbeelden van ontvoering van christelijke minderjarige meisjes in Pakistan en de praktijk van gedwongen huwelijken en bekering tot de Islam. Het aantal van dergelijke incidenten neemt sterk toe.

Samra houdt van haar familie en begrijpt dat ze hen moet helpen; ze houdt van koken en assisteren bij huishoudelijke taken. Ze heeft slechts drie jaar lagere school afgerond; het gezin leeft van dagloon en haar ouders kunnen het schoolgeld niet betalen. Op 16 september 2019 was Samra alleen thuis. Haar ouders waren op het werk en haar broers en zussen waren op de markt. Die dag werd ze met geweld in een auto gegooid en meegenomen. Samra’s broer Shahzad zag de auto wegrijden. Hij rende er achteraan maar kon deze niet bijhouden. Haar ouders hebben herhaaldelijk melding gemaakt van de ontvoering, maar de lokale politie beweerde dat ze niet was meegenomen, maar dat ze van huis was weggelopen. Haar ouders werd verteld om geen scène te maken.

Het duurde even voordat het gezin nieuws kreeg. De mensen hoorden dat Samra was getrouwd en zich had bekeerd tot de Islam. Haar huwelijksakte vermeldde dat ze 19 jaar oud was. De politie beval haar ouders niet terug te komen en ze werden bedreigd dat hun andere dochter, Arooj, een vergelijkbaar lot zou ondergaan. Het gezin bleef volharden. Ze sloten een lening van 40.000 roepies (ongeveer € 250) af, zodat ze geld hadden om aan officieren te geven telkens als ze naar het politiebureau gingen. Ze hoopten dat het geld de agenten zou aansporen om op te treden. Daartoe verkochten ze ook hun naaimachine en telefoons. Elke roepie die ze verdienden, ging op aan de zoektocht naar Samra. Tevergeefs.

Arooj: “Mijn leven is niet gemakkelijk. We missen Samra; we eten en slapen slecht. Ik ga niet naar school omdat we de kosten niet kunnen betalen. Toch weet ik dat God ons niet heeft verlaten. Jezus is met mij. Ik draag altijd een rozenkrans bij me en ik bid dat Moeder Maria ons blijft beschermen. Dit gebied is niet veilig voor ons. Mijn moslimvrienden behandelen me goed, maar hun moeders mogen me niet. Ze denken dat ik onrein ben; Ik mag alleen bepaalde borden en glazen gebruiken. Ik hou van mijn land, maar ik wil daar leven waar we allemaal worden gerespecteerd. Ik vraag nederig dat wereldleiders werken aan onze veiligheid en vrede. Mensen vergeten vriendelijk te zijn. ‘

Neha Pervaiz vertelde Kerk in Nood haar eigen verhaal. “Ik ben in veel opzichten een normaal meisje. Ik ben dol op tekenen, schetsen en racen; Ik speel graag met mijn beste vriend Madiha en mijn drie jongere broers en zussen. Maar ik ben ook Christen en ik heb daarom enorm geleden. Mijn tante, wiens kinderen ik heb verzorgd en die ik in bad deed, stond mijn verkrachting en ontvoering toe. Terwijl we in haar huis waren, werden mijn broer en ik opgesloten in aparte kamers en geslagen. Een man genaamd Imran heeft me verkracht en me gedwongen de Koran te reciteren. Omdat ik eerst weigerde, sloegen ze mijn broer nog harder. Ik gaf toe om hem veilig te houden. Vervolgens werd ik zeven dagen gevangen gehouden in het huis van Imran, totdat een van zijn dochters me bevrijdde. Een van de kinderen van mijn tante nam me op in huis en wist me verborgen te houden. Ze leende me een boerka en 500 roepies (ongeveer € 3) zodat ik veilig naar mijn familie kon terugkeren. Maar mijn ouders geloofden me niet toen ik hen vertelde wat er was gebeurd.”

“Ik leef nu onder de bescherming van de Kerk, maar ik ben niet veilig. God beschermde me en ik ontsnapte. Ik draag met trots het kruis waar ik ook ga. Ik kan nergens alleen heen, want ik word misschien opnieuw aangevallen. Ik ben niet vrij om naar de kerk te gaan. Ik heb geen beveiliging of wettelijke bescherming. Toch wil ik mijn land niet verlaten. Dit is mijn huis. Ik wil rechten studeren, zodat ik andere meisjes tegen soortgelijke misdaden kan beschermen. Ik hoop ook dat wereldleiders wetgeving ondersteunen die de veiligheid van vrouwen waarborgt en gedwongen bekering en huwelijken voorkomt.”

Featured Image

Drie jaar na aanval op christenen in Bangladesh

In Dhakka, de hoofdstad van Bangladesh, werden vandaag gedenkdiensten gehouden voor de slachtoffers van de aanslag van 1 juli 2016. Vijf leden van de Jamaat-ul-Mujahideen Bangladesh (JMB), een islamistisch fundamentalistische groepering, bestormden toen het Holy Artisan Bakery Café, een restaurant in het rijke district Gulshan dat door buitenlanders bezocht werd. Ze verdeelden de klanten in twee groepen. Degenen die de koranverzen uit hun hoofd kenden, werden vrijgelaten; de anderen werden gedood.

Twintig burgers, waaronder negen Italianen, en twee politieagenten kwamen om. Hoewel de regering de terroristische dreiging in vuurgevechten met veiligheidstroepen heeft ‘geëlimineerd,’ blijven er vragen over de voedingsbodem voor radicalisme in het land. Op dit moment ligt de zaak nog voor Dhaka’s Speciale Antiterrorisme Tribunaal. Na drie jaar zijn 21 leden van de JMB aangeklaagd, inclusief de bommenleggers, planners en wapenleveranciers.

Na de aanval ontdekten de Bengalen dat het islamitische fundamentalisme diep geworteld was in hun land. Vooral in vanuit het buitenland gefinancierde Koranscholen en op internet werden jonge geesten beïnvloed. “Zelfs studenten van katholieke scholen, die zijn geschoold in kritisch denken, zijn door terroristen gehersenspoeld”, aldus pr. Francesco Rapacioli, missionaris van het Pontificale Instituut voor Buitenlandse Missies (PIME) in Bangladesh. In gesprek met AsiaNews vertelt hij hoe belangrijk de rol van scholen is: “In dit geval gaat het gevoel van islamitische gemeenschap (Ummah) en de oproep om de Islam ten koste van alles te verdedigen voor alles.”

Rapacioli: “Als we de voorwaarden voor radicalisering willen voorkomen, moeten we systematisch het onderwijs op islamitische scholen controleren en leren om menselijker te zijn, zelfs op liberale en katholieke scholen.” Met dit in gedachten, lanceerde hij eerder al een beweging voor dialoog en coëxistentie onder jongeren van verschillende religies, Shalom genoemd. Deze werd in 2005 door de missionaris, een broeder uit Taizé en een predikant van de kerk van Bangladesh (Presbyterianen en Anglicanen) opgericht. Tijdens de eerstvolgende vergadering op 21 september concentreren 60 jonge christenen en 60 jonge moslims zich op de Verklaring over menselijke broederschap die in februari in Abu Dhabi werd ondertekend door paus Franciscus en de grootimam van de Al-Azhar universiteit in Caïro, Ahmad Muhammad Al-Tayyib. “Het is een symbolisch gebaar, maar het kan een andere mindset opbouwen en stelt christenen en moslims in staat elkaar te ontmoeten; niet door te doen alsof we allemaal hetzelfde zijn, maar door ons af te vragen of en hoe het mogelijk is samen te leven, te beginnen bij onze eigen groep.”

Bron: AsiaNews