Een gehandicapte man uit het noorden van Nigeria sprak zijn afschuw uit nadat hij verplicht werd om toe te zien hoe extremisten wreedheden uitvoerden zoals het doden van vier mannen en het platbranden van een katholieke school. Het personeel en de studenten van het Sint-Jozef seminarie moesten vluchten voor hun leven en verborgen zich in een nabijgelegen bos toen vermoedelijke militieleden van Boko Haram het dorp Shuwa binnenrukten met een bewapende tank, raketvuur, zware machinegeweren en een tiental jeeps.
Andrew, één van de personeelsleden die er niet in slaagde te ontsnappen en ontdekt werd door de militieleden, werd in zijn rolstoel gezet, naar buiten gereden en moest toezien hoe zijn huis in de vlammen opging. Nadien reden ze hem naar andere delen op de campus waar ze opnieuw brand stichtten en andere wreedheden uitvoerden.
De kapel, de woning van de priester, klaslokalen en slaapzalen werden opgeblazen met zware explosieven. Even verder vielen ze een kliniek aan van de zusters augustinessen die maar net op tijd konden wegrennen. Maar nog het meest traumatische voor Andrew was de verplichting om toe te kijken hoe vier bewakers van het seminarie werden omgebracht.
We hoorden het verhaal van priester John Bakeni die zeer nauw verbonden is met het seminarie in de deelstaat Adamawa. Over de wreedheden van woensdag 26 februari zei hij tegen Kerk in Nood: "Nadat de bewakers waren neergeschoten, vertelden ze aan Andrew dat hij de volgende zou zijn. Toch zei de bevelhebber dat hij eerst even wou overleggen met zijn spirituele leider. Toen hij terugkwam verklaarde hij dat kreupelen tijdens een Jihad gespaard moesten worden. Andrew is ervan overtuigd dat dit zijn leven heeft gered; anders zou hij zeker gedood zijn."
Bakeni legde ons uit dat de extremisten Andrew ‘ondervroegen’ over zijn christelijke overtuiging en dat zijn godsdienst hem in levensgevaar bracht. De priester van het bisdom Maiduguri, waartoe Shuwa behoort, voegde eraan toe: "Boko Haram maakte het in videobooschappen erg duidelijk dat de christenen en de regering hun doelwitten zijn."
Bakeni zei ook: "Natuurlijk was Andrew heel erg bang door wat er gebeurde maar hij toonde ook een enorme kracht bij dit alles." "Wat we het meest nodig hebben", zei priester Bakeni, "zijn uw gebeden." De kringloop van geweld die we doormaken, lijkt alleen maar erger te worden. Hij prees het snelle inzicht van de zusters, het personeel en de leerlingen van het Sint-Jozef seminarie in Shuwa, die heel snel wegvluchtten. "Ze konden slechts ter nauwernood ontsnappen."
De aanval op het seminarie maakt deel uit een van een golf van geweld waarin bijna 40 mensen omkwamen in drie verschillende incidenten in deze regio van Noord-Oost Nigeria. Naast de aanval op het seminarie vielen de militieleden ook regeringsgebouwen, politiestations en andere veiligheidsposten, banken en gewone huizen aan in Shuwa en enkele naburige dorpen. Bij een andere aanval verloren 43 mensen het leven, vooral studenten, die werden gedood tijdens hun slaap in een internaat in de deelstaat Yobe.
Vertegenwoordigers van het bisdom bevestigden de dood van 22 mensen tijdens de ochtendmis op zondag 26 januari, toen militieleden gewapend met geweren en explosieven het vuur openden op de parochianen van de katholieke Sint-Pauluskerk in Waga Chakawa, Madagali. De nieuwe aanvallen doen de bezorgdheid over het voortdurende geweld in de regio nog toenemen, ondanks het feit dat president Jonathan Goodluck de noodtoestand uitriep voor de staten Adamawa, Yobe en Borno en er extra veiliheidstroepen heenzond.
Bron: Kerk in Nood (John Pontifex)
Foto: Kerk in Nood, de Sint-Stefanuskerk nabij Zaria, één van de aangevallen kerkgebouwen.