Libanon is opgenomen in het "dagelijkse gebed" van emeritus Paus Benedictus XVI, die dit liet weten aan Patriarch Raï, volgens een bericht afkomstig van de patriarchale zetel in Bkerke. De Patriarch vernam dit in vertrouwen tijdens de eerste heilige Mis die werd gevierd in de Sint-Pieter in aanwezigheid van pas benoemde kardinalen. Volgens het bericht zaten de emeritus Paus en de Maronitische Patriarch niet ver van elkaar.
De buitengewone trouw van Benedictus XVI door zijn gebed aan Libanon stamt van zijn pastorale bezoek aan Libanon in september 2012. Dit was zijn laatste pastorale bezoek voordat hij de doortastende en vooruitziende beslissing nam om af te treden. Volgens mensen die dichtbij Benedictus XVI staan, kenden zijn ontmoeting met geestelijk leiders en functionarissen in Baabda en vooral zijn ontmoeting met jongeren in Bkerke "onvergetelijke momenten".
Het Libanese model van vreedzaam samenleven dat in al zijn glorie schitterde voor de Heilige Vader, alsook het aanstekelijke enthousiasme van de jongeren, namen hem voor zich in. In die tijd kwam de Paus naar Libanon om te pleiten voor vrede en voor een einde aan het Syrische conflict. Bovendien waarschuwde hij voor "religieus fundamentalisme", dat hij omschreef als een "dodelijk" gevaar in de nasleep van demonstraties die uitbraken tegen een islamofobe film.
In zijn Apostolische Exhortatie Ecclesia in Medio Oriente, die hij kort na zijn aankomst ondertekende, zei Benedictus XVI dat fundamentalisme "alle religieuze gemeenschappen treft, en hun oude traditie van vreedzaam samenleven ontkent" in landen als Libanon. Deze woorden zijn van cruciaal belang voor het heden, een paar weken voor een nieuwe apostolische reis, die deze keer Paus Franciscus naar het Heilige Land en Jordanië (24 mei) zal brengen, in het voetspoor van Benedictus XVI, en voor hem, Johannes Paulus II. Fundamentalisme, d.w.z. het misbruiken van religie voor politieke doeleinden, is de oorzaak van de zelfmoordaanslagen in Sjiitische gebieden. Dit fundamentalisme, dat de spirituele uitsluiting van anderen inhoudt, richt op verraderlijke wijze overal verwoesting aan. We hoeven slechts de krant open te slaan of toevallig horen wat mensen onder elkaar zeggen: Libanon is afgezakt tot somberheid, wanhoop en uitsluiting.
In Christelijke kringen en onder de elite zijn belangrijke figuren droevig gestemd. Zij zouden zich "voor niets hebben ingezet", en constateren op bittere wijze dat "hun weigering om te vertrekken een vergissing was". Anderen kunnen op basis van hun ervaring niet geloven dat de Islam hen volledige religieuze vrijheid zal bieden. Maar nog belangrijker, het religieus cliëntelisme heeft het overheidsapparaat beschadigd. Op de één of andere manier heeft de politieke verrotting toegeslagen. Totdat iemand "de prestaties van Christenen verduurzaamt", zijn sommige delen van de bevolking ontevreden over hun geboorteland. Na tien maanden van regeringscrises is al hun hoop verbrijzeld.
Volgens de nuntius (pauselijk gezant) zal Paus Franciscus reizen naar Amman, Betlehem en Jeruzalem. Het was gisteren nog onduidelijk of zijn opmerkingen bewust bedoeld waren. In antwoord op een vraag zei Mgr Gabriele Caccia namelijk dat Libanon "nog niet" is opgenomen in de reisplannen van de Paus in mei. Betekent dit dat het wel mogelijk is? Laten we het hopen. Troostende woorden van één van de hoogste moreel gezaghebbende mensen van tegenwoordig zou de Libanezen die nu twijfelen aan hun roeping, geen kwaad doen.
Het kan niet vaak genoeg worden gezegd: op een heel mooie manier is Libanon een cultureel meesterwerk, dat is gecreëerd door de Maronieten en andere gemeenschappen die zich bij hen hebben aangesloten voor de oprichting van Libanon in 1920. Dit pluralistische meesterwerk is echter niet in steen gebeiteld maar blijft een voortdurende opgave. Vandaag de dag is Libanon in gevaar, en het zou een schande zijn wanneer een eeuw na zijn oprichting, Christenen en Moslims het land in een moment van wanhoop zouden opgeven of het geloof in zijn houdbaarheid zouden verliezen.
Zoals Imam Mohammad Mehdi Chamseddine zo mooi zei, zijn Libanese Christenen "de verantwoordelijkheid van Moslims". Hij doelde hiermee op hun veiligheid en vrijheid. Andersom is het ook zo dat de Moslims in Libanon en in de Arabische wereld nu de verantwoordelijkheid zijn van Christenen, d.w.z. in spirituele zin. Vandaag is het meer dan ooit zo dat Christenen, in Libanon dan wel in enig ander deel van de Arabische wereld, diegenen zijn en blijven "in spiritueel opzicht maar ook met het oog op de politieke consequenties van die verantwoordelijkheid ", die datgene ruimhartig overbrengen wat we liefde mogen noemen. Dit is de kern van hun geloof. Voorbij de letterlijke invulling van de religies, waar deze kern voelbaar wordt, is het in het Christendom dat ze het duidelijkst wordt aangeboden. Christenen moeten onwrikbaar aan deze kern vasthouden, zodat ze hulp bieden aan de verschillende landen alsook aan de verscheurde Arabische wereld die aan hen is toevertrouwd.
Bron en foto: AsiaNews
Vertaling: Camiel Donkers