Sri Lanka: Geloof kan kloven overbruggen

dinsdag, 14 juli 2015
Nieuws
Volgens de leider van de Katholieken in Sri Lanka, kan de Kerk een sleutelrol vervullen bij het helen van de wonden die zijn geslagen tijdens de bloedige burgeroorlog die het land vele jaren heeft geteisterd. In een interview met Kerk in Nood, zei k
20110622Sri_Lanka_women-pray-at-catholic-church

Volgens de leider van de Katholieken in Sri Lanka, kan de Kerk een sleutelrol vervullen bij het helen van de wonden die zijn geslagen tijdens de bloedige burgeroorlog die het land vele jaren heeft geteisterd.

In een interview met Kerk in Nood, zei kardinaal Malcolm Ranjith van Colombo dat de Katholieken, ofschoon zij slechts een minderheid op het eiland vormen, in een unieke positie verkeren om verzoening tussen de twee etnische groepering op Sri Lanka te helpen bewerkstelligen. In zijn verklaring, precies twee jaar na het einde van de oorlog, onderstreepte kardinaal Ranjith hoe de kerk kan helpen bij het herstellen van vertrouwen tussen Singalezen en Tamils, omdat beide gemeenschappen een aanzienlijk aantal Katholieken tellen. We moeten nooit zeggen: we zijn Singalees eerst en dan Christen, we moeten zeggen: wij zijn Christenen eerst en daarna Singalees. Hetzelfde geldt ook voor de Tamils. Zij moeten eerst Christen zijn, want als Christenen hebben we bepaalde principes die wij moeten volgen. Als we dat oprecht doen, zonder een zekere vooringenomen houding aan te nemen tegenover onze taal, dan kunnen we bruggen slaan over de kloof die onze gemeenschappen scheidt".

Toen de regering in Colombio in mei 2009 eindelijk de overwinning behaalde op de Tamil Tigers, hadden naar schatting 100.000 mensen het leven gelaten in de burgeroorlog die 25 jaar had geduurd.

Ondanks de aanhoudende spanning tussen de twee etnische groeperingen, wees de Kardinaal erop dat initiatieven van de kerk konden bijdragen aan de eenwording van de Sri Lankezen. Hij gaf hierbij als voorbeeld dat zowel Senegalezen als Tamil pelgrims de schrijn van O.L. Vrouw in Madhu bezoeken. Volgens de prelaat kunnen dergelijke activiteiten "een katalyserende werking hebben, als voorbeeld dat mensen in ons geloof kunnen samenleven". Hij voegde hieraan toe: "we moeten getuigen zijn, niet zozeer door woorden, maar door daden "door de manier waarop wij met elkaar omgaan. "Dus, omdat we Christenen zijn, ook al zijn we wellicht ook Singalees en Tamil, is het van essentieel belang dat€¦ wij zoveel mogelijk broederschap en onderling begrip trachten op te bouwen. Dit is de manier waarop wij aan anderen kunnen zeggen dat Christenen geen problemen hebben met ras en taal. Als wij kunnen verenigen, kunt u ook met elkaar samenwerken."

Op de totale bevolking van 20 miljoen, maken Christenen acht procent uit en zij zijn in het land verspreid over zowel de streken waar de Tamils als de Singalezen de meerderheid vormen. Kardinaal Ranjith wees erop dat voor de oorlog, de seminarie studenten hielpen de scheidslijn af te breken, aangezien studenten uit beide etnische groeperingen de opleiding samen volgden. Naar zijn zeggen: "We hadden zeer goede vriendschappen over en weer tussen de groepen. Sommigen van ons die samen studeerden, kennen elkaar nog steeds en dit is geen probleem voor ons, omdat ons geloof ons samenbindt. Maar de kardinaal zei te betreuren dat Tamil en Singalese seminaristen niet meer zoveel samen kunnen studeren als voorheen. Hij voegde hieraan toe: "Ongelukkigerwijze, als gevolg van de oorlog heeft het noordelijk diocees een nieuw seminarie moeten oprichten voor zijn eigen studenten, hetgeen te betreuren viel omdat het juist noodzakelijk was dat we ons samenbinden." Maar, hij legde uit dat hij met bisschop Thomas Savundaranayagam van het diocees Jafna waar het noordelijk seminarie is gelegen, was overeengekomen dat seminaristen van het aartsdiocees van Colombo hun studie filosofie in Jafna zouden volgen. Volgens kardinaal Ranjith, "zijn deze studenten Singalees, maar wonen in het Noorden en studeren Tamil. Ik wil dat zij in de twee talen studeren zodat zij beide even vloeiend leren spreken. Als zij naar Colombo komen, kunnen zij apostelen van verzoening en vrede zijn onder onze mensen."

De kardinaal sprak ook zijn dank uit aan Kerk in Nood voor de hulp die zij had gegeven aan de Kerk tijdens en na de burgeroorlog. Hiertoe had behoord hulp voor seminaristen, catechisten, christelijk onderwijsmateriaal, Mis stipendia en herstel van kerkelijke gebouwen die tijdens de oorlog schade hadden opgelopen.

Kerk in Nood heeft tijdens het conflict ook noodhulp verschaft aan Sri-Lankese vluchtelingen "van wie er volgens kardinaal Ranjith nog steeds 25 duizend in vluchtelingen kampen verblijven. Hij zei: "Ik dank Kerk in Nood "wij waarderen het werk dat u doet bijzonder."