Siërra Leone lijdt nog steeds onder de Ebola-epidemie

vrijdag, 28 augustus 2015
Nieuws
Siërra Leone is een beproefd land. Na een burgeroorlog die tien jaar duurde, is het land recent hard geraakt door de Ebola-crisis. Mgr. Henry Aruna, de nationale directeur van de Pauselijke Missie in Siërra Leone, sprak tijdens zijn recente bezoek aan het
ACN-20140520-09046

Door Daniel Konstantinovic

Ebola
“Onze grootste zorg betreft momenteel de gevolgen van Ebola”, verklaarde mgr. Aruna. “De Ebola-epidemie in Siërra Leone is sinds vier maanden officieel voorbij, maar heeft bijna 4.000 doden nagelaten. Hele families zijn zwaar getroffen en een groot aantal kinderen is verweesd en thuisloos achtergelaten. Tijdens de epidemie heeft de Kerk in Siërra Leone op grote schaal zorg gedragen voor zieken en aandacht besteed aan een gezonde levenswijze, om zo de verspreiding van de ziekte tegen te gaan. In het begin wilden de mensen niet geloven dat de ziekte zich verspreidde. Zij dachten dat doktoren de mensen in de ziekenhuizen doodden. De lokale kerken hebben de burgers verzekerd dat deze geruchten ongegrond waren. Zij hebben zo mede verhinderd dat meer mensen besmet zouden raken op grond van onjuiste informatie.”

Rituelen
De epidemie heeft zich mede als gevolg van bepaalde religieuze begrafenisrituelen razendsnel verspreid in Siërra Leone. In de Islam is het namelijk gebruik dat overledenen met zorg worden gewassen alvorens ze ter aarde te worden besteld. Velen hechten eraan deze traditie te handhaven, zelfs nadat zij gewaarschuwd waren dat de doden de ziekte overdroegen. Christenen en moslims hadden soortgelijke problemen met de massabegrafenissen. Deze leidden tot algemene verontwaardiging. “Daarom is de Kerk begonnen ‘veilige begrafenisdiensten’ te organiseren voor de families van de overledene, opdat zij hun dierbaren op gepaste wijze zouden kunnen begeleiden zonder het risico te lopen zelf met de ziekte besmet te worden.” De planning van deze begrafenissen heeft intensief werk meegebracht voor de lokale Kerk. Voor de families van overledenen moesten vervoer en begrafenisdiensten in de open lucht en op een veilige afstand van de lijken worden georganiseerd. “Mensen hadden ook problemen met de graftombes waar overledenen traditioneel in werden bijgezet” vertelde bisschop Aruna. “Dat was niet de gewoonte hen te begraven. We hebben derhalve doodskisten gegeven om de lijken in te begraven.”

Zorg
Volgens de bisschop toonde de Katholieke Kerk bereid een groot gedeelte van de kosten op zich te nemen voor de opvang van weeskinderen, zoals de bouw van weeshuizen, zorgvoorzieningen en onderwijs. Toch blijft de Katholieke Kerk in Siërra Leone een minderheid: 60% van de bevolking is moslim en de overige 30% bestaat uit Christenen en aanhangers van inheemse godsdiensten. Op die basis heeft de Kerk weinig staatssteun ontvangen. “Hoewel wij voor veel weeskinderen zorgen en een hulpprogramma op poten hebben gezet om het land van deze epidemie te herstellen, hebben we als Kerk niet de bronnen en middelen om problemen van deze omvang op te lossen. Deze kinderen zijn onze toekomst. Maar we zijn aangewezen op externe hulp”, benadrukt de bisschop.

Radicalisme
Ondanks de polariserende uitbreiding van de radicale Islam in het gehele Midden-Oosten en in Afrika, zijn de betrekkingen in Siërra Leone tussen de Katholieke Kerk en de Islam redelijk stabiel gebleven. Het land is zeer religieus en heeft wat Bisschop Aruna noemt “een diep besef van God. Iedereen is of moslim of Christen.” Het feit dat de Katholieke Kerk in Siërra Leone een minderheid vormt, kan aanleiding geven tot de veronderstelling dat de belangen van de Kerk worden genegeerd om de meerderheid te bevoordelen. Dat is echter niet het geval. “Islam en Christendom leven vreedzaam samen en bekeringen tussen de twee zijn gebruikelijk en grotendeels geaccepteerd. Huwelijken tussen islamieten en christenen zijn eveneens gangbaar. Mijn neef, die bij mij in huis woont, heeft een christelijke moeder en een islamitische vader”, voegt Bisschop Aruna eraan toe. “Hij wil zich bekeren tot het christendom en zijn vader geeft hem zijn zegen.”

Toch is Aruna bezorgd dat de fundamentele Islam het land binnensluipt en de banden die er tussen de twee godsdiensten bestaan beschadigt. “Het fundamentalisme is stevig verankerd in het Noord-Afrkaanse land Mali; het zou zich via het zuiden naar Guinee en vervolgens naar Siërra Leone kunnen uitbreiden via de poreuze landsgrenzen. De bisschop is van mening dat het van cruciaal belang is dat de betrekkingen tussen Kerk en Islam in zijn land hartelijk blijven en dat de Kerk in deze kwetsbare periode hieraan zijn volle ondersteuning biedt. Omwille van de betrekkingen en om tot een uitgebreidere samenwerking met landelijke politiek te komen, is daarom een interreligieuze raad opgericht, bestaande uit imams en vertegenwoordigers van de Kerk.

Priesteropleidingen
Volgens de bisschop wordt de Kerk in Siërra Leone met nog een zorg geconfronteerd, het gebrek aan middelen voor opleiding bij roepingen: voor priesters maar ook voor catechisten. “De Kerk is arm en landelijk niet sterk aanwezig, waardoor we onze ondersteunende taak niet goed kunnen vervullen. De leiders van lokale Kerk zouden dit toejuichen.” Bisshop Aruna vertelt de geschiedenis van een dorp in het zuidoosten waar een katholiek was overleden. “Omdat er in de gehele omtrek geen katholieke kerk, catechist of priester voor de begrafenis te vinden was, moest de familie zich noodgedwongen wenden tot de plaatselijke moslims. De familie besloot zich uiteindelijk te bekeren tot de Islam en deel te worden van de gemeenschap die hulp bood. De gevolgen van de Ebola-epidemie en de wonden van de burgeroorlog hebben de Kerk – juist vanwege zijn kleine omvang – aan het einde van haar krachten en in grote zorgen gebracht. Als de Kerk haar mensen niet kan ondersteunen bij deze tegenslagen, verzwakt dat de Kerk nog meer.”

In 2014 maakte Kerk in Nood meer dan € 260.000 Euro over aan de Kerk in Siërra Leone,. Bisschop Aruna en de anderen bisschoppen zijn daarvoor erkentelijk. “Wij hebben niets dan dankbaarheid voor onze weldoeners” verklaarde de bisschop. “Zij hebben ons geholpen op een moment waarop het leven uiterst moeilijk was. Wij verzekeren u dat wij in onze gebeden aan u zullen denken.”