In een straat met deuken en gaten, waar de werkende klasse van Bagdad woont, naast een moskee die door volgelingen van de hardliner Moqtada al-Sadr bezocht wordt, spelen kinderen op de speelplaats van de katholieke Sint-Eliaschool. Eens was het een buurt waar Soennieten, Shiieten en, voor de oorlog, 2500 katholieke gezinnen woonden. Maar het bijzonder hevige etnische geweld dat hier ontbrandde, verjoeg iedereen. Nu is het een buurt waar alleen nog shiieten wonen die huizen rond de katholiek school en kerk.
"Zeker 82 procent van onze leerlingen zijn moslim," zegt pater Douglas al-Bazi, het hoofd van de Chaldeeuwse school in Oost-Bagdad. Toen hij naar de Onze Lieve Vrouwe van de Verlossing kathedraal rende na het nieuws dat er mensen gegijzeld waren, boden zijn islamitische buren hem hulp aan. "Buren belden en zeiden: geef ons groen licht en we brengen geweren om de mensen in de kerk te helpen,"vertelt hij. "Onze buren hebben als motto: als iemand je kwaad doet wil dat zeggen dat ze ons kwaad doen." In het land dat verscheurd wordt door sektarisch geweld zeggen moslims en Christenen dat de aanvallen politiek gemotiveerd zijn en aangestuurd door buurlanden. Ze verwijzen naar de lange geschiedenis van samenwonen en noemen voorbeelden van samenwerking van moslims en Christenen, ook in de peniebele veiligheidssituatie van dit moment.
Oprechtheid
Op de Sint-Eliaschool zijn 4 van de 53 leraren moslim, die de koran mogen onderwijzen met toestemming van de regering. Verdere schoolvakken zijn: Engels, Frans en dit jaar voor het eerst Assyrisch, de moedertaal van de meeste Chaldeeuwse Christelijke leerlingen. Er is plaats voor alle Christelijke leerlingen, maar maanden voor sluiting van inschrijving strijden andere families voor een van de 600 plaatsen in de school, die onderwijs aanbiedt van kleuterschool tot zesde klas. Naast de ook aangeboden hogere studies op academisch niveau en de aandacht voor muziek en sport, hebben de ouders een voorkeur voor de Eliachool vanwege haar klimaat van oprechtheid. Noch leraren, noch leerlingen is het toegestaan iemand te slaan. De overbevolkte openbare scholen in Irak zijn juist berucht vanwege het gewelddadige gedrag dat er heerst. "Vanmorgen sloeg een van de kinderen een ander kind en ik heb de ouders erover geschreven," zegt pater Douglas. "En als iemand een speelgoedpistool meebrengt breken we het voor zijn ogen kapot." Na het gijzelingsdrama met de 53 doden, inclusief twee medepriesters, sprak Douglas over het drama in zijn dagopening. "Gisteren vertelde ik de leerlingen dat ik twee dierbare broeders verloren had, maar dit moet ons niet pessimistisch maken. We zouden moeten weten dat wanneer iemand zijn hand opheft om te slaan, het eindigt in zijn dood. Sla acht op jullie toekomst, want jullie zijn de toekomst. Let op dat geweld geen deel wordt van jullie leven," sprak de geestelijke.
Held
Douglas kent het effect van geweld uit eigen ervaring. Hij heeft nog altijd een kogel in zijn been en heeft nog last van slagen met een ketting die hij kreeg toen hij in 2006 was ontvoerd. Een van zijn ontvoerders, vertelt hij, vroeg hem overdag om advies en martelde hem ‘s nachts. Hij vertelde zijn beul dat hij hem vergaf. "Het is niet zo dat ik een held ben. Daar geef ik niets om. Ik vind het belangrijker bij mijn mensen te blijven. Zij hebben mij nooit gevraagd een held te zijn, zij wilden alleen dat ik bij hen was." "Ik weet dat deze school niet veel voorstelt. Maar als onze leerlingen opgegroeid zijn weten ze in ieder geval hoe ze zich moeten gedragen en hoe ze vriendelijk tegen elkaar kunnen zijn." (Bron: CSM)