De bevolking van de Centraal-Afrikaanse Republiek bestaat in meerderheid uit christenen, animisten en uit ca. 15% moslims. Het samenleven tussen de verschillende geloofsgemeenschappen is altijd vreedzaam verlopen. Vanaf het moment echter dat de islamitische president, Michel Djodotima, op 24 maart 2013 met behulp van de overwegend uit moslims bestaande coalitie van rebellen, door een staatsgreep aan de macht kwam, werd het land door ongeveer door circa 20.000 tot 25.000 rebellen geterroriseerd. Zij overspoelden de dorpen en steden maar vooral echter ook de bisdommen, parochies en missies, en zij stalen alles wat zij gebruiken konden: auto’s, computers, medicijnen, benzine, levensmiddelen.
Anti-Balaka, tegen de machetes
Er waren bisdommen waar de Kerk geen enkele auto meer bezat om haar werk te doen. Alles wat ze niet meenamen, verwoestten de rebellen. Zij hielden zich niet in bij tehuizen voor gehandicapten of weeshuizen. Ontvoeringen, verkrachtingen, plunderingen en moordpartijen waren een alledaags verschijnsel. De Centraal-Afrikaanse Republiek biedt tegelijkertijd het treurige voorbeeld van wat er gebeurt als een bevolkingsgroep, zoals in dit geval de inheemse moslimbevolking, collectief verantwoordelijk wordt gesteld voor de misdaden van een kleine groep. De godsdienstige leiders van de christelijke en moslimbevolking hebben alles gedaan het niet te laten komen tot haat tussen de godsdienstige groeperingen. In de herfst van 2013 is echter toch een protestbeweging ontstaan tegen Séléka (onder de naam Anti-Balaka, wat betekent "tegen de machetes"), die aanvankelijk alleen de dorpen heeft verdedigd, maar daarna steeds groter is geworden, volledig de controle verloor en uiteindelijk massale extreme wraakacties heeft ondernomen tegen alle moslims. Zij werden in de media vaak foutief "christelijke milities" genoemd, maar de Kerk heeft zich destijds sterk van hen gedistantieerd. Kerkelijke vertegenwoordigers hebben er steeds weer met nadruk op gewezen dat het ging om mensen, die veelal animistisch of hoogstens op papier christen waren, wat in deze context vooral betekende dat zij geen moslims waren.
Onstabiel
Ondertussen is het land de facto opgedeeld tussen Séleka en Anti-Balaka. Het Westen van het land wordt grotendeels gecontroleerd door Anti-Balaka, het Oosten door Séleka. Er worden nog steeds gewelddaden gepleegd en de situatie is onstabiel. Het ergste is echter momenteel de situatie in het gebied, dat precies ligt tussen de twee gebiedsdelen die door de respectieve groeperingen worden gecontroleerd.
Met lege handen
Hier ligt het bisdom Bambari. In juli 2014 vond hier een bloedbad plaats, toen rebellen van Séléka een bestorming uitvoerden op de kathedraal, waar zich ten minste 12.000 vluchtelingen ophielden. Er werden meer dan 20 mensen gedood, 20 andere werden ontvoerd. Daarnaast werd er grote schade aangericht. Enkele voertuigen van het bisdom werden in brand gestoken. Dit was het trieste hoogtepunt van een serie overvallen en plunderingen die de Kerk in dit bisdom al eerder had moeten ondergaan. Auto’s, de medicijnenvoorraad voor de verzorging van vele zieken en gewonden, de computers uit de kantoren en nog veel meer werd gestolen. De priesters en medewerkers van het bisdom stonden letterlijk met lege handen, en hadden niets meer om hun werk te kunnen uitvoeren.
Wij helpen
Een van de auto’s werd wel gestolen, maar bleef ergens achter op de weg, omdat hij kapot ging. De rebellen namen veel onderdelen van de auto mee, en lieten de rest op straat achter. De bisschop van Bambari heeft nu om steun gevraagd om deze auto weer aan de praat te krijgen. Dat is namelijk in de Centraal-Afrikaanse Republiek heel moeilijk, omdat auto-onderdelen – als zoveel andere zaken – niet in het land verkrijgbaar zijn, maar uit het buitenland moeten worden ingevoerd. Wij helpen met 5.000 euro.
Projectcode: 142-08-29
Dit project is een voorbeeld van ons werk. Uw gift zal aan dit of een soortgelijk project ten goede komen en het pastorale werk van KIN mogelijk maken.