Religieuze vrijheid geen prioriteit voor Obama

dinsdag, 14 juli 2015
Nieuws
Voorstanders van internationale religieuze vrijheid maken zich steeds meer zorgen dat de regering-Obama haar traditionele rol van 's werelds grootste beschermer van de religieuze vrijheid verwerpt om islamitische critici te paaien. De bezorgdheid dat de r
20101011Obama01

Voorstanders van internationale religieuze vrijheid maken zich steeds meer zorgen dat de regering-Obama haar traditionele rol van ‘s werelds grootste beschermer van de religieuze vrijheid verwerpt om islamitische critici te paaien. De bezorgdheid dat de regering-Obama zich terugtrekt uit de lange traditie van bescherming van godsdienstvrijheid in alle landen is gegroeid na een groot aantal acties en inactiviteit op gebieden die cruciaal zijn voor het ondersteunen van christenen en andere minderheden. Een van de belangrijkste symbolen en uitvoerders van de betrokkenheid van de regering bij internationale vrijheid van godsdienst is de speciale ambassadeur voor religieuze vrijheid, een positie die vastgelegd is in de Wet voor Internationale Godsdienstvrijheid uit 1998.

De functie was vacant tot afgelopen juni toen Suzan Johnson voor deze post werd genomineerd. Haar nominatie is echter niet geratificeerd door de senaat. De reden is vermoedelijk dat meer dan een jaar geleden een zelfde soort ambassadeurs voor wereldwijde vrouwenonderwerpen en terrorisme bestrijding werden genomineerd en geratificeerd door de door de Democraten overheerste senaat. Critici zien dit uitstel als een teken dat religieuze vrijheid geen prioriteit is voor de regering Obama. Deze gedachtegang wordt nog versterkt door het gegeven dat zelfs bij een snelle ratificatie dat nog maar voor de helft van Obama’s termijn geldt. "De president maakt op deze manier helder dat wanneer deze persoon komt opdagen, er geen noodzaak is om zijn positie zeer serieus nemen", zegt Thomas Farr, docent bij het Centrum voor Religie, Vrede en Wereldaangelegenheden in Berkley. Een teken in dezelfde richting is dat deze regering bij verwijzing naar "vrijheid van godsdienst" spreekt over "vrijheid van aanbidding". Deze verwarrende term word ook gebruikt door de Amerikaanse staf van Buitenlandse Zaken en door landen die afkerig zijn van godsdienstvrijheid.

Formulering

De schijnbaar onschuldige verandering in de formulering werd geïntroduceerd door het Elfde rapport van de Amerikaanse Commissie voor Religieuze Vrijheid, een door het congres ingestelde waakhond. Daar werd opgemerkt dat als de standaard "vrijheid van aanbidding" wordt, landen kunnen beweren dat ze bepaalde godsdiensten niet onderdrukken, omdat ze deze gelovigen toestaan hun geloof te praktizeren binnen de muren van hun kerken, synagoges of tempels ."Dit zegt tegen buitenlanders dat we hun niet verantwoordelijk gaan stellen als ze iemand buiten de muren van de kerk vervolgen, zei Eric Rassbach van het Becket Fund voor Religieuze Vrijheid. "In feite kunnen landen minderheidskerken toestaan, maar de aanhangers van die kerken ongestraft neerschieten als ze de kerk verlaten," zei een functionaris van de Commissie voor Religieuze Vrijheid. Een functionaris van Buitenlandse Zaken bracht daar tegenin dat de regering minstens twee keer de formule "vrijheid van godsdienst" had gebezigd. Eenmaal door Obama in Caïro tijden een toespraak in juni 2009 en eenmaal door Hillary Clinton in 2009.

Naast deze verandering van taalgebruik heeft deze regering Obama nauwelijks iets gedaan aan de slechte behandeling van religieuze minderheden in Islamitische landen. Het gebrek aan actie tegen de verdrijving van christenen uit Irak en uit andere islamitische landen toont de algehele desinteresse van deze regering voor het onderwerp. De co-voorzitter van de International Religious Freedom Caucus stelde dat er in de regering Obama een algehele malaise is in het onderwerp godsdienstvrijheid. "Terwijl het de hoeksteen is van alle vrijheden," voegde hij toe. (bron: NCR)