Rechtszaak blasfemie-verdachte bijna 70 keer uitgesteld

maandag, 15 juni 2020
Nieuws
Het hoger beroep van de christelijke Pakistaan Imran Mashi, die een levenslange gevangenisstraf uitzit wegens vermeende godslastering, is inmiddels bijna 70 keer uitgesteld. Tegenstrijdigheden in getuigenissen zouden kunnen leiden tot vrijspraak van de kruidenier.
0612Pakistan_imran Masih

Advocaat Khalil Tahir Sandhu heeft 11 jaar geleden het eerste beroepschrift in het Hooggerechtshof van Lahore ingediend om de veroordeling van Masih aan te vechten. Volgens de advocaat hebben zich ten minste 10 rechters over de zaak gebogen. Ooggetuigen beweerden dat Masih in Juli 2009 boeken in brand had gestoken die verzen van de Koran bevatten, terwijl hij zijn kruidenierswinkel in de plaats Hajveri nabij Faisalabad opruimde.

In een interview met Kerk in Nood stelt advocaat Sandhu dat de zaak tegen Masih door “substantiële tegenstrijdigheden” in ooggetuigenverklaringen is verzwakt. Zo zou er onduidelijkheid zijn over de datum en tijd van het vermeende incident en of ooggetuigen in staat waren om het Arabische schrift te lezen.. en konden onderscheiden of deze Koranteksten bevatte of niet.

Volgens Sandhu aarzelden de rechters om hoorzittingen te houden uit angst voor hun leven, in het geval van een vijandige reactie van Islamist meutes die vastbesloten zijn om mensen – vooral van religieuze minderheden – te straffen die van godslastering worden beschuldigd. De advocaat blijft strijdbaar: “Ik heb mijn uiterste best gedaan om gerechtigheid te krijgen voor Imran en zal dat blijven doen.  Ik blijf hopen dat hij wordt vrijgesproken. In ons land gebeurt het zo vaak dat ze de verdachte eerst arresteren en pas later het bewijs controleren.”

Volgens de advocaat is het bewijs van de politie in Pakistan door corruptie niet altijd betrouwbaar en zijn de mensen die beschuldigen vaak gemotiveerd zijn door vendetta’s en hebzucht. Beiden hebben grote consequenties voor de beklaagden en hun families: “De ouders van Imran stierven omdat ze zo geschokt waren over wat er met hem is gebeurd.”

De volgende zitting van Masih voor het Hooggerechtshof van Lahore is nu vastgesteld op 6 juli 2020. Het vermeende incident waarbij Masih betrokken was, gebeurde nog geen maand na het incident waarvoor de christelijke Asia Bibi, ook uit de provincie Punjab, werd aangeklaagd. Zij werd in 2010 ter dood veroordeeld wegens godslastering van de profeet Mohammed. Tegen de tijd dat het Hooggerechtshof de veroordeling van Asia Bibi in oktober 2018 ongedaan maakte, had zij meer dan negen jaar in gevangenschap doorgebracht.

Kerk in Nood biedt in Pakistan juridische hulp aan slachtoffers van godslastering en hun families, onder meer in samenwerking met de in Lahore gevestigde Nationale Commissie voor Rechtvaardigheid en Vrede (NCJP). Ook steunt de organisatie de rechtszaak van de ouders van Huma Younus, een christelijk meisjes dat is ontvoerd, gedwongen getrouwd en bekeerd tot de Islam. Ter bemoediging is Kerk in Nood een campagne begonnen ter bemoediging van de ouders van Huma. Kijk hier voor meer informatie.