De islamitische terreurbeweging IS (voorheen ISIS) heeft de laatste christenen verjaagd uit de Iraakse stad Mosul. Diverse bronnen melden dat de christenen zaterdag op de vlucht zijn geslagen nadat de extremistische moslims een ultimatum hadden gesteld dat die dag afliep.
De christenen in de stad Mosul, in het noorden van het land, kregen de keus zich te bekeren tot de islam of de helft van hun inkomen af te staan aan IS, bij wijze van betaling voor hun bescherming. De terreurbeweging kondigde aan dat christenen die niet meewerkten zouden worden gedood. Tientallen christelijke families verlieten daarop de stad en zochten een veilig heenkomen in de richting van het autonome Koerdistan, in Noord-Irak. Ze verklaarden dat leden van IS sieraden en geld van hen hadden afgepakt toen ze Mosul verlieten.
De extremisten zouden huizen van christenen hebben beschilderd met de letter N, die verwijst naar het woord Nassarah, een term die de Koran gebruikt om christenen aan te duiden. Ooit kende de stad Mosul een groot aantal christenen. Naar schatting woonden er tienduizenden in de tijd dat Saddam Hussein nog dictator van Irak was. Mosul ligt in de provincie Nineve, vanouds een regio met een grote christelijke gemeenschap. Volgens patriarch Louis Sako zijn er nu voor het eerst in de geschiedenis van Irak geen christenen meer in Mosul.
Kerk in Nood steunt de opvang van vluchtelingen uit Mosul met water, voedsel, medicatie, matrassen en het regelen van opvang.