Priester Aleppo: "Toestand uitzichtlozer"

woensdag, 27 juli 2016
Nieuws
Syria-Aleppo-Franciscans

Een Syrisch spreekwoord luidt: “Wie over Aleppo heerst, heerst over Syrië”. De ligging van de op een na grootste stad van Syrië, die voor het begin van de nu al meer dan vijf jaar aanslepende oorlog ongeveer 3,5 miljoen inwoners telde, is dan ook strategisch zeer belangrijk. Wie de controle heeft over de Noord-Syrische stad, “controleert het centrum van het land, tot aan de grenzen, van oost naar west”, benadrukt de Latijnse priester van Aleppo, de franciscaanse pater Ibrahim Alsabagh. Zowel het franciscanenklooster in de wijk Er-Ram als de door de franciscanen beheerde instellingen werden sinds het begin van de oorlog herhaalde malen gebombardeerd. Onlangs kwam bij een raketbeschieting op de vroegere school van de franciscanen, die nu als bejaardentehuis wordt gebruikt, één bewoonster om het leven en raakten twee andere bewoners zwaar gewond.

Al enkele dagen wordt in Aleppo weer heftig strijd geleverd tussen rebellengroeperingen en het Syrische leger. Ook het franciscanenklooster en de voornamelijk christelijke wijken van West-Aleppo vormden opnieuw het doelwit. De hevigheid van de gevechten en de omvang van de vernielingen zijn volgens pater Ibrahim onbeschrijflijk en sinds 8 juli verslechtert de toestand elke dag. “Op vier uren tijd zijn er 250 raketten afgevuurd op de inwoners van West-Aleppo”, zegt pater Ibrahim, die de toestand op dit ogenblik als “erger dan ondraaglijk” beschrijft. Aleppo beleeft naar zijn zeggen “de verschrikkelijkste momenten uit zijn geschiedenis”. Hij zei dat hij in de afgelopen dagen werd overspoeld door gebeden en kreten van wanhoop en dat de mensen dag en nacht bidden.

Het Syrische leger is er met zijn offensief, dat een week geleden begon, in geslaagd om de controle te verwerven over de Castello-corridor in het noorden van Aleppo, de enige bevoorradingsweg. De rebellengroepen, die het oostelijk deel van de stad controleren, bereiden zich voor op een maandenlange belegering. Daardoor is de ergste vrees van de Christenen van Aleppo bewaarheid geworden. “Dat betekent dat wij geen enkele mogelijkheid meer hebben om te leven. Sommigen zijn van mening dat het bijna beter zou zijn om te sterven”, aldus pater Ibrahim. “Twee derden van de Christenen, misschien zelfs meer” hebben de stad volgens de franciscaan al verlaten. Voor de oorlog gold Aleppo met zowat 150.000 gelovigen als een van de grootse christelijke gemeenschappen van Syrië.

De Christenen wonen in het door het Syrische leger gecontroleerde westelijk deel van de stad, waar ze “ten minste het recht op leven hebben en het recht om ons geloof te belijden”, aldus pater Ibrahim. Dit is in het rebellengebied maar moeilijk voor te stellen. Ook al is het niet duidelijk wie de groepen precies zijn die aan de zijde van de rebellen strijden, ze zaaien in elk geval terreur. “Wie raketten afvuurt op woonhuizen, kerken, scholen en ziekenhuizen is geen ‘gematigde’ rebel!’” De Syrische geestelijke richt dan ook een niet mis te verstane oproep tot het Westen: “Sluit de grenzen waarlangs wapens, voedsel en strijders binnenkomen. De bevoorrading komt voor 95 procent uit Turkije en dat kan niet zonder hulp. We hebben het hier niet over individuele personen, maar over hele groepen, die goed georganiseerd zijn en over logistiek beschikken.” Hoewel de franciscaan de hoop op een diplomatieke oplossing niet heeft opgegeven, is dit volgens hem een “hoop tegen alle hoop in” en zijn de afgelopen dagen een “uitdrukking van de onmogelijkheid van een diplomatieke oplossing”.

Onder de achtergebleven Christenen heerst er volgens de priester grote radeloosheid, die verband houdt met de dagelijkse twijfel of ze moeten beslissen om te blijven of te vluchten. Ook “de lijst van martelaren is lang”, benadrukt pater Ibrahim. Gezien de dramatische situatie roept hij op om actie te ondernemen: “Wij mogen in het licht van dit kwaad niet passief blijven. Ons duidelijk antwoord moet erin bestaan geduld te oefenen en positief te handelen. Daarom helpen wij waar wij kunnen, bezoeken wij zieken en bidden wij samen met de gelovigen.” De hulp die de vijf franciscanen in Aleppo bieden, omvat naast pastorale zorg onder andere ook de bedeling van voedselpakketten, de overname van de kosten voor stroom en medische zorgen en de betaling van huur en schoolgeld.

Kerk in Nood ondersteunt de Christenen in Aleppo al vele jaren. Via de partners van de Kerk ter plaatse worden programma’s gefinancierd om de zorg voor de noodlijdende bevolking te verzekeren. Daarnaast wordt hulp geboden aan daklozen. Bovendien staat de hulporganisatie Christenen uit Syrië en Irak bij die in eigen land op de vlucht zijn of in buurlanden als Libanon toevlucht hebben gevonden.