Veertien jaar na het bezoek van Johannes Paulus II ontvangt Azerbeidzjan opnieuw een Paus die zowel de kleine Katholieke gemeenschap zal bezoeken, maar ook voor de vrede naar de door leed beproefde regio komt.
Gelegen aan de oever van de Kaspische Zee is Bakoe een zeer mooie stad, afgezien van de grote Sovjet-flats aan de rand van de stad. In zijn oosterse mix verenigt de hoofdstad een verzameling van meerdere historische tijdspannen: van de oude stad met haar nauwe steegjes, antieke gebouwen en oude moskeeën, via de barokke stad uit de tijd van de eerste olie-booms uit de vroege twintigste eeuw, tot de ultramoderne stad van het nieuwe olie-tijdperk hebben gedurfde architecten zich er ten beste gegeven.
Het land is rijk, zeer rijk zelfs, dankzij olie. Dat heeft het mogelijk gemaakt zich aan grote projecten te wijden. Het ‘Dubai van de Kaspische Zee’ is zelfs van plan kunstmatige eilanden te creëren, zoals de rijke Emiraten op het Arabisch schiereiland. Maar liefst 95% van de inkomsten stammen uit deze energie. Door de huidige daling van de olieprijs worden grote projecten als de uitbreiding van de metro onderbroken. Toen de zusters van Moeder Teresa in 2006 in het land kwamen om de armen te dienen, werd hun gezegd dat er geen armen in Azerbeidzjan waren. Er zijn er echter die door het systeem zijn vergeten. Zij denken met weemoed terug aan de Sovjettijd, toen iedereen het bestaansminimum kreeg.
Een geseculariseerde maatschappij
Hoewel Azerbeidzjan voor 97% Islamitisch is (waarvan twee derde Sjiitisch), is het land een van de meest geseculariseerde staten in de Islamitische wereld. Er wordt grote controle uitgeoefend over de diverse religieuze groepen om de potentiële groei van Islamitisch extremisme te beperken. Als voormalige Sovjetrepubliek kende het land zeventig jaar lang communisme en religieuze onderdrukking. Rond de millenniumwisseling was het religieuze leven er zwak en de maatschappij zeer sterk geseculariseerd. Zelfs vandaag de dag is de Islam er zeer onopvallend, met een geringere zichtbare aanwezigheid dan in Parijs of andere grote Franse steden.
De Soennieten vormen in Azerbeidzjan een minderheid van naar schatting 15 tot 30 procent. De overheid waakt streng voor pogingen tot radicalisering en is waarschijnlijk niet alleen wantrouwend gebleven tegenover religie. Ze kent ook het gevaar van besmetting met de actuele situatie in het Midden-Oosten. Ofschoon Orthodoxe Christenen nauwelijks meer dan 2% van de bevolking uitmaken, vormen ze de tweede belangrijkste religieuze groep. Met de onafhankelijkheid van het land vertrokken veel Russen, waardoor hun aantal van een half miljoen naar 200.000 terugliep. De Orthodoxe Kerk heeft nog steeds een kerkprovincie met vijftien parochies en onderhoudt goede betrekkingen met de Katholieke Kerk.
Een kleine minderheidskerk
Ten tijde van de eerste oliewinning in 1912 werd een Katholieke kerk gebouwd, die met de aankomst van de Bolsjewieken in 1920 sloot en in de jaren dertig verwoest werd. Van de 10.000 Katholieken bleef slechts een dozijn gelovigen over. Tegenwoordig telt de parochie 300 inheemse (vaak gemengde huwelijken) en 1000 buitenlandse gelovigen, waaronder 300 Filipino’s. Gemiddeld komen per week 500 personen bij elkaar.
Omdat de Kerk aanvankelijk als een missionaire sekte gezien werd, kwam het bezoek van Johannes Paulus II de relatie met de overheid zeer ten goede. De president gaf in aansluiting daarop een stuk land aan de Kerk, waarop het een kerk bouwde die het aan de Onbevlekte Ontvangenis wijdde. Een groot beeld van de Heilige Maagd Maria staat pal voor de kerk en trekt veel mensen aan, waaronder ook veel Moslim vrouwen.
De katholieke kerk in Azerbeidzjan telt slechts een enkele parochie met een kerk en een kapel die door zes priesters verzorgd worden. Tot deze parochie behoren ook vijf ordezusters van de congregatie van Moeder Teresa en twee Salesianen. De apostolische prefect, mgr. Vladimir Fekete, is een Slowaakse Salesiaan. In Sint-Petersburg vond op 29 mei 2016 de diakenwijding plaats van de eerste Azerbeidzjaan die op weg is naar het priesterschap: een goed bericht voor de Kerk in het land. Het is mogelijk de eerste knop van de discrete, maar waarlijk missionaire aanwezigheid van de Kerk die uitkomt.