Een interview met bisschop Joseph Coutts, bisschop van Faisalabad, over christen zijn in Pakistan.
Pakistan heet officieel de Islamitische Republiek Pakistan, waarmee wordt onderstreept is dat de bevolking voor ongeveer 95% islamitisch is. De christenen vormen daarin een kleine minderheid. Hoe is dat?
"Het is een hele uitdaging voor om als christen in een islamitisch milieu te leven. Ongeveer 2% is christen, van wie ruim de helft katholiek is. In feite is het leven steeds moeilijker geworden als gevolg van het opkomend islamitisch fundamentalisme in Pakistan en in andere delen van de wereld. Wij merken dat men in steeds meer dingen meer intolerant is geworden dan voorheen."
Is er sprake van dreiging?
"Laten we niet direct van dreiging spreken. Van echte dreiging is alleen sprake in de noordwestelijke provincie. Pakistan is een vrij groot land. De moeilijkheid is, bijvoorbeeld, dat bepaalde islamitische groeperingen Pakistan graag zouden zien uitgroeien tot een zuiver islamitische staat. Als dat zou gebeuren en ook alle islamitische wetten van kracht worden die wij nu nog niet hebben, we hebben alleen bepaalde islamitische wetten, betekent dit dat wij als niet-moslims praktisch tweederangs burgers zouden worden. De islam heeft daarvoor een speciale term: "dhimmi".
We zouden geen gelijkheid meer kennen waar de Grondwet over spreekt. We zouden nog maar een beperkte vrijheid kennen. Dat bedoel ik met "dreiging".
Er zijn al een aantal dergelijke wetten doorgevoerd, zoals de blasfemiewet’, waar wij vaak naar verwijzen als artikel 295C van het wetboek van strafrecht in ons land."
Wat houdt die blasfemiewet in?
"Het is een zeer gevaarlijke wet. Wanneer iemand de naam van de heilige profeet Mohamed direct of indirect in woord, geschrift of anderszins bezoedeld geldt de doodstraf. In de wet wordt geen enkele rekening gehouden met of iets met opzet, per ongeluk of uit onwetendheid is gedaan. Het is hoe dan ook de doodstraf. Dat is zeer gevaarlijk."
Wat betekent dat voor katholieken?
"Om eerlijk te zijn is deze wet niet alleen gevaarlijk voor katholieken of andere niet-moslims, maar ook voor moslims zelf. Er bestaat naast artikel 295C ook een artikel 295B. Dat bepaalt dat wanneer je het heilige boek van de moslims, de koran, ontheiligt, dat ook strafbaar is. Dus zelfs als je per ongeluk de heilige Koran laat vallen ben je in principe strafbaar.
Ik geeft u een voorbeeld van twee jaar geleden uit mijn eigen stad Faisalabad. Er was een arme christelijke vrouw bezig met schoonmaakwerkzaamheden in het huis van een rijke moslimfamilie. Zij nam alle oud papier, blikjes en oude flessen mee naar huis waar haar oude vader zou kijken wat kon worden gerecycled. De rest zou worden verbrand.
Net toen hij het oud papier wilde verbranden kwam een moslim voorbij die dacht er een pagina uit de koran tussen te zien. Die begon, heel begrijpelijk, direct kabaal te maken, toen hij meende dat zijn heilige boek werd ontwijd.
Het werd uiteindelijk een enorm probleem. De oude man en nog een christen werden onmiddellijk door de politie opgepakt en beschuldigd van overtreding van artikel 295B, schending van het heilige boek.
Ze zitten nu al twee jaar in de gevangenis en hebben de beschuldiging aangevochten. Een lagere rechter heeft hen al tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Wij zijn in beroep gegaan bij het Hooggerechtshof. Onze Commissie voor Gerechtigheid en Vrede heeft het opgepikt. Ook verschillende NGO’s hebben zich eveneens voor ons ingezet. Zelfs veel gematigde en oprechte moslims hebben hun steun uitgesproken.
Dit is de spanning waarin wij leven. Waarin zomaar ineens, zonder dat je het verwacht, je zwaar bestraft kunt worden van iets wat je niet van plan was te doen. Dat heeft zijn weerslag op alle christenen die er leven."
Hoe?
"Er is veel angst: misschien gaan de moslims ons aanvallen? Veel mensen zijn toen naar het huis van de bisschop gevlucht. Het duurde twee of drie dagen voor de emoties weer waren bedaard.
Maar artikel 295C is nog veel gevaarlijker. Zelfs voor een moslim. Die loopt hetzelfde gevaar."
Is het niet positief te noemen dat de dreiging niet alleen katholieken en christenen betreft, maar ook de moslimbevolking?
‘statistisch gezien zitten er op dit moment meer mensen in de gevangenis op grond van artikel 295C dan dat er christenen. Het gevaar van de wet is dat het heel makkelijk is om iemand ervan te beschuldigen de profeet Mohammed te hebben beledigd. Dan nemen de emoties het direct over. Dan is er niemand die vraagt of het waar is dat je dit of dat gedaan of gezegd hebt. Voor je de kans krijgt om jezelf te verdedigen, zijn de emoties al hoog opgelopen. Er zijn gevallen geweest waarbij mensen zijn gedood. Degenen die wegens godslastering zijn gedood zijn echter nooit gedood op grond van de wet, na een proces.
Er zijn een paar zaken waarin tot vrijspraak is gekomen omdat de rechter de zaak had afgewezen. Maar we hebben zeker gevallen waarin christenen en moslims door een menigte zijn afgetuigd, doodgeslagen of zelfs vermoord, doodgestoken."
Tegelijk zien we onder zowel christenen als moslims een speciale band met de Heilige Maagd Maria. Geldt dat ook in uw bisdom?
"Ja, niet alleen in mijn bisdom, maar overal. De Maagd Maria wordt genoemd in de Koran en de moslims beschouwen haar als de moeder van de profeet Jezus. Zij beschouwen haar als een zeer heilige en zuivere persoon, maar geven Maria niet dezelfde eer en verering als katholieken."
Hoe is uw eigen devotie tot Maria? Waren uw ouders daarop van invloed?
"Ja, want ik ben geboren en getogen in een praktiserend katholiek gezin. Wij woonden in de grote stad Lahore, recht tegenover de kerk. Thuis heeft moeder altijd aangedrongen om als gezin de rozenkrans te bidden. Als jongen was ik jeugdlid van het Marialegioen. Dus ik ben van kleins af opgegroeid in een sfeer die werd gekenmerkt door een hele sterke devotie tot Onze Lieve Vrouw."
Heeft dit uw priesterroeping beïnvloed?
"Zorgvuldig terugkijkend weet ik niet of ik mijn roeping echt aan een bepaald punt kan hangen. Ik zou het veel liever verbreden. In ons land werkten Belgische kapucijner paters. Er zijn nog een paar van hen in Pakistan. Ik was zeer onder de indruk van hun inzet en de manier waarop zij met ons omgingen. Ik heb ook op een katholieke school gezeten van Ierse broeders. We hadden jaarlijkse retraites, en zoals ik al eerder zei had zat ik bij het Marialegioen en was ik vertrouwd met veel katholieke devoties en woonde ik vlakbij de kerk. Mijn moeder was erg betrokken bij parochie-activiteiten. Dus ik denk dat alles bij elkaar een milieu gevormd heeft waarin mijn roeping kon gedijen en niet een bepaald iets."
Hoe reageerden uw broers en zussen?
"Mijn broer was niet blij toen ik naar het seminarie ging."
Waarom niet?
"In eerste instantie reageerde hij: "Wat? Priester worden? Dat meen je niet!", dat soort dingen. Maar ze hebben er nu allemaal waardering voor. Zelfs mijn vrienden geloofden mij niet. Zo gaat dat op die leeftijd. Je zit vol met idealen. Ik wilde graag piloot worden. Ik houd van technische dingen, sleutelen, films kijken. Maar er was een film die mij is bijgebleven, over het leven van Sint Franciscus van Assisi. Je had in die tijd, ik weet niet of u zich dat herinnert, een Hollywood-acteur genaamd Bradford Dillman. Hij speelde volgens mij vaak in cowboyfilms en verscheen toen ineens in de rol van de heilige Franciscus van Assisi. Ik denk dat dat er ook toe heeft bijgedragen dat ik inzag dat er ook een ander soort helden is dan straaljagerpiloten en zo. En dat er een andere vorm van heldenmoed nodig is waartoe je kunt worden geroepen en ik heb altijd anderen willen helpen. Ik was, God zij dank, opgegroeid in een gezin dat het redelijk goed had. We kwamen nooit iets te kort. Ik had een goede opleiding en ik wilde andere mensen helpen." (Bron: Kerk in Nood)