Het aartsbisdom Lahore spreekt een bericht uit de media tegen dat de Katholiek Khuram Masih bladzijden uit de Koran zou hebben verbrand. Een woordvoerder van het aarsbisdom heeft de internationale Katholieke hulporganisatie Kerk in Nood laten weten dat de aantijgingen die door vele media zijn verspreid, iedere grond missen. De 24-jarige jongeman die op 6 december jl. is aangehouden, werd ten onrechte door zijn Hindoe-vriendin aangeklaagd. Het stel leefde samen, omdat de ouders van de jongeman geen toestemming voor het huwelijk wilden geven.
De familie van de islamitische eigenaar van het huis waarin het stel woonde, zette de vrouw onder druk en chanteerde haar nadat zij had geweigerd zich tot de Islam te bekeren. Zij werd met steniging bedreigd omdat zij "in zonde leefde". Onder bedreiging met de dood werd zij gedwongen de politie onmiddellijk te waarschuwen en haar vriend ervan te beschuldigen dat hij bladzijden uit de Koran had verbrand om hiermee zijn thee te verwarmen.
Toen de politie ter plaatse arriveerde en de jongeman niet aantrof, werd een neef als gegijzelde gevangen genomen. Khuram had zichzelf daarna bij de politie aangegeven om te horen wat er aan de hand was. Een menigte woedende moslims verdrong zich voor het politiekantoor om het gebouw in brand te steken en Khuram Masih ter dood te brengen. Thans bevindt de jongeman zich in de gevangenis in afwachting van zijn proces.
Het aartsbisdom Lahore heeft Kerk in Nood laten weten dat er onlangs ook een incident heeft plaats gevonden in een Katholieke school die door nonnen wordt geleid. Een leerlinge uit de vierde klas van de lagere school werd beschuldigd van belediging van de Islam vanwege een spelfout die het kind in een Arabisch woord had gemaakt en waarmee de betekenis van het woord werd veranderd. De onderwijzeres en de non die de school leidt, werden eveneens beticht van belediging van de Islam. De woordvoerder van het aartsbisdom heeft laten weten dat de situatie intussen is gekalmeerd nadat Moslim rechtsgeleerden tot de overtuiging zijn gekomen dat het inderdaad ging om een spelfout van het kind.
Nog maar enkele weken geleden verklaarde een islamitische advocaat, die het regelmatig opneemt voor mensen die van heiligschennis worden beschuldigd en daarom anoniem wenst te blijven, dat in Pakistan 95% van de beschuldigingen van Godslastering vals zijn en slechts worden gedaan om de beschuldigde schade te berokkenen of om zich op hem/haar te wreken.
De wet tegen Godslastering is in Pakistan in 1986 aangenomen. Zij legt levenslange gevangenisstraf op aan personen die de Koran hebben ontheiligd en de doodstraf aan degenen die de profeet Mohammed beledigen. De bisschoppelijke Commissie Recht en Vrede van de Kerk in Pakistan houdt gegevens over deze zaken bij. Volgens deze Commissie, werden het afgelopen jaar 38 personen onder wie 14 Christenen van heiligschennis beschuldigd. Kerk in Nood steunt de activiteiten van de Commissie Recht en Vrede die ook arme beschuldigden helpt bij het vinden van juridische bijstand voor de rechtbank.