"€¦De jihadistische Moslims€¦ vielen de stad Diabaly aan€¦ Zij gebruikten de inwoners als menselijk schild", dit vertelde ons een missionaris in Mali, die onder vluchtelingen werkt. Hij deed verslag van hun wanhopige pogingen om voor het geweld van de Islamistische extremismisten te vluchten.
In een boodschap die hij afgelopen weekend naar de Kerk in Nood stuurde, gaf pater Zacharie Sorgho een verslag van de gebeurtenissen voorafgaand aan de bevrijding van de strategisch belangrijke stad Diabaly op donderdag 18 januari. Pater Sorgho wiens parochie Nioro du Sahel in noordwest Mali mensen heeft opgevangen die voor het conflict op de vlucht zijn geslagen, meldde hierin: "Op een morgen vond er een gewapende aanval [van Islamistische rebellen] plaats op de stad Konnia… en andere steden in het zuiden. "Dit veroorzaakte paniek in de stad en de verwarring was groot. Mensen zetten het op een lopen en er was wanhopig geschreeuw te horen.
Pater Sorgho was blij met het ingrijpen van de Franse strijdkrachten die een sleutelrol vervulden bij de bevrijding van de stad. "Na hevige gevechten werd Konnia bevrijd uit de handen van jihadistische Moslims. Maar kort vielen de rebellen de stad Diabaly aan en namen die in. Zij gebruikten de inwoners als menselijk schild." De priester meldde ook dat de Islamisten mobiele telefoons in beslag namen, waardoor zij de inwoners van contact met de buitenwereld afsloten, en zich onder hen verscholen, waardoor zij het optreden van Franse en Malinese soldaten bemoeilijkten. "Na hevige gevechten werd de stad Diabaly door Franse en Malinese troepen heroverd. Iedereen is in juichstemming."
Over de periode voor het conflict zei hij: "Lange tijd deelden de rebellengroepen in noord Mali de lakens uit met een schrikbewind over de plaatselijke bevolking met praktijken als het afhakken van handen, het uitdelen van zweepslagen, het verkrachten van vrouwen en meisjes enz. De ellende was verschrikkelijk; de media spraken er dagelijks over, maar er werd niets aan gedaan, noch op nationaal, noch op internationaal niveau. De rebellen groepen en Islamisten beschouwden zich al overwinnaars en meesters van het land. Zij waren er op uit hun wetten op te leggen en de Shari"a in het hele land in te voeren."
Naar schatting zijn 400.000 mensen uit het noorden van Mali en andere conflictgebieden gevlucht. Pater Sorgho tekende hierbij aan: "We hebben voor de eerste opvang van de vluchtelingen gezorgd. Velen waren al gevlucht, na de aanvallen op Gao, Timboektoe en Kidal, en vonden een heenkomen in onze streken aan de grens met Mauritanië en Senegal. Intussen heeft een aantal gezinnen vluchtelingen als huisgenoten opgenomen. Maar met het toenemen van luchtaanvallen en gewapende acties, zien we de aantallen vluchtelingen naar ons toenemen. Zij hebben hun kinderen en ouders meegenomen en gevlucht voor het geweld in het noorden. Velen komen hier zonder iets aan, behalve een rugzak met wat persoonlijke spullen."
In 2011 heeft Kerk in Nood al meer dan € 160.000 verstrekt aan steunprojecten in Mali. Zij zijn nu bezig om opnieuw noodhulp te sturen ten behoeve van vluchtelingen in het bisdom Mopti in het centrum van het land, waar duizenden vluchtelingen een heenkomen hebben gevonden.
Bron: Kerk in Nood
Foto: Barnabas fund