“Onder de indruk van priesters in Zambia”

maandag, 07 augustus 2017
Persoonlijk verhaal
Tony Zender, de verantwoordelijke voor de projecten in Zambia van Kerk in Nood bracht onlangs een bezoek aan het Afrikaanse land met als doel de balans op te maken van de steun die de hulporganisatie in de afgelopen jaren heeft geboden en om de toekomstige noden van de lokale Kerk in kaart te brengen.

Mijnheer Zender, u bent net terug van een werkreis naar Zambia, waar u vooral projecten van Kerk in Nood (ACN – Aid to the Church in Need) hebt bezocht. Wat was uw algemene indruk van het land?
Zambia is een grotendeels stabiel ontwikkelingsland [misschien: land in ontwikkeling]. In het verleden hebben er zich enkele politieke onlusten voorgedaan naar aanleiding van de machtsovergang in de regering van de laatste naar de huidige president, maar doorgaans is het land vrij stabiel. Over het algemeen – en in vergelijking met de andere landen in de regio – functioneren de overheidsinstanties goed. Zambia is op goede weg, maar er zal nog een lang ontwikkelingsproces moeten worden doorlopen om degelijke resultaten te boeken op het gebied van de verbetering van de levensomstandigheden.

Hoe is de Kerk in Zambia georganiseerd?
De Kerk is onderverdeeld in elf bisdommen. Dankzij talrijke initiatieven en de toediening van de sacramenten is ze ook onder de mensen aanwezig. Ze is zich terdege bewust van de toenemende druk die wordt uitgeoefend door de islam. Nog kritischer bekijkt ze echter de opkomst van de evangelische sekten, die zich met de volgende boodschap tot de bevolking richten: “Wanneer u zich bij ons aansluit, dan wordt u daarvoor in dit leven al beloond en hoe meer u bidt, des te rijker zult u worden”. Dat is een groot probleem, omdat ook vele katholieken zich daardoor laten verleiden, maar de Kerk in Zambia probeert daartegen te reageren.

De fundamentele problemen waarvoor de Kerk onze hulp nodig heeft, zijn de bouw van pastorieën, motorisering (auto’s, motorfietsen), voortgezette opleiding en bijscholing, retraites… Daarnaast moet ook worden vermeld dat wij vaak worden verzocht om speciale projecten voor de bescherming van de katholieke gezinnen te ondersteunen.

Welk moment tijdens uw reis heeft de grootste indruk op u nagelaten? Zijn er projecten waarvan u zegt: "Godzijdank hebben wij bij Kerk in Nood (ACN) destijds een positieve beslissing genomen over dit project…"?
Wat onze projectreis betreft, was dit het bezoek aan een ietwat afgelegen parochie in het bisdom Mansa. Die parochie ligt in de armste regio van Zambia, in het noorden van het land. We werden ontvangen in het opleidingscentrum voor catechisten. De opleiding duurt twee jaar en gedurende die tijd wonen de catechisten met hun gezin in kleine individuele huisjes. Die tweejarige opleiding bereidt de mannen voor op hun dienst als catechist en de vrouwen volgen ondertussen vervolmakingscursussen om daarna in hun toekomstige parochies als opleider te kunnen werken – niet alleen voor catechese maar ook wat huishoudkundige activiteiten betreft, bijvoorbeeld kleermakerswerk. Ze hebben mij een bontgekleurd zelfgemaakt hemd cadeau gedaan. Voor mij persoonlijk was dit een zeer emotioneel bezoek. Vaak zijn de priesters maar een paar dagen per trimester in de parochies aanwezig en soms zelfs amper enkele dagen per jaar. In hun afwezigheid verrichten de catechisten bijzonder goed evangelisatiewerk: ze begeleiden de mensen en hebben samen met hun gezin ook een voorbeeldfunctie… Wanneer men als priester de gedrevenheid ziet waarmee ze zich opofferen voor de Kerk, dan werkt dit ook voor heel wat priesters bijzonder motiverend. Dit centrum hebben we bezocht omdat wij de opleiding van de catechisten daar rechtstreeks ondersteunen. Nu hebben we de catechisten ook fietsen geschonken zodat ze mobiel zijn en hun opdrachten nog beter kunnen uitvoeren. Wij zouden later ook het opleidingscentrum voor catechisten willen laten renoveren. De dankbaarheid van de rector van het centrum en van de opleiders die daar werken straalt van hun gezichten af. Wij hopen dat we in de toekomst niet alleen de volgende opleidingscursus zullen kunnen ondersteunen maar ook zullen kunnen helpen bij de renovatie want de gebouwen bevinden zich in zeer slechte staat.

Kan de bevolking zelf niet voor die financiële hulp instaan? Is die streek ook zeer arm?
Dat is een probleem. De Kerk probeert haar uiterste best te doen om de mensen bij te brengen dat elke leek ertoe geroepen is de Kerk ook financieel te ondersteunen en dat het niet meer is zoals vroeger toen de missionarissen daar nog aanwezig waren en de financiële middelen van hogerhand kwamen. Nu heeft de Kerk de hulp van elke gelovige nodig. Er is nog een zekere aanwezigheid van Poolse missionarissen in enkele gebieden van Zambia en ook van enkele congregaties uit andere landen, maar de Kerk wordt steeds meer een lokale Kerk. Dat is een noodzakelijk en lovenswaardig proces, maar het moet natuurlijk gepaard gaan met een verandering in de houding van de mensen. De mensen moeten leren dat ze door de Heer geroepen zijn om de Kerk te ondersteunen en dat iedereen, hoe arm hij ook is, daartoe een bijdrage moet leveren. Men mag zich daarbij niet alleen tot de financiële kant beperken, maar moet elk offer zien dat iemand voor de Kerk brengt wanneer allen samen proberen om de Kerk op te bouwen. Wanneer wij vanuit een geest van offerbereidheid en vastberadenheid handelen, dan geven wij een signaal dat wij het zijn die onze Kerk willen dragen. Dan zal de Heer de Kerk een zegen verlenen die wij anders niet zouden krijgen. Hetzelfde geldt overigens ook voor Europa.

Was er een moment waarop u zich triest of bezorgd voelde?
Wat altijd opnieuw indruk op mij heeft gemaakt is de voorbeeldige manier waarop sommige priesters zich aan hun missie wijden. Soms wonen ze op plaatsen waar er geen stroomvoorziening is, waar ze hun drinkwater uit een waterreservoir moeten putten. Soms wonen ze daar ook moederziel alleen. Voor mij zijn ze een voorbeeld door de manier waarop ze met hun situatie omgaan. Ik stel vast dat er veel nood is aan onze hulp, bijvoorbeeld voor renovaties, de bouw van nieuwe pastorieën en motorisering. Wij willen jonge priesters motorfietsen ter beschikking stellen zodat de goed opgeleide en spiritueel levendige priesters naar de mensen kunnen toegaan. Sommige plaatsen zijn voor de priesters amper bereikbaar. Velen van hen gaan te voet of moeten er door iemand anders naartoe worden gebracht. De omstandigheden zijn afschuwelijk. In de regentijd is het meestal niet mogelijk om zich met de auto te verplaatsen. Om u een voorbeeld te geven. Er is daar een Duitse missionaris uit het bisdom Mainz, pater Thomas, met wie we samen al enkele projecten hebben gerealiseerd. Tijdens onze reis konden wij hem niet ontmoeten omdat hij een collega verving in een parochie die in de regentijd volledig door water is omgeven. De pastoor die instaat voor die streek kan het gebied 3-4 maanden lang niet verlaten – behalve met een boot. Wanneer de wegen opnieuw berijdbaar zijn, wordt hij dan gedurende 1-2 weken vervangen. En net nu was het pater Thomas die instond voor de vervanging. Dat is een mooi voorbeeld van collegialiteit maar het toont ook aan hoe moeilijk verplaatsingen in Zambia soms wel kunnen zijn.

In 2016 heeft Kerk in Nood projecten in Zambia met een totaal bedrag van 601.531 euro ondersteund.