Bijna alle Christenen uit de Syrische stad Homs zijn voor geweld en vervolging op de vlucht geslagen. Kerk in biedt hulp om in hun meest dringende behoeften te voorzien. De massale uittocht van meer dan 50.000 mensen naar dorpen en steden in de omgeving, volgt op berichten dat Christenen in Homs door "fanatici" zijn gemolesteerd en uit hun woningen verjaagd. De Katholieke hulporganisatie Kerk in Nood, die vandaag bekend maakte een noodfonds ter waarde van € 80.000 voor voedsel en onderdak beschikbaar te hebben gesteld, kreeg te horen dat 90 procent van de Christenen Homs heeft verlaten.
De uittocht, die grotendeels in de afgelopen zes weken plaats vond, maakt deel uit van wat betrouwbare nieuwsbronnen omschrijven als een "aanhoudende etnische zuivering van Christenen" door militante Islamitische groepen die in contact staan met Al Qaeda. Tot nu toe herbergde Homs een van de grootste Christelijke bevolkingsgroepen in het land en volgens Kerkelijke bronnen hebben deze gelovigen het zwaarste geweld te verduren gekregen. Zij zijn op de vlucht geslagen naar dorpen in de bergen, soms wel 50 kilometer ver.
Naar verluidt, hebben Islamisten in Homs de wijken Hamidiya en Bustan al-Diwan uitgekamd en Christenen uit hun huizen verjaagd zonder hun gelegenheid te geven iets mee te nemen. Volgens andere bronnen, zouden Christenen hun woningen vrijwillig hebben verlaten om anderen gelegenheid te geven zich daar tegen geweld te beveiligen.
Wanhopig op zoek naar voedsel en onderdak hebben deze vluchtelingen een toevlucht gevonden in de streek van Wadi Alnasara en Marmarita en andere dorpen waar zij hulp ontvangen uit het fonds van € 80.000 dat Kerk in Nood hiervoor beschikbaar heeft gesteld. Deze hulp voorziet in een bedrag van USD60 per gezin, per maand voor eerste levensbehoeften en behuizing in de hoop dat de vluchtelingen tegen de zomer naar hun huizen kunnen terugkeren.
Kerk in Nood biedt ook hulp aan gezinnen die slachtoffer werden van een autobom die op 18 maart in de Christelijke wijk van Aleppo tot ontploffing werd gebracht, vlak bij de Bonaventura kerk van de Franciscanen.
Mgr. Antoine Audo s.j., de bisschop van Aleppo, die het toezicht op het hulpprogramma heeft, zei aan Kerk in Nood : "De mensen die we helpen, zijn doodsbang. Ze weten niet wat de toekomst voor hen inhoudt. Ze zijn bang dat ze hun huizen niet meer terug krijgen. Het is van het allergrootste belang dat we doen wat we kunnen om deze mensen te helpen".
Toen hij zijn aanvrage voor hulp bij Kerk in Nood indiende, vroeg de bisschop om de grootst mogelijke spoed vanwege de moeilijke omstandigheden waarmee de Christenen in Syrië worden geconfronteerd. De bisschop, die aan het hoofd staat van het Chaldese bisdom van Aleppo, sprak zijn dank uit aan de weldoeners van Kerk in Nood met de woorden: "Dank voor de hulp die u ons geeft. Bidt voor ons en laten we samenwerken om vrede in Syrië te brengen."
Intussen groeit de vrees dat Syrië een "tweede Irak" wordt, met een zelfde patroon van aanslagen op kerken, verjaging en ontvoering van Christenen. Als de aanslagen voortgaan, zou Syrië hetzelfde lot te wachten kunnen staan als Irak waar het aantal Christenen van 1,4 miljoen aan het einde van de jaren "80 ineenschrompelde tot minder dan 300.000 nu. In beide gevallen is de Kerk mikpunt geworden omdat zij ervan verdacht werd nauwe banden te onderhouden met regimes die werden bestreden door oppositiepartijen en rebellengroepen.
De crisis in Homs heeft de vrees aangewakkerd dat Islamisten in de regio aan invloed winnen en het machtsvacuüm opvullen dat door de decennia oude regimes rond de Middellandse Zee werd nagelaten toen zij ten val werden gebracht in het begin van de Arabische Lente.
Bron: Kerk in Nood
Foto’s: Kerk in Nood