“Niet leven onder islamitisch bestuur”

woensdag, 13 april 2016
Nieuws
De Syrisch-orthodoxe Patriarch Ignatius Aphrem II is geschokt over de verwoestingen in Al Qaryatayn, de stad die pas uit handen van ISIS is bevrijd. “De tranen van de christenen zijn te pijnlijk voor me”
ACN-20140322-06351

Na zijn bezoek aan de Syrische stad Al Qaryatayn kampt de Patriarch met gemengde gevoelens. In een gesprek afgelopen vrijdag met Kerk in Nood in Damascus vertelt de kerkleider dat hij enerzijds verheugd is over de uitdrijving van de terreurgroep uit de stad. De terroristen hadden Al Qaryatayn in augustus ingenomen. “Dat is vast en zeker een toe te juichen ontwikkeling. Maar de inwoners die weggevlucht waren, barstten in tranen uit toen ze zagen wat er van hun stad geworden was. Het was ook voor mij persoonlijk, als pastorale zielzorger, zeer pijnlijk toen ik deze tranen zag.” 

De Patriarch stelt dat de infrastructuur zwaar is beschadigd. “Toen ik samen met onze katholieke broeders vrijdag de stad bezocht, was ik geschokt door de aard van de verwoestingen. Veel huizen zijn geheel of gedeeltelijk vernield tijdens de gevechten. Allerlei benodigdheden en leidingen zijn gestolen. Het was bijzonder pijnlijk te zien hoe de kerken moedwillig aangepakt zijn door ISIS. Zowel het Syrisch-katholieke Sint-Elianklooster als de Syrisch-orthodoxe Kerk zijn met opzet ontheiligd. Onze kerk is zelfs nog zwaarder beschadigd dan het klooster.”

Eendracht
De Patriarch beklemtoont dat het gemeenschappelijk bezoek met de katholieken bedoeld is als signaal. “In deze tijden moeten we ons als christenen eendrachtig tonen. ISIS wil ons doden, ongeacht tot welke christelijke Kerk we behoren,” zei Ignatius Aphrem. “Tijdens het bezoek wilde ik de mensen vooral hoop bieden. Ik vertelde hen God te danken dat ze nog leven. Huizen en kerken kunnen opgebouwd worden. Een verloren leven is niet te herstellen. Als Kerk gaan we er niet alleen over praten; we zullen de mensen ook de middelen geven om hen zo goed als mogelijk te kunnen helpen bij de wederopbouw. Het allerbelangrijkste is te geloven dat God bij ons is. We geven onze hulp in de naam van de levende God.”

Moeilijk te vergeven
De Patriarch moet wel toegeven dat het in situaties zoals deze erg moeilijk is om een christelijke getuigenis te geven en de vijanden te vergeven. “Als je de omstandigheden ziet, dan is het niet zo gemakkelijk om de haat te overwinnen en God om het geschenk van de vergiffenis te vragen. Het zal tijd vergen voor de mensen om die stap te zetten. Dat is zeer menselijk en begrijpelijk. Maar we kunnen niet om de bereidheid tot vergeving heen. Het is een essentieel onderdeel van het christelijke leven.”

Buitenlandse invloed
De Patriarch benadrukt dat de Syriërs ervaring hebben met het naast elkaar bestaan van verschillende godsdiensten. “In Syrië gaat het niet om een oorlog tussen christenen en moslims. Het gaat vooral om buitenlandse terroristen die hier de jihad komen uitvechten. Natuurlijk zijn er nu Syriërs bij die deze jihad-ideologie hebben aangenomen. Maar deze opvattingen komen van buitenaf, hoofdzakelijk uit Saoedi-Arabië en via het daar beoefende wahabisme. Daarom zie ik geen groot probleem in de verzoening tussen de Syriërs die een verschillend geloof aanhangen. Dat is mogelijk. We hebben, ondanks de vele verschillen, uiteindelijk voor de oorlog in Syrië begon altijd samengeleefd. Dat was het Syrië dat ik kende.”

Over de pogingen van de Verenigde Naties om een politieke oplossing te vinden voor het conflict via onderhandelingen tussen de regering en de oppositie, zei de Patriarch: “Als de Syriërs de zaken onder elkaar mochten regelen, dat zouden er geen problemen zijn, daar ben ik van overtuigd. Maar we zijn niet naïef. De moeilijkheid van de politieke oplossing schuilt in het feit dat er regionale en internationale belangen in Syrië samenkomen. Dat maakt de situatie zo complex.” Ignatius Aphrem II drukt zich nogal sceptisch uit over de vertegenwoordigers van de Syrische oppositie die in Genève met de regering onderhandelen. “Natuurlijk hoop ik dat de gesprekken succes zullen hebben. Maar de oppositie telt hier in Syrië zelf niet zoveel aanhangers. Bovendien zijn er nogal wat islamisten onder hen. De christenen en ook de anderen willen niet leven onder een islamitisch bestuur.”

40% Christenen gevlucht
Patriarch Ignatius Aphrem bevestigt dat ongeveer 40 procent van de Syrische christenen het land verlaten heeft en naar de buurlanden of het Westen is gevlucht. “Ik maak me geen illusies. De meesten onder hen komen nooit meer terug. Als het zo doorgaat, dan zullen de christenen in Syrië verdwijnen, net zoals ze uit Turkije en Irak bijna helemaal verdwenen zijn.” De Patriarch verwerpt daarom de door het Westen gestimuleerde emigratieplannen. “De beste manier om ons te steunen, is te helpen om in ons moederland te blijven. Naar het Westen verhuizen, is geen oplossing. Het is geen positieve ervaring om vluchteling te zijn in Europa. Dat houdt culturele ontworteling in. Het is niet goed voor de vluchtelingen en niet goed voor de samenlevingen die hen opneemt.” De Patriarch verklaarde dat er zowel in Syrië als in de buurlanden veilige thuishavens zijn voor de mensen. “Het zou voor Europa veel goedkoper zijn om de mensen te helpen in Syrië te blijven, of ze tijdelijk op te vangen in Libanon of op een andere plek. Het is veel belangrijker de projecten van de lokale Kerken te helpen. We zijn Kerk in Nood zeer dankbaar dat ze deze benadering steunt en de mensen ter plaatse helpt. Ik hoop dat veel meer organisaties daaraan een voorbeeld zouden nemen.”

Samen met u willen wij een helpende hand zijn voor alle mensen in nood. Op die manier dragen we zorg voor de toekomst van de arme, lijdende en vervolgde Kerk. Helpt u mee?