Christenen die in 2008 het slachtoffer zijn geworden van de maandenlange golf van antichristelijk geweld zijn door de Indiase overheden in de steek gelaten. Dat concluderen twee seculiere niet-regeringsorganisaties na onderzoek.
"Wat Kandhamal betreft zijn zowel de nationale als de deelstaatregering in gebreke gebleven wat betreft hun grondwettelijke plicht om de fundamentele rechten van burgers te beschermen", aldus de emeritus-Aartsbisschop van Cuttack-Bhubaneshwar, Mgr. Raphael Cheenath. Hij stond ten tijde van de zorgvuldige geplande geweldsgolf aan het hoofd van het Aartsbisdom in de deelstaat Orissa.
Vernietigend rapport
Twee ngo’s, de CSNR en HLRN, publiceerden afgelopen vrijdag in samenwerking met de Katholieke Kerk en het Rode Kruis een vernietigend rapport onder de titel ‘Onrechtvaardige compensatie, schatting van de schade en verlies van privé-eigendom tijdens het antichristelijk geweld in Kandhamal, India’.
Daaruit blijkt dat de deelstaatregering alleen financiële compensatie uitkeerde indien er doden te betreuren waren of huizen waren vernield. Alle andere schades, zoals verlies van land, persoonlijke bezittingen, meubels, gereedschap en voedselvoorraden waren uitgesloten van compensatie. Dat heeft volgens de oud-Bisschop "mensen die toch al bijna geruïneerd waren ernstig geschaad".
Volgens het onderzoek is er geen beleid om dergelijke verliezen op te vangen.
Kerkgebouwen
Ook verwoeste kerkgebouwen en kapellen worden niet vergoed. "De regering zegt dat het geen vernielde kerken en kerkelijke gebouwen kan herbouwen omdat India een seculier land is", aldus Aartsbisschop Cheenath.
De bisschop heeft het Indiase Hooggerechtshof gevraagd 375.000 euro toe te kennen om kerken te kunnen repareren.
Hoewel het Hof de compensatie toekende, heeft de regering daarvan slechts een fractie overgemaakt.
Bron en foto: AsiaNews
