Mozambique: “Vooral armsten verliezer oorlog”

woensdag, 25 november 2020
Nieuws
“We leven hier in een tijd van oorlog die al drie jaar duurt. Het begon met de aanval op een politiebureau, daarna op afgelegen dorpen, daarna de grotere dorpen en nu zelfs steden. Vier steden zijn al bijna volledig geplunderd. In deze oorlog zijn inmiddels meer dan 2.000 mensen gedood en meer dan 500.000 ontheemd geraakt.” Zo begint het interview van Kerk in Nood met mgr. Luiz Fernando Lisboa.
People flee from attacks by jihadists in Mozambique June 2020

De Braziliaanse geestelijke is bisschop van het bisdom Pemba in Cabo Delgado, in het noorden van Mozambique, waar hevig gevochten wordt door een terroristische groepering. Minuten voor het interview ontvangt Mgr. Lisboa droevig nieuws uit Nangololo, waar vroeger de Missie van het Heilig Hart van Jezus was: “De op één na belangrijkste missie van het bisdom is volledig verwoest. De kerk, het priesterhuis, het zusterhuis, de gemeenschapsradio en de kliniek zijn totaal verwoest. De mensen waren de missie al ontvlucht, het bos in, naar andere steden en dan hier naar Pemba. We helpen veel mensen, zodat ze naar veiliger plaatsen kunnen gaan.”

Anderen helpen
Anderen helpen is de laatste jaren de prioriteit van Dom Luiz Fernando geworden: “Meer dan een half miljoen ontheemden hebben alles nodig! Ze hebben voedsel, kleren, medicijnen, potten en pannen én aandacht nodig, een plek om te wonen, alles. Het is een oorlog die ons allemaal veel leed heeft gebracht.” De katholieke Kerk is al sinds het begin van het conflict in de regio aanwezig, en heeft het aan de kaak gesteld en hulp verleend. “De Kerk heeft zicht uitgesproken om zo stem te zijn van de armen, van hen die geen tijd hebben, die niet de mogelijkheid hebben om voor een camera te staan, zoals ik nu doe, om te kunnen spreken. Dit is ons eerste werk: spreken en de werkelijkheid laten zien. Daarnaast reageert de Kerk via Caritas, haar humanitaire arm, op deze noodsituatie.”

Weg, waarheid en leven
De bisschop van Pemba is internationaal inmiddels de belangrijkste stem die de gebeurtenissen in Cabo Delgado aan de kaak stelt: “De Kerk is toegewijd aan de waarheid omdat we Jezus volgen, die zei: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven.  Alle missionarissen zijn verenigd. We werken allemaal aan het inperken van deze humanitaire crisis, aan het steunen van de meest kwetsbaren. We proberen iets te doen om hun lijden te verminderen.”

“We zijn niet bang omdat we de waarheid vertellen. Waar wij over gesproken hebben, is waar paus Franciscus zo vaak over spreekt: ‘wij willen de waardigheid van de mensen redden, wij willen sociale rechtvaardigheid, wij willen dat de mensen hun rechten gerespecteerd zien, wij willen dat de mensen in vrede leven.’ Dat is niet teveel gevraagd. Het staat in de grondwetten van alle landen, in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, in de Bijbel zelf en in de Koran. Wat wij gelovige mensen vragen, is vrede. Is dat teveel gevraagd?”

Volgens de bisschop zijn er veel partijen betrokken bij het conflict. “Vrede is het werk van de Kerk. Terwijl wij bidden, werken we ook, ontmoeten we mensen, zijn we activisten voor de komende vrede. Vrede is een gebouw en het is belangrijk om de mensen bij de bouw te betrekken. Niet alleen het volk van Mozambique, maar ook de internationale gemeenschap. Achter elke oorlog zitten de verantwoordelijken. Er zijn geen winnaars in oorlogen. We verliezen allemaal. Er zijn mensen die winst maken, ze denken dat ze winnen, maar ze zijn ook verliezers.”

Wat de redenen voor het conflict betreft, wil de bisschop van Pemba duidelijk maken dat het geen oorlog tegen christenen is: “Christenen zijn niet het voornaamste doelwit van terroristen. Veel belangrijke christelijke kerken zoals de genoemde missie van Nangololo zijn in brand gestoken. De historische kerk van Mocímboa da Praia is verbrand, evenals vele plattelandskapellen. Er zijn echter ook moskeeën in brand gestoken. Catechisten zijn vermoord, evenals animatoren van de gemeenschap, twee zusters, maar ook een moslimhoofd en andere leiders. Het is dus geen oorlog tegen christenen. Als religieuze leiders hier in Cabo Delgado, Mozambique, hebben we een goede verstandhouding. Er is nooit een probleem tussen ons geweest”.

Honger
De grootste zorg van de bisschop is dat het volk ook op andere manieren lijdt onder het terrorisme. “Het heeft de dromen van veel mensen ontnomen. Elk jaar lijden we al op een bepaalde tijd van het jaar honger. Al drie jaar lang produceren veel mensen niets meer. Daarom zal de honger nog groter zijn. De oorlog heeft alleen maar verliezers, maar degenen die het meest lijden zijn de armsten.”

RedWednesday
Sinds het begin van de aanslagen in 2017 heeft Kerk in Nood de mensen een stem gegeven. Op 25 november, RedWednesday, lichtte Kerk in Nood Brazilië het standbeeld van Christus de Verlosser rood aan op om de slachtoffers van de aanslagen in Mozambique te herdenken en de hoop van de bevolking te versterken. Bisschop Lisboa is dankbaar: “Wat het Mozambikaanse volk het meest wil, is vrede. Mozambique heeft al twee oorlogen achter de rug. Hier in Cabo Delgado staan we voor de derde. De mensen zijn moe, ze lijden veel onder deze oorlog. De bevolking van Cabo Delgado, van Mozambique, verlangt naar vrede. Wij zijn dankbaar voor deze wereldwijde solidariteit met onze situatie hier en voor het aanlichten van het beeld Cristo Redentor om al onze doden te herdenken, niet alleen de christenen, maar alle doden, van deze oorlog en andere oorlogen. We kunnen niet onverschillig blijven voor het lijden, de pijn, de dood van zoveel van onze broeders en zusters”.

Noodhulp
Om hen te helpen die het meest lijden heeft Kerk in Nood donateurs gevraagd om de slachtoffers van dit conflict in Cabo Delgado te helpen. Kerk in Nood biedt ook concrete hulp via verschillende noodhulpprojecten. Aan de weldoeners van Kerk in Nood, stuurt Dom Luiz zijn boodschap van dankbaarheid voor alle medewerking: “Uit de grond van mijn hart dank ik alle weldoeners van Kerk in Nood. Hier in het bisdom Pemba, nog voor de oorlog, voor de cycloon Kenneth, werden we al door hen geholpen. Eerder hielpen ze al; bij de ondersteuning van de vorming van seminaristen, priesters en zusters en met auto’s voor onze missionarissen. In deze tijd van nood, vanwege de oorlog, hebben ze alweer noodhulp geboden. Daarvoor mijn hartelijke dank. Moge God iedereen die met dit waarlijk missionaire werk meewerkt, zegenen.”