Een Indonesische tiener die een aanslag pleegde op een katholieke priester in diens kerk, spiegelde zich voor zijn daad aan nieuwsberichten over de moord op een Franse pater in juli. Hij werd daarbij aangemoedigd door een radicale landgenoot in het Islamitische bolwerk Raqqa, aldus het hoofd van de nationale politie in Jakarta afgelopen woensdag.
De jongeman bleek echter een amateur op het gebied van explosieven, waardoor zijn bom niet afging, zo vertelde generaal Tito Karnavian aan journalisten. Parochianen overmeesterden de 17-jarige toen hij de priester met een mes te lijf wilde gaan. Hij wordt in verzekerde bewaring gehouden. De aanslag van afgelopen zondag in de noordelijke stad Medan leidde niet tot ernstig letsel, maar, volgens de politie wel tot enkele lichte verwondingen bij de priester en de dader.
Via internet geradicaliseerd
Volgens Karnavian was de mislukte aanslag een voorbeeld van een ‘lonely wolf’, een via internet geradicaliseerd individu. Het is een fenomeen dat nu ook zijn intrede heeft gedaan in het land met de grootste Moslim meerderheid ter wereld. Daarmee breidt het geweld van de militante IS beweging uit het Midden Oosten zich uit tot het veraf gelegen Indonesië, waar Moslims en Christenen doorgaans vreedzaam naast elkaar leven.
De dader werd tot zijn delict aangezet door berichten over de moord op pater Jacques Hamel (85) die stierf nadat twee extremisten hem in juli de keel hadden doorgesneden tijdens een Mis in een voorstad van Rouen in Noord-Frankrijk. “Hij probeerde de aanslag na te doen… zoals hij had gezien op internet,” verklaarde Karnavian. “Volgens onze informatie had hij ook contacten met een Indonesiër in Syrië, die naar zijn zeggen een extremist was met verblijfplaats in Raqqa. De conclusie is dat het fenomeen ‘eenzame wolf’ zich in Indonesië verspreidt.”
Geen banden met plaatselijke extremisten
Het hoofd van de Indonesische veiligheidsdienst, minister Wiranto, verklaarde maandag dat de jongen een briefje bij zich had met de tekst ‘Ik houd van al-Baghdadi’, een verwijzing naar de leider van de IS beweging. “Uit de mobiele telefoon die de politie in beslag nam, bleek dat de jonge man geobsedeerd was door al-Baghdadi”, aldus Wiranto.
Volgens Karnavian had de politie geen bewijs gevonden dat Armadi in contact stond met islamitische groeperingen in Indonesië. Zijn aanslag werd daarom beschouwd als een geval van zelf radicalisering en niet van sektarisch geweld voortkomend uit spanningen tussen godsdienstige gemeenschappen in het traditioneel tolerante Indonesië.
Volgens Karnavian had Armadi verklaard dat hij van twee mannen geld had gekregen om zijn aanslag op de Sint Jozefkerk in Medan te plegen, maar de politie hechtte niet veel waarde aan dit verhaal dat bedoeld leek om de verantwoordelijkheid voor de aanslag van zich af te schuiven. “We zijn er vast van overtuigd dat dit geen sektarische aanslag was, omdat hij een eenzame wolf is”, zei hij. , eraan toevoegend dat veel moslims in Medan en omgeving de aanslag hebben veroordeeld.
Indonesië heeft de grootste moslim bevolking ter wereld en de grote meerderheid belijdt een gematigde vorm van de islam. Maar in de afgelopen jaren is een kleine minderheid extremisten in aantal toegenomen, geïnspireerd door militante Islamitische bewegingen zoals al Qaida en IS. Volgens antiterreur agenten zijn er honderden IS sympathisanten in het land. Indonesië werd in januari voor het eerst getroffen door een aanslag die gelieerd is aan IS. Het was een gewapende aanslag in de hoofdstad Jakarta waarbij vier mensen om het leven kwamen.
Religieuze achtergrond
Minister Lukman Hakim Saifuddin, van godsdienstzaken, was voorzichtiger dan Karnavian. Naar zijn mening “zijn conflicten met een religieuze achtergrond niet gebaseerd op religie.” Volgens hem prediken religies vrede en maken gewelddadige extremisten die beweren uit naam van de Islam te handelen gebruik van het geloof om hun eigen politieke doelen te verwezenlijken, die merendeels voortkomen uit sociaal of economisch onrecht dat zij in Indonesië ondervinden. De regering bereidt een wet voor die beoogt haat-berichten op sociale media aan banden te leggen evenals extremistische uitingen van alle godsdienstige gemeenschappen. “We hebben hier met een probleem te maken waar we niet omheen kunnen.”
