De algemene verkiezingen van afgelopen zondag, 5 januari 2014, in Bangladesh, werden overweldigend gewonnen door de heersende Awami Liga. De verkiezingen hadden te lijden onder een lage opkomst, een boycot door de oppositiepartijen en nogal wat geweld "soms met dodelijke afloop – door leden van de oppositie, die hoopten de verkiezingen op die manier te kunnen voorkomen.
Volgens de laatste berichten werden tenminste 21 mensen gedood en vielen er 300 gewonden tijdens de verkiezingen. Honderd stembureaus liepen schade op en werden aangevallen als gevolg van een boycot die geleid werd door de belangrijkste oppositiepartij, het BNP (Bangladesh Nationalist Party) en zijn bondgenoten, de Islamistische en vooral fundamentalistische Jamaat-el-Islam partij.
Anonieme betrouwbare bronnen van Kerk in Nood maaken melding van spanningen tijdens de aanloop naar de verkiezingen, die samenvielen met het Kerstfeest. "Vanwege de vreselijk moeilijke situatie was de meerderheid van de bevolking in mijn regio in Dinajpur niet in staat om Kerst te vieren. In de meeste bisdommen liggen de dorpen ver uiteen en over het algemeen kan een priester er maar één of twee maal per jaar de mis lezen. Vanwege de boycot, de wegblokkades en de terroristische aanvallen konden priesters en catecheten er zich niet vrijelijk bewegen, zelf in hun eigen dorpen en steden was het onmogelijk rond te trekken." De bron legt verder uit de dat volgelingen van de meest fundamentalistische partijen zich naast het in brand steken van auto’s, het met benzinetanks gooien naar treinen en het weghalen van spoorrails ook bezig houden met aanvallen op religieuze minderheden, vooral op Hindoes. "Ze steken de huizen van deze mensen in brand en slaan ze in elkaar, soms met bijna fatale afloop. Elke dag zien we foto’s in de krant van mensen die gedood worden onder extreme omstandigheden. We zitten in een afschuwelijke situatie."
‘sinds de verkiezingen is de situatie nog verslechterd. Op verkiezingsdag zelf werden in ons dorp, vlakbij ons huis, een aantal huizen van Hindoes geplunderd en in brand gestoken. Gisteravond, 7 januari, werd een christelijk dorp platgebrand en de mensen werden in elkaar geslagen. Er waren enkele leden van onze familie bij. Bid a.u.b. voor de veiligheid en de bescherming van het gewone volk, vooral voor de minderheden."
Volgens andere bronnen die door Kerk in Nood geraadpleegd werden is de situatie niet in het hele land even erg. In het algemeen waren de vele gewelddaden niet speciaal gericht tegen individuen maar ontstonden ze eerder als gevolg van de boycot en van de staking tegen de verkiezingen. Het lijdt geen twijfel dat er aanvallen zijn geweest op religieuze minderheden waaronder vooral de Hindoe minderheid geleden heeft, b.v. in één district in Dinajpur en in twee districten van het bisdom Khulno. "In de hoofdstad en in andere districten waar verkiezingen gehouden werden zette de overheid het leger in en de veiligheidstroepen waren stand-by. De overheid stuurde agenten om de kerken, zowel in de stad Dhaka als naar de omliggende dorpen, te beschermen. Door deze inzet kon ik Kerst vieren in een dorp op 30 km afstand van Dhaka. Van 23 december tot de avond van 25 december stonden er meer dan 10 agenten op wacht bij de deur van de kerk. Alles was rustig, hoewel ik persoonlijk bang was om op mijn bromfiets rond te rijden in die dagen."
Bron en Foto’s: Kerk in Nood
