Het bisdom Vanimo ligt in een van de armste en meest geïsoleerde gebieden van Papoea Nieuw-Guinea. Sinds 2002 werkt hier een communiteit van vrouwelijke religieuzen. Zij behoren tot het religieuze Instituut van de "Dienaressen van de Heer en de Maagd van Matara", dat in 1998 in Argentinië werd gesticht. Vijf van de zusters werken nu hier. Missionarissen die naar Papoea Nieuw-Guinea komen om er te werken lopen een groot risico malaria te krijgen en de medische voorzieningen zijn hier in het algemeen zeer slecht. Maar de zusters worden hierdoor niet ontmoedigd. Zij vervullen allerlei taken – zij zijn nu bijvoorbeeld bezig een catechismus te schrijven in steenkolenengels, dat de belangrijkste voertaal is voor de meerderheid van de bevolking. Het is een belangrijk project en het is nodig omdat de cultuur van de bevolking daarmee beter kan worden doordrongen van de boodschap van het Evangelie. Zij leiden ook catechisten op die iets van het pastorale werk van hen kunnen overnemen in de jungledorpen, waar niet continu een priester is. Daarbij geven ze godsdienstonderricht aan kinderen, jongeren en volwassenen in de jungledorpen, terwijl ze tegelijkertijd ook persoonlijke hulp verlenen aan vrouwen, met name bij geboortes.
Maar hun belangrijkste zorg is het verlenen van pastorale zorg aan vrouwen en kinderen en hun inzicht te leren in hun eigen door God gegeven waardigheid. Dit werk is zeer belangrijk, want ten eerste past het helemaal niet in deze cultuur dat mannelijke missionarissen vrouwen en meisjes pastoraal begeleiden. Tegelijkertijd is het van zo’n vitaal belang om de vrouwen hier enige vorming te geven, want in de regel hebben ze geen gelegenheid om ook maar het geringste onderwijs te ontvangen, want traditioneel zijn ze vaak al als kinderen verkocht en uitgehuwelijkt. Zij zijn volledig onderworpen aan hun echtgenoot en worden vaak slecht behandeld, maar tegelijkertijd dragen zij de volledige verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de kinderen en het onderhoud van het gezin, want de mannen zijn niet gewend te werken. Zuster Maria legt uit: "Vrouwen leven hier in een toestand van onderdrukking en verwaarlozing in een samenleving die hun waardigheid niet erkent." Daarom wordt er door de vrouwen veel geleden. Ook zijn de meisjes vaak slachtoffer van seksueel misbruik. De zusters hebben een tehuis voor meisjes en jonge vrouwen, waar ze hun toevlucht kunnen zoeken en tijd krijgen om te herstellen van wat hun lichamelijk en psychisch is aangedaan. Zij zijn nu bezig met de bouw van een tehuis naast het huis waarin de zusters zelf wonen. Maar het probleem is dat ze nu niet voldoende ruimte hebben voor henzelf en de meisjes en dat ze maar één ruimte hebben voor eigen gebruik. Wij hebben al eerder geholpen voor dit hostel, maar de kosten van de bouwmaterialen stijgen voortdurend en ze hebben het niet af kunnen bouwen. Nu hebben we de zusters een tweede gift beloofd van 23.000 euro zodat het werk nu eindelijk kan worden afgemaakt. Dan hebben ze hun eigen plek waar ze zich kunnen terugtrekken, en kunnen ze toch dichtbij de kwetsbare meisjes en vrouwen zijn voor wie ze zorgen en beschikbaar zijn om ze zo nodig 24 uur per dag bij te staan.
Dit project is een voorbeeld van het werk dat "Kerk in Nood" doet. Tenzij u anders aangeeft, wordt uw gift aan dit of een ander soortgelijk project besteed, dat overeenstemt met de pastorale prioriteiten van "Kerk in Nood".
Projectcode: 512-05-19