"Ik heb van Jezus gehoord op de televisie"
In Tunesië zijn nauwelijks meer Christenen te vinden. Maar het geloof leeft er volop. Tunesië was ooit het kloppend hart van het westerse Christendom. De heilige Cyprianus, een Kerkvader, was hier bisschop, Felicitas en Perpetua ondergingen er het martelaarschap en Augustinus predikte er tegen de dwalingen van zijn tijd. Maar er is weinig over van de glorie van de vroege Kerk. De wind heeft nu vrij spel in de ruines van de basilieken en doopplaatsen van het oude Carthago, vlak bij de hoofdstad, Tunis.
En toch is Tunesië meer dan een uitgebluste schatplaats van het Christelijk verleden. Ook nu is er weer een Christen gemeenschap die gelooft, bidt en zich dienstbaar maakt. Of liever: opnieuw gelooft, bidt en zich dienstbaar maakt. Want de ongeveer 25.000 Christenen, van wie 20.000 Katholiek, die in dit Noord-Afrikaanse land met zijn elf miljoen inwoners wonen, zijn bijna allemaal buitenlanders. De Christelijke gemeenschappen uit het begin van onze jaartelling zijn weggevaagd door de islamitische veroveraars. Maar de Soeni Islam die thans in Tunesië de toon aangeeft, geldt als gematigd ende Franstalige elites van dit vroegere Franse protectoraat richten zich helemaal op het Westen. Het is daarom bepaald geen toeval dat de zogenaamde "Arabische lente" hier onder jonge hervormingsgezinde studenten begonnen is. Nog steeds is er geen enkel ander Arabisch land waar de positie van de vrouw zo gunstig is als in Tunesië. Toch legt de Islam zijn stempel op het openbare leven. Volgens de oude, inmiddels achterhaalde grondwet, was Tunesië in feite een Islamitische staat. Hoewel bekering tot het Christendom wettelijk niet uitdrukkelijk verboden is "in tegenstelling tot actieve evangelisatie -, komt in de praktijk een dergelijke stap de bekeerling te staan op uitstoting uit zijn familie en de gemeenschap.
Jean (niet zijn echte naam) weet daarover mee te praten. Deze 23-jarige jongeman is een van de weinige geboren Tunesiërs die zich hebben laten dopen. Volgens een rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken over geloofsvrijheid in 2010, hebben ongeveer 2.000 Tunesiërs in dat jaar deze stap gezet. De meesten sloten zich aan bij een Protestantse geloofsgemeenschap. Dat gold ook voor Jean. "Ik had op de televisie horen praten over Jezus. Een uitzending was aan Hem gewijd", legt hij uit. Tunesiërs kijken inderdaad geregeld naar tv-programma’s uit Italië of Frankrijk. "En Zijn boodschap heeft me niet meer losgelaten", voegt hij er aan toe. Jean heeft zich in een Protestantse gemeente laten dopen. Maar het charismatische aspect en de informele vorm van de erediensten overtuigden hem niet. Uiteindelijk kwam hij in contact met de Katholieke Kerk. "Toen ik de liturgie daarvan hoorde, wist ik meteen dat ik hier bij wilde horen". Na een voorbereidingstijd zal hij tot de Katholieke Kerk worden toegelaten. "We hebben overigens wel aan Jean duidelijk gemaakt, dat hij aan zijn lidmaatschap van de Katholieke Kerk geen materiële voorrechten kan ontlenen", zegt pater Silvio. Deze dertig jaar oude priester is lid van de Congregatie van het Mensgeworden Woord, die haar oorsprong in Argentinië heeft, en werkt al enkele jaren als kapelaan in de kathedraal van het aartsbisdom Tunis. "Dit neemt niet weg" voegt hij er aan toe "dat we iedereen, ongeacht zijn geloof, naar vermogen helpen, vooral als zij in financiële moeilijkheden komen."
Maar de houding tegenover Christenen "voor zover zij geen bekeerde Moslims zijn "is hier over het algemeen niet vijandig. Zuster Maria (niet haar werkelijke naam) weet daar alles van. Deze allerhartelijkste zuster staat aan het hoofd van een school van de Zusters in het noorden van Tunesië. Er zijn in totaal negen Christelijke onderwijsinstellingen in Tunesië. "Wij, Zusters, worden door de bevolking zeer gerespecteerd, o.a. vanwege ons habijt en onze sluier." Ieder jaar, bij het begin van het schooljaar, staan de mensen in een lange rij te wachten om hun kinderen te kunnen inschrijven op onze lagere scholen die op een lange traditie kunnen bogen. Soms komen ze de avond tevoren al in de rij staan. "Het is gebeurd dat een vader, zelf een oud-leerling, expres uit Saoedi-Arabië is overgekomen om zijn dochter bij ons in te schrijven". En vorig jaar, toen de zogenaamde Jasmijn-Revolutie zulke drastische veranderingen in Tunesië heeft gebracht, hebben omwonenden dag en nacht bij onze school gewaakt. "Als wij naar Tunis moesten, hebben zij zelfs geregeld dat we begeleiding kregen", zegt zuster Maria. "De Islam is hier opener, misschien voor een deel ook dankzij onze school". Al onze leerlingen evenals onze 60 leraressen zijn immers zonder enige uitzondering Moslim. Toch kunnen we heel goed met elkaar overweg. De vier zusters gaan af en toe graag een pizza of een ijsje met de leraressen eten. "Vorig jaar hebben we met onze leraressen zelfs een bezoek aan Sicilië gebracht en zijn we meegelopen in een processie ter ere van Sint Jozef. De vrouwen waren enthousiast. En volgend jaar willen ze met ons mee naar het Vaticaan. Dat willen zij zelf."
Ondanks al deze harmonie op plaatselijk niveau, maken niet alleen Christenen zich zorgen over de richting die Tunesië zal inslaan. De eerste vrije verkiezingen na de val van dictator Ben Ali hebben de lang onderdrukte Islamitische partij Ennahda aan de macht gebracht. Deze partij wordt als gematigd gezien, maar ze heeft zich niet uitgesproken tegen de gewelddadigheden van de Salafisten die vooral veel steun genieten onder de armsten. Zo hebben zij onlangs een priester van de Russisch Orthodoxe gemeenschap in Tunis bedreigd: Hem werd aangezegd dat hij de keuze had tussen bekering tot de Islam, betaling van de traditionele dhimmi belasting voor Christenen of de dood. Dergelijke extremisten zijn op het ogenblik bepaald niet representatief, maar zuster Sophia (niet haar werkelijk naam) ziet wel een toenemende islamisering. Als directrice van een school in Tunis, waarvan alle leerlingen Moslim zijn, merkt ze op: "Vroeger vroegen de ouders van onze leerlingen nooit of wij echt de Islam op school onderwezen en niet het Christendom. Niemand stelde ook vragen naar de aanwezigheid van kruisbeelden in de klaslokalen. Maar sinds de revolutie, is dit veranderd". Naar haar mening, zoeken de mensen na alle ingrijpende veranderingen een houvast in de Islam. "Wij leven in een tijd van enorme veranderingen." Maar zij blijft ook optimistisch: "Alles zal weer op zijn pootjes terecht komen."