Leden van een kerk in Bogor (West-Java) zijn vastbesloten door te gaan met elkaar elke zondag te ontmoeten buiten hun verzegelde kerk totdat zij toestemming krijgen hun geloof te belijden in de kerk. En dat ondanks een verbod op ontmoetingen op straat van de burgemeester. "De kerk zal nooit stoppen met elkaar te ontmoeten," zei een lokale bron die ongenoemd wil blijven. Het betreft een kerk van de Indonesian Christian Church in de Jasmijn wijk van Bogor. Het verbod van ontmoetingen op straat dwong de kerkleden zondag 23 oktober het geloof op een andere plaats te vieren.
Op 9 oktober vond er een gevecht plaats tussen politieagenten en kerkleden op de straat tegenover het verzegelde kerkgebouw over het recht van Christenen hier bij elkaar te komen. Volgens plaatselijke mediaberichten is de politie van West-Java bezig met een onderzoek inzake aanklachten van beide partijen; een politiechef beschuldigde kerkleden ervan hem bewusteloos te hebben geslagen, terwijl de kerk de politie aanklaagt voor het verstoren van de kerkdienst. In strijd met een oordeel van het Hooggerechtshof eerder dit jaar dat de Jasmijn-kerk het recht op vrijheid van godsdienst toekende, trok burgemeester Diani Budianto de toestemming tot vrijelijk belijden van het geloof in, sloot de kerk, verzegelde haar en verbood kerkleden elkaar op straat te ontmoeten. Voor het verkrijgen van de toestemming is een lange weg vereist. Op grond van een ministerieel decreet uit 2006 moeten kerken aan strikte voorwaarden voldoen om toestemming te verkrijgen tot het vrij belijden van godsdienst. Het bewijs moet geleverd worden dat de kerk minsten 90 leden telt, minsten 60 lokale bewoners moeten toestemming geven, evenals dorpsautoriteiten en een plaatselijk interreligieus forum.
Wetsvoorstel
Leden van de Jasmijnkerk hebben het aanbod van lokale autoriteiten om naar een ander gebouw uit te wijken afgeslagen. Daarbij verwezen ze naar het geval van de Batak Christian Protestant Church in Bekasi, die verdreven werd van hun aanvankelijke huiskerk en nu geen vergunning krijgen om een nieuw gebouw op te trekken. Na een sterke toename van soortgelijke conflicten in de laatste twee jaar overweegt het ministerie van Religieuze Aangelegenheden het aannemen van een wetsvoorstel over religieuze tolerantie. Deze werd voor het eerst voorgelegd in 2003 en kreeg weer speciale aandacht in februari na de moord op drie leden van de Ahmadiyah sekte. De groep is vaak doelwit geweest van radicale islamisten vanwege hun opvatting dat Mohammed niet de laatste profeet was van de islam. De minister van Religieuze Aangelegenheden, van Binnenlandse Zaken en van Welzijn kwamen vorige week bij elkaar en verklaarden in de plaatselijke media het eens te zijn met het wetsvoorstel.
Risico
De vice-voorzitter van het Serata Instituut voor Vrede en Democratie zei dat de wet gewoon bestaande discriminerende regelingen legitimeert zoals die voorkomen in de basfemiewet van 1965 en in een ministerieel decreet uit 2006. Dat decreet heeft al tot menig conflict geleid, inclusief de confrontatie in Bogor. Volgens de "Jakarta Post" legt de nieuwe wet meer nadruk op proselitisme, het bouwen van plaatsen voor het belijden van godsdienst en religieus onderwijs. Volgens de voorzitter van de Indonesia Conference on Religion and Peace, Musda Mulia, zijn veel artikelen van de nieuw wet niet in overeenstemming met de principes van democratie, pluralisme en mensenrechten. In plaats van beperken van religieuze activiteiten zou de regering volgens Mulia moeten garanderen dat alle godsdiensten gelijk behandeld worden. "De Jasmijnkerk moet haar rug recht houden, zei een van de leden van de kerk, ondanks het risico dat de politie ingrijpt. Zoals we in eerdere gevallen gezien hebben, moeten er eerst doden vallen waaraan ongewenste aandacht besteed wordt in de media, voordat de regering serieus werk maakt van de bescherming van Christenen."
Bron: AsiaNews
Foto: AsiaNews