Kerk in Nood zoekt kwart miljoen voor ziekenhuis Aleppo

Project
Het St. Louis ziekenhuis, dat wordt geleid door de 'Zusters van St. Joseph der Verschijning', ligt in het westelijk deel van de stad Aleppo in het district van Ismailie.
ACN-20170831-60699v2

Om de medische zorg in Aleppo (Syrië) te verbeteren wil Kerk in Nood het St. Louis ziekenhuis helpen met een bedrag van € 250.000. Het is een van de weinige werkzame medische faciliteiten, die in deze metropool van noord Syrië, is blijven functioneren na de bomaanslagen in december. Uw hulp is nodig om dit bedrag bij elkaar te brengen.

U kunt hier online doneren.

"We werken dag en nacht, vaak gratis, om de gewonden van de oorlog en andere zieke mensen te behandelen," zegt de medische directeur van het ziekenhuis, Dr. George Theodory.

Het werk in het ziekenhuis is steeds toegenomen. "We hebben op dit moment 55 patiënten. We hebben een medische staf van ongeveer honderd mensen. Maar er waren tijden dat we meer dan tweemaal het aantal opnames hadden, allemaal slachtoffers van de bombardementen."

De toename van activiteit had echter geen verhoging van het budget tot gevolg, legt Dr. Theodory uit. "Onze inkomsten dekken nauwelijks de kosten van de lonen en de brandstof voor de generatoren. Deze generatoren zijn essentieel omdat er een gebrek is aan elektriciteit in de hele stad."  Dit is de reden waarom het ziekenhuis zich met medewerking van de religieuzen tot de plaatselijke kerk heeft gewend.

Het ziekenhuis vroeg om hulp om het voortbestaan van de hulpverlening te kunnen verzekeren en om medische apparatuur te vervangen, zodat de meest behoeftige gewonden verzorgd blijven.

Kerk in Nood (ACN) reageerde door het ziekenhuis 250.000 euro te beloven. Dit zal worden gebruikt voor de aankoop van nieuwe endoscopen, een lithotripter voor de verwijdering van nierstenen en verschillende UPS (uninterruptible power supply) generatoren. De generatoren zorgen ervoor dat alle toestellen en andere medische apparatuur blijven functioneren, zelfs als de elektrische toevoer plotseling zou worden onderbroken bijvoorbeeld midden in een operatie.

Tijdens het maken van zijn ronde wordt Dr Theodory bijgestaan door de religieuze, zuster Anne Marie. Deze verpleegster komt uit Canada, maar woont al 18 jaar in Aleppo. "Er zijn zes zusters in onze gemeenschap. We houden ons bezig met het ziekenhuis. Aan het begin van de oorlog gaf onze Eerwaarde Moeder ons de mogelijkheid om eventueel het land te verlaten. Maar iedereen besloot om hier te blijven. Het is immers onze taak om de zieken te helpen, want het is nu dat ze ons het meest nodig hebben."

Ze beschrijft hoe ze diep geraakt was door de getuigenis van de 6 jaar oude Mahmud, die geboren werd zonder armen. Hij werd opgenomen in het ziekenhuis nadat zijn benen door een bom waren afgerukt. "Hij heeft het overleefd. Ik verzorgde hem. Hij werd uiteindelijk enkele maanden geleden ontslagen uit het ziekenhuis. Hij vertrok met een glimlach op zijn gezicht."

De geschiedenis van het ziekenhuis gaat terug tot meer dan honderd jaar geleden.

Familieleden die zijn gekomen voor een bezoek aan de zieken vullen de gangen en trappenhuizen.

Een afbeelding op de muur verbeeld het woord "vrede", het is gevormd met kogelhulzen die een zuster van de straten opraapte.

"Wij behandelen ook armen. Alhoewel we een katholiek ziekenhuis zijn, maken we geen onderscheid op basis van religieuze overtuiging. Ik schat dat ongeveer 70% van onze patiënten moslim zijn", verklaart Dr Theodory.

Hij is een Christen van Griekse afkomst. Toen de oorlog begon, emigreerde hij en zijn familie naar de Verenigde Staten. Later echter keerde hij terug naar Syrië omdat zijn medische opleiding niet werd erkend in Amerika. "Hier in Aleppo had ik al gewerkt als arts. Daarom besloot ik om terug te keren, om samen met mijn collega’s de mensen in dit land, die het zo hard nodig hebben, te helpen." Hij geeft toe dat hij soms bang was voor de oorlog, "maar mijn geloof helpt mij te blijven hopen. Ik ben een Christen en voel me verplicht om degenen die hulp nodig hebben te helpen. De omstandigheden zijn dan onbelangrijk."

De arts loopt een ziekenhuiskamer binnen met vier bedden. In het eerste bed begroet hij Deri, een 17-jaar oude moslim, die lijdt aan zaadbalkanker. Zuster Anne Marie spreekt met hem in het Arabisch. Ze zegt dat hij een goede patiënt is. Ze is bevriend met hem geworden.

De 50-jarige man in het bed naast Said, Remond Tarrap, lijdt aan een hartkwaal. Zijn gezondheidstoestand is slecht, "maar we gooien de handdoek nog niet in de ring. Hij schijnt het beter te doen deze laatste paar dagen," merkt de arts op.

De laatste patiënt die ze begroeten is Munir Ocsan, die al aan de beterende hand is. Zijn familie is gekomen om hem te bezoeken. "Hij herstelt hier van een zware rugblessure opgelopen tijdens een van de laatste bombardementen." Munir glimlacht als hij Dr Theodory hoort.

Zuster Anne Marie én de medische directeur van het St. Louis ziekenhuis van Aleppo zijn dankbaar voor de steun van Kerk in Nood.

"We zijn zeer dankbaar voor dit gulle gebaar. Als we het niet hadden gekregen, zouden wij geen patiënten kunnen behandelen of op zijn minst niet adequaat kunnen behandelen."

Van alle patiënten zijn de Moslims het meest dankbaar. "Ze zijn onder de indruk dat wij Christenen hen met zo veel vriendelijkheid helpen. Ze zeggen dat we hen beter helpen dan in welk ziekenhuis ook," voegt de zuster er aan toe.

"Alleen van God komt de kracht om te blijven werken. Ons geloof steunt ons. We vragen alle weldoeners om voor ons te bidden. Dank u!"