Eind december reisde docent Salah Farah van de Keniaanse hoofdstad Nairobi naar de stad Mandera. Vlakbij het noordoostelijke dorpje El Wak aan de Somalische grens werd de bus overvallen door Islamitische terroristen. Farah wierp zich, samen met andere Moslims, op om het leven van hun christelijke medereizigers te redden. “Ze weigerden zich in groepen te laten splitsen en Moslim vrouwen gaven hun kleren aan niet-Moslim vrouwen en meisjes”, zo verklaarde een van de buspassagiers na afloop.
Bij het beschermen van zijn Christelijke medepassagiers liep Salah Farah een schotwond op. Hij werd opgenomen in het ziekenhuis waar hij enkele weken geleden sprak met een journalist van Voice of America. Daarbij riep hij mensen op “vredig samen te leven”. “We zijn broeders. Het is alleen het geloof dat het verschil maakt, dus vraag ik mijn moslimbroeders om voor de Christenen te zorgen, opdat de Christenen ook voor ons zorgen.”
Hoewel het beter met hem leek te gaan, overleed Farah afgelopen maandag tijdens een operatie alsnog. Zijn lichaam werd met een politiehelikopter terug naar huis gevlogen waar hij wij werd begraven. De Keniaanse docentencommissie heeft beloofd de familie van de overleden leraar financieel te ondersteunen. Salah Farah was getrouwd en had vier kinderen. Ook zijn ouders en andere familieleden woonden bij zijn gezin in.
De verantwoordelijkheid voor de aanslag op de bus werd opgeëist door de Al-Shabaab, een moslimextremistische beweging uit Somalië die geregeld aanslagen pleegt in het noordoosten van Kenia. Al-Shabaab is met Kenia in strijd gewikkeld sinds Keniaanse strijdkrachten in oktober 2011 Somalië binnentrokken in een poging de terroristen uit te schakelen.
(Katholiek Nieuwsblad/CNN/BBC)
