Door Oliver Maksan
Het Heilig Jaar van Barmhartigheid, dat op 8 december plechtig door Paus Franciscus te Rome is ingehuldigd, wordt door de katholieken in de Arabische wereld – van Marokko tot Irak met vreugde begroet. Kerk in Nood sprokkelde enkele indrukken in het Midden-Oosten.
Pater Dankha Issa is een monnik van een Chaldeeuwse orde in Alqosh. Afgelopen zomer zochten honderden vluchtelingen onderdak in de stad nadat hun dorpen werden ingenomen door islamitische strijders. Deze oude, exclusief christelijke stad, is gelegen in het noorden van Irak. Het klooster van de Heilige Maagd in het Korenveld ligt in vogelvlucht slechts op 15 km afstand van de frontlijn met de zogenaamde Islamitische Staat verwijderd. ’s Nachts zie je van op de bergen in Alqosh de lichtjes flikkeren in het gebied van IS.
Dankbaarheid
“We zijn onze Heilige Vader, de Paus, zeer dankbaar dat hij het Heilig Jaar van Barmhartigheid heeft afgekondigd. Het is een genadetijd voor ons”, vertelde deze priester aan Kerk in Nood. Ook hijzelf is voor IS uit Mosoel moeten vluchten. “Het jubeljaar geeft ons nieuwe hoop. Laat ons hopen dat dit jaar het vuur van de haat zal doven en ons vrede zal brengen.” Voor pater Dankha is het belangrijk dat de christenen van Alqosh de goedheid van God die ons van de zonde bevrijdt, ervaren. “In dit jaar wordt onze aandacht in het bijzonder gevestigd op hoe God barmhartig met zondaars omgaat. God vergeeft ons. Maar dat betekent ook dat wij aan elkaar moeten vergeven. Zelfs aan de mensen van Daesh (IS), die ons zoveel kwaad hebben aangedaan. Als een christen, hoor je tenslotte zelfs van je vijanden te houden.” Pater Dankha beseft maar al te goed dat dit niet gemakkelijk is. “Menselijk gezien is het bijna onmogelijk. Maar via de weg van het geloof gaat het gemakkelijker. God is immers tot alles in staat.” Het is pater Dankha’s grootste wens dat de jihadisten hun handelswijze zullen veranderen. “We hopen vanzelfsprekend dat God de harten van de mensen van Daesh zal openen opdat ze zouden stoppen met moorden. Laat ons daarom bidden dat Hij de haat en het geweld uit hun harten wegneemt zodat de Liefde kan overnemen.” Zijn klooster schept de mogelijkheid aan de vluchtelingen om de barmhartigheid van God in de loop van het jaar te ervaren. “We zullen hen verder steunen met voedselpakketten en dergelijke. Maar we zullen ook heel in het bijzonder de rozenkrans bidden. Dat maakt het ons mogelijk om als gekwetste ledematen van het Lichaam van Christus toch één te worden met de universele Kerk en de Paus.”
Omarming van de Vader
Het Heilig Jaar wordt ook gevierd in het uiterste westen van de Arabische wereld. We geven het toe; er wonen amper katholieken in Marokko en de meerderheid van hen zijn buitenlanders. Toch nemen de enkele katholieken actief deel aan in het leven van de wereldkerk. Een voorbeeld zijn de zusters van het karmelietessenklooster in Tanger. “We omarmen het Heilig Jaar met vreugde en dankbaarheid. Het is een grote genade die we samen met de wereldkerk willen beleven. Met al onze armoede en onze zwakheid en in de erkenning van onze zondigheid, zijn we op weg naar de Vader, wiens omarming we nodig hebben”, zei zuster Maria Virtudes aan ons. Deze Spaanse vrouw is de priorin van de zustergemeenschap. De zusters zijn het Jubeljaar ingegaan met een avondwake. “We baden tot de Heer die aanwezig is in de Eucharistie. Tegelijkertijd hebben we afwisselend de hymne gezongen die speciaal voor het Jubeljaar gecomponeerd is en in lange stiltes de Heer aanbeden. Op deze wijze waren we verenigd met de Onbevlekte Maagd Maria, in eenheid met de gehele Kerk.”