In een van de grootste vluchtelingenkampen van Irak is gisteren een kerk ingewijd door de Syrisch-katholieke aartsbisschop van Mosoel.
De kerk staat in in het vluchtelingenkamp Ashti in de Iraakse stad Erbil. In het kamp, zo’n 25 kilometer van Mosoel, verblijven meer dan 7.000 vluchtelingen, zo’n 1.500 gezinnen. De meeste van hen zijn christenen die vanuit Mosoel en de Vlakte van Ninive op de vlucht zijn geslagen voor het geweld van Islamitische Staat. De Maria Boodschap-kerk heeft dezelfde naam als de kerk die in Mosoel stond. Daar werd echter in 2009 een aanslag op gepleegd. Ook de pastoor is dezelfde als in Mosoel: pr. Emmanuel. In de zomer van 2014 moest hij vluchten voor IS. Nu is hij verantwoordelijk priester voor het vluchtelingenkamp.
Waar de christelijke vluchtelingen eerst de Mis vierden in een tent, hebben zijn nu een stenen gebouw tot hun beschikking. Tweemaal per dag zal er de Eucharistie worden gevierd. De vluchtelingen hebben de kerk zelf mee opgebouwd. Het geld voor de bouw, 90.000 euro, werd in slechts twee maanden tijd ingezameld door de Franse organisatie Fraternité en Irak.
Op 15 augustus werd de eerste steen gelegd van de nieuwe kerk. Toen zei de Syrisch-katholieke aartsbisschop van Moesol, Yohanna Petros Mouche, te hopen “dat op voorspraak van Onze Lieve Vrouw ook wij de aankondiging mogen krijgen van de bevrijding van de Vlakte van Ninive”. Bij de inwijding van de kerk herinnerde mgr. Mouche gisteren aan de woorden van Jezus aan Petrus: : “Jij bent Petrus, op die steenrots zal ik mijn Kerk bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar er niet onder krijgen.” (Mt. 16,18). De aartsbisschop zei te hopen dat de kerk “iedereen helpt de hoop te hervinden, om de eigen relatie met God stevig te houden, maar ook de broederlijke relaties tussen de mensen onderling”.
(KN/VI)
