Volgens Franz Magnis-Suseno, priester, Jezuïet en filosoof, is Indonesië waarschijnlijk het enige land met een islamitische meerderheid waar een moslim gedoopt kan worden. In een interview met Kerk in Nood bespreekt hij de ontwikkelingen in het merendeels Islamitische land.
Magnis-Suseno, geboren in Silezië in 1936, woont sinds 1961 in Indonesië en kreeg de Indonesische nationaliteit in 1977. Hij wordt gezien als een expert betreffende het land en als bruggenbouwer tussen verschillende godsdiensten. Tijdens zijn bezoek aan het internationale kantoor van Kerk in Nood zei hij: "In Indonesië zijn er vele varianten van de Islam, verschillend in intensiteit zowel als in interpretatie. Er zijn extreme vormen, maar de doorsnee Islam is gematigd en pluralistisch. Met andere woorden, het bestaan van andere godsdiensten wordt erkend in dit land."
Niettemin vindt de Jezuïet het van essentieel belang voor de 25 miljoen christenen in Indonesië om voortdurend te werken aan een goede relatie met de gematigde moslims. "Als je een kerk wilt bouwen, moet je je gedragen als een goede buur. In mijn beleving hebben katholieken een betere relatie met moslims dan andere christelijke geloofsgemeenschappen, omdat wij meer etnisch divers zijn en als zodanig geworteld in de plaatselijke samenleving. Maar het blijft nodig om actief te werken aan goede relaties met moslim autoriteiten. Ik zeg altijd tegen onze priesters dat ze minimaal tien procent van hun tijd moeten besteden aan goede relaties met de moslim buren."
Indonesië is een land van superlatieven: het bestaat uit meer dan 17.000 eilanden, heeft een bevolking van ongeveer 250 miljoen van 300 verschillende etnische groeperingen. De meeste van hen zijn Maleisiërs. Ook in religieus opzicht is er een uitgesproken meerderheid: volgens de volkstelling van 2010 geeft 87,2 procent aan tot de Islam te behoren, 9,9 procent zegt Christelijk te zijn (2,9 % katholieken), 1,7 % Hindoe en 0,7 % Boeddhist. Godsdienstvrijheid is verankerd in de grondwet van de republiek Indonesië. De officieel erkende godsdiensten zijn Islam, Christendom (Protestantisme en Katholicisme), Hindoeïsme, Boeddhisme en Confucianisme.
Naar zijn zeggen is het aantal katholieken, nu ongeveer 8 miljoen, groeiend, evenals het aantal priesters. Volgens deze Jezuïet zijn de kerken vol en is de kwaliteit van de inheemse geestelijken hoog. Dit komt onder meer door de intensieve vorming die de katholieke colleges aanbieden in Indonesië, en die ook toegankelijk zijn voor moslims. Magnis-Suseno heeft zelf ethiek, theologie en politieke filosofie gedoceerd aan de Driyarkara School of Philosophy in Jakarta. "Bij de doctoraal en masterprogramma’s filosofie is zo"n 25 procent van de studenten moslim. Voor hen geldt ook het principe dat iemand die ervoor kiest gelovig te zijn nog steeds het recht heeft om te denken. Ons idee is om angsten uit te bannen door vragen te stellen en te beantwoorden. Voor velen is dit een bevrijdende ervaring die leidt tot een open Islam."
De priester is lovend over de democratische ontwikkelingen in Indonesië sinds het aftreden van de lang zittende dictator Soeharto in mei 1998. Voorafgaand aan de presidentiële verkiezingen van juli 2014 legde hij zelf uit waarom hij de kandidaat Prabowo Subinato, voormalig generaal en schoonzoon van Soeharto, ongeschikt achtte als verkiezingskandidaat. "Hij wordt beschuldigd van ernstige schendingen van de mensenrechten tijdens zijn militaire loopbaan onder Soeharto, onder meer in Oost Timor. Daarnaast heeft hij zich laten steunen tijdens zijn verkiezingscampagne door moslims van de harde lijn, leden van de Pinkstergemeente en charismatische groeperingen". Uiteindelijk werd Joko Wikodo in de eerste verkiezingsronde gekozen tot nieuwe president van Indonesië. Volgens Magnis-Suseno is hij "een gematigde Javaanse moslim die niet afkomstig is uit de oude elites, iemand die wordt gezien als een man van het volk."
Kerk in Nood steunt al sinds jaren het pastoraat van de Katholieke kerk in Indonesië. Volgens Irene Eschmann, hoofd van de afdeling Indonesië van Kerk in Nood, is het aantal mensen dat gehoor geeft aan een religieuze roeping en dat intreedt in kloosterordes een bewijs van de vitaliteit van de kerk in Indonesië. "In het academisch jaar 2012/2013 studeerden in Indonesië ongeveer 1.350 priesterstudenten theologie of filosofie en meer dan 5.200 jongens stonden ingeschreven als studenten aan kleine seminaries. Er zijn geen statistieken voor vrouwelijke eerstejaars en leerling-religieuzen, maar veel kerkgenootschappen maken melding van aanzienlijke aantallen vrouwelijke kandidaten, terwijl de meeste congregaties geen actief wervingsbeleid voeren. De kerkdiensten zijn vol met kinderen en jonge mensen. De vroomheid van de kerkgangers maakt diepe indruk. Veel gelovigen zijn actief in het sociale leven van hun gemeenschap. De vraag naar godsdienstonderwijs, vooral in de vorm van seminaries, is groot."