Ik kan nauwelijks geloven dat ik in Nazareth ben

dinsdag, 14 juli 2015
Nieuws
Op zondagmorgen zijn in Nazareth onder een stralend blauwe hemel duizenden mensen bijeen gekomen voor de afsluiting van het Jaar van het Geloof. Het is half november, maar in de zon van het Midden Oosten wordt het...
ACN-20131119-02730_small

Viering aan het slot van het Jaar van het Geloof in het Heilig Land

Op zondagmorgen zijn in Nazareth onder een stralend blauwe hemel duizenden mensen bijeen gekomen voor de afsluiting van het Jaar van het Geloof. Het is half november, maar in de zon van het Midden Oosten wordt het gauw 25 graden. De bezoekers dragen zonnebrillen en hoofdbedekking. Hier, waar volgens het Evangelie de bewoners van Nazareth Jezus in de diepte wilden gooien, droeg Paus Benedictus XVI al in 2009 de Heilige Mis op. Het Jaar van het Geloof, dat in de Katholieke Wereld Kerk wordt gevierd, werd op zijn initiatief ingesteld. De Kerk in het Heilig Land opende het jaar in Deir Rafat, bedevaartplaats van O.L. Vrouw van Palestina, met de bedoeling het af te sluiten in Nazareth, waar Maria de boodschap van de engel ontving en waar de Zoon van God het grootste deel van zijn leven op aarde doorbracht.

"Ik kan nauwelijks geloven dat ik hier ben. Het betekent zoveel voor me. Het is voor ons, per slot van rekening, niet gemakkelijk om Israël binnen te komen." Net als Sami (54) uit Jenin op de Westelijke Oever, is een aanzienlijk aantal gelovigen uit de bezette gebieden en Jordanië naar Israël gekomen. Maar niet iedereen die wilde komen, kreeg een visum. Mgr. Giacinto Boulos Marcuzzo, de hulpbisschop in Nazareth en op het Latijnse Patriarchaat de verantwoordelijke persoon voor Israël, sprak hier zijn teleurstelling over uit in een gesprek met Kerk in Nood: "De Israëlische autoriteiten beloofden ons ruimhartig te zijn bij het toekennen van visumaanvragen. Het is voor ons niet altijd duidelijk waarom sommige aanvragen worden afgewezen. Maar ik ben verheugd dat zoveel gelovigen konden komen. We hebben hier zelfs pelgrims uit Irak. Zij zijn wel al twee jaar als vluchteling in Jordanië, maar dat neemt niet weg dat zij hier getuigen van Mesopotamië zijn, waar onze Vader Abraham zijn geloofstocht begon. Voor mij is het een prachtig teken aan het slot van het Jaar van het Geloof." De Israëlische politie telde later 7000 gelovigen. De meesten waren afkomstig uit Israël en de buurlanden. Een duizendtal kwam van verre: uit Japan, Italië, Brazilië en Polen. Zelfs uit Nigeria. "We wilden het einde van dit belangrijke jaar bewust met de plaatselijke kerk in het Heilig Land vieren," lichtte een priester toe die door een groep werd gevolgd.

Er waren opvallend veel gelovigen uit de Filippijnen. De meesten afkomstig uit Israël waar zij als gastarbeiders werken, vaak in verpleeg- en verzorgingshuizen. Zij kwamen met hun priesters. Door de typhoonramp die duizenden slachtoffers eiste, stond hun land bijzonder in de belangstelling. "Het is ontroerend te zien hoeveel medeleven wij van alle kanten ontvangen. Het doet ons goed deel uit te maken van een geloofsgemeenschap. We zijn per slot van rekening allemaal Katholieken, waar we ook vandaan komen. Het was voor mij daarom buitengewoon belangrijk om deze Eucharistieviering bij te wonen," zo vatte Maria, die in Tel Aviv woont, haar gedachten samen.

De Heilige Mis werd onder leiding van de Latijnse Patriarch van Jeruzalem, Mgr. Fouad Twal, geconcelebreerd met tientallen priesters, abten en bisschoppen. En het waren niet alleen geestelijken van de Romeinse ritus die aanwezig waren, maar ook Melkieten, Maronieten en Syrisch Katholieken: het Midden Oosten in zijn volle Katholieke rijkdom. Ter ere van deze dag, stuurde Paus Franciscus een bijzondere boodschap aan de hier verzamelde gelovigen. De Apostolisch Nuntius in Israël, aartsbisschop Giuseppe Lanzarotto, las deze voor aan het begin van de Heilige Mis. "De geschiedenis van ons geloof," zo schreef de Paus, "begint precies daar waar u nu de Eucharistie viert. Voordat we onze eigen geloofservaring en onze behoefte aan Gods genade kunnen begrijpen, moeten we ons keren naar de plaats en de tijd toen Jezus onder ons verkeerde." Paus Franciscus sprak ook zijn grote bewondering voor de Christenen in het Heilig Land uit en hun trouwe dienst voor de Heilige Plaatsen en hun onwankelbare getuigenis van het Evangelie.

De gelovigen waren niet alleen met de Paus door zijn woorden verbonden. Een beeld van Jezus en Petrus stond gedurende de gehele Misviering op het koor. Het zal a.s. zondag aan de Heilige Vader worden aangeboden ter afsluiting van het Jaar van het Geloof in Rome.

Bron en Foto: Kerk in Nood