Het vorig jaar ingestelde verbod op religieuze activiteiten door niet-hindoegeestelijken “schendt het fundamentele recht om te preken en godsdienst te propageren”, aldus het oordeel. De zaak was aangespannen door verschillende christelijke organisaties. “De Wereldraad van Indiase Christenen is blij met het oordeel van het Hooggerechtshof”, aldus voorzitter Sajan George. “Godsdienstvrijheid is een recht dat de Grondwet garandeert voor alle burgers in India. Maar dit recht wordt systematisch ontzegd aan kwetsbare christelijke gemeenschappen.”
Gedwongen bekeringen
Vorig jaar zomer besloot een dorpsraad niet-Hindoeriten, bijeenkomsten en gebeden te verbieden. “Om gedwongen bekeringen door buitenstaanders te voorkomen en denigrerend spreken over Hindoegoden en gewoonten tegen te gaan”, aldus George. De raad beriep zich daarbij op een wet op deelstaatniveau die “niet-Hindoepropaganda, gebeden en toespraken in dorpen” verbiedt. Christelijke organisaties hebben de wet aangeklaagd omdat deze in strijd is met de Indiase grondwet. De wet werd in 2006 in Chhattisgarh ingevoerd en eist van bekeerlingen dat zij de lokale magistraat een maand tevoren van hun voorgenomen stap op de hoogte brengen. De magistraat heeft de macht om toestemming te verlenen of te weigeren.
Uitsluiting en geweld
Volgens Sajan George is de “golf van aanvallen door pro-Hindutva fundamentalisten tegen tribale gemeenschappen in Chhattisgarh een grote zorg. Christenen zijn het slachtoffer van economische en sociale uitsluiting, van discriminatie en zelfs van aanvallen tot in hun huizen wanneer zij samenkomen om te bidden. Hen wordt vaak de toegang tot water en voedsel ontzegd.” Onder die druk hebben vorig jaar 35 nieuwe christenen hun bekering teruggedraaid. Dat gebeurde toen een lid van de regerende hindoenationalistische BJP hun dorp bezocht en een ‘herbekeringsceremonie’ organiseerde. Helaas “worden zulke Ghar Wapsi (terugkeer) bijeenkomsten niet vervolgd”, aldus Sajan George.
Bron: Katholiek Nieuwsblad, foto: deccanchronicle.com