Een interview met pater Khalil Samir s.j. "professor in de geschiedenis van de Arabische cultuur en de studie van de Islam in Rome en Beiroet, tevens een deskundige op het gebied van interreligieuze dialoog. Het interview werd afgenomen door Mark Riedemann namens Where God Weeps in samenwerking met Kerk in Nood.
Ik zou graag een overzicht willen geven van de situatie van de Christenen in het Midden-Oosten. Over welke aantallen gaat het? Waarmee worden Christenen in het Midden-Oosten geconfronteerd en wat zijn de verschillen van land tot land?
Het is moeilijk een precies aantal te geven, maar ik schat dat het om zestien miljoen mensen gaat, van wie de meesten in Egypte wonen, zo"n acht ë tien miljoen. Volgens het patriarchaat zijn het er veel meer, maar volgens de overheid veel minder. In Libanon zijn zij in verhouding tot de gehele bevolking het grootst, maar is hun absolute aantal niet meer dan twee miljoen. Verder treffen we Christenen aan in Syrië, Jordanië, Palestina en Irak; dit zijn de landen met een autochtone christelijke bevolking. Buiten Egypte vinden we ook een grote concentratie van Christenen op het Arabische schiereiland: merendeels Filippino’s, Sri-Lankezen en Indiërs.
Gastarbeiders dus
Gastarbeiders, inderdaad, die elders zijn geworven en die het vaak heel moeilijk hebben met de plaatselijke omstandigheden. In Egypte is de situatie voor de Christenen niet gemakkelijk, maar er is geen vervolging, wel discriminatie. Verder zijn er door oorlog geteisterde gebieden zoals Irak en, nu al meer dan zestig jaar, Palestina. Beide omstandigheden maken het leven voor Christenen bijzonder moeilijk. In Palestina hebben de Christenen de hoop verloren; als zij kunnen, trekken zij weg. Een soortgelijke situatie treffen we aan in Irak. Christenen verlaten hun woonsteden en zoeken hun heil in het noorden, het Koerdische noorden van Irak.
Laten we het aspect "oorlog" even buiten beschouwing laten. Is er een "gradatie" aan te geven op een schaal die gaat van discriminatie tot regelrechte vervolging?
Oorlog is het allerergste, direct gevolgd door de discriminatie in Egypte. Bijvoorbeeld: het hele jaar door en iedere dag weer worden we bestookt met islamitische propaganda, die al om 5 uur in de morgen begint. De oproep tot gebed maakt gebruik van megafoons en dat gebeurt vijf keer per dag. Radio en televisie worden hier ook voor ingeschakeld en onze buren zetten deze programma’s vaak heel hard aan. Er over klagen heeft geen zin, want de buren zullen zeggen dat deze programma’s Gods woord vertolken. Radio en televisie staan verder ook bol van de islamitische propaganda. Op de scholen begint het lesprogramma iedere dag met onderricht in de Islam. Dat begint al wanneer de leerlingen nog buiten staan; dan worden ze weer overspoeld met islamitische propaganda, de zgn. Khutab. Wanneer er een wisseling van leerkracht is, wordt dit ritueel herhaald. Bij sollicitaties, vooral bij de overheid, wordt uiteraard naar de naam van de sollicitant gevraagd, maar in Egypte wordt doorgevraagd, naar de naam van de vader en grootvader en als bij al die namen Mohammed niet voorkomt, sta je onmiddellijk te boek als Christen.
En op je Identiteitskaart wordt ook je godsdienst vermeld.
Precies, maar men zal niet naar je identiteitskaart vragen, alleen maar naar je naam en dan weet je hoe je te boek staat en dat kan een reden zijn om je een baan of de toegang tot bepaalde diensten te weigeren. Je voelt dat je anders wordt behandeld. Je leeft in een atmosfeer die de maatschappij wil islamiseren. En tijdens de Ramadan wordt het openbare leven helemaal op zijn kop gezet. Werktijden veranderen; het openbaar vervoer komt tussen 5 en 8 uur ‘s morgens tot stilstand; het leven wordt bepaald door de religie van de mensen en omdat dit islamitisch van aard is, voel je dat je als Christen niet meetelt. Dit zijn nog kleine irritaties, maar discriminatie komt ook voor op de universiteit. Een Christen mag geen gynaecoloog zijn en ook geen les geven in het Arabisch, want hun redenering is: "hoe kan een Christen de Arabische taal doceren die op de Koran is gebaseerd en hoe kun je de Koran doceren als je geen Moslim bent?"
En gynaecologie is natuurlijk ook verboden terrein, want hoe kan een Christen naar een Moslim-vrouw kijken; dat zou gezien worden als€¦
Precies. Als een christelijk meisje buitenshuis geen sluier draagt, zal ze zoveel kritiek te verduren krijgen dat ze uiteindelijk maar zwicht. Die druk is groot. In de grote steden minder, maar in kleine dorpjes duidelijk voelbaar.
Kunnen we zeggen dat we dit alles in veel landen van het Midden-Oosten terugzien?
Nee, niet helemaal. Natuurlijk wel op het Arabisch schiereiland. Maar ik heb het nu over de landen waar het Christendom al vë³ë³r de Islam bestond zoals Egypte, Syrië, Libanon, Jordanië en Palestina waar altijd Christenen zijn geboren en getogen; Egypte is hiervan het duidelijkste voorbeeld. Aan de andere kant van het spectrum hebben we Libanon, dat geen Moslim-land is. Het is een Arabisch land. Het is het enige Arabische land dat niet Moslim maar wel godsdienstig is georiënteerd en waar Christenen en Moslims gelijkberechtigd zijn. Daaruit volgt dat we godsdienst als een onlosmakelijk element van de samenleving, haar opbouw en overheid zien. Daarom hebben in het Libanese parlement 64 Christenen en 64 Moslims zitting, Christenen afkomstig uit verschillende Kerken en Moslims uit hun drie of meer richtingen.
Dit zou dus een model voor een ideale vorm van samenleving kunnen zijn€¦
€¦ met daartussen landen als Syrië en vroeger Irak dat onder de BAATH-partij seculier pretendeerde te zijn en zoals Syrië nog is. De overheid weet wat je religie is maar je bent vrij en de politiek bemoeit zich er niet mee. De president van Syrië is uiteraard Moslim, maar de staat is seculier.
Ofschoon er geen vrijheid van godsdienst is, alleen maar vrijheid van eredienst.
Ja, maar dat is zo slecht nog niet. Een Moslim mag zich bekeren al is dat niet gemakkelijk vanwege sociale druk en familiedruk, niet omdat dit bij de wet is verboden: dat is het grote verschil. In Egypte staan er straffen op vanwege de Shari"a die de basis van de Grondwet is. De situatie in Jordanië sluit meer aan bij die in Syrië. De koning en de overheid hebben een open instelling, in het bijzonder voor Christenen en treden Christenen met grote achting tegemoet. De Christenen die merendeels tot de Latijnse ritus behoren, zijn afkomstig van Arabische stammen. Men kan dus niet zeggen dat zij uit het Westen komen. Zij spreken als Bedoeïenen; zij zijn per slot van rekening Arabieren.
Zij stammen uit de wortels van het land.
Inderdaad, net als Mgr. Twal, de patriarch van Jeruzalem en de aartsbisschop van Algiers. Beiden behoren tot Arabische en Jordaanse stammen. In Saoedi-Arabië daarentegen mogen we niets, zelfs niet bidden.
Ik wil nog graag terugkomen op de kwestie van de emigratie van Christenen als gevolg van dreigende discriminatie tot regelrechte vervolging. Over welke aantallen gaat het hier?
Dat is moeilijk aan te geven. Dit varieert van land tot land, maar zeker is dat de emigratie toeneemt en dat het aantal Christenen overal van jaar tot jaar afneemt. Ik hoorde onlangs van de bisschop van Tyrus in Libanon, waar geen discriminatie bestaat: "Toen ik nog een kind was, in de jaren "50, telde Tyrus 10.000 inwoners, gelijk verdeeld over 5.000 Christenen en 5.000 Moslims. Nu zijn we met 3.000 Christenen op een bevolking van 80.000.
Hier moeten we dus aannemen dat economische overwegingen een rol spelen, want u zegt dat er in Libanon geen discriminatie bestaat.
Inderdaad, er is geen discriminatie en ik moet inderdaad benadrukken dat het slinkende aantal Christenen niet altijd gevolg is van religieuze overwegingen: mijn familie emigreerde naar de VS en Canada. Mijn broers zijn nog altijd in Libanon en niemand hield hen van vertrek af. Maar zij, net als ik hebben het gevoel dat dit ons land niet meer is. De sfeer is aan het veranderen; het is een psychologische kwestie. We voelen dat we niet meer die vrijheid hebben die er vroeger was. Christenen zijn gevoeliger voor vrijheid dan Moslims; Moslims hechten er niet zo"n belang aan. Als er voor Christenen dus culturele, politieke en sociale mogelijkheden zijn om te emigreren, zullen zij dit niet laten. Sommigen hebben verwanten van wie de ouders of grootouders al in de 19e of begin 20e eeuw emigreerden; anderen spreken vloeiend een westerse taal. Wij spraken thuis Frans en een beetje Engels. Voor deze mensen is de aanpassing en integratie in Europa of de Verenigde Staten niet zo moeilijk. In andere landen kan het religieuze aspect echter doorslaggevend zijn.
Wat u zegt, klinkt uiterst pessimistisch; de trend neemt toe. Is die omkeerbaar?
Als we de zaak op haar beloop laten, is die zeker onomkeerbaar, want de huidige situatie zal in de komende twintig jaar niet drastisch veranderen. Democratie zal niet plotsklaps van de hemel op ons neerdalen. We moeten een hele generatie van vrijheidslievende mensen opleiden tot het inzicht dat vrijheid een belangrijk goed is. De islamitische beweging die de samenlevingen verder wil islamiseren, zal voorlopig echter niet tot staan komen, zeker niet tijdens ons leven. Zij zal dus blijven groeien met gevolgen waarvan we een voorafschaduwing in Turkije hebben gezien. Daar maakten de Christenen in het begin van de 20ste eeuw 20 tot 24% van de bevolking uit. Thans bedraagt dat aandeel nog maar 0.2%, honderd keer minder dan een eeuw geleden.
Het wakkert zichzelf aan.
Precies. Daarom is het van belang de trend nu te doorbreken en misschien zelfs aan degenen die zijn vertrokken, voor te stellen weer terug te komen. Dit is niet gemakkelijk.
Misschien wel onmogelijk, want terwijl we aan de ene kant deze, zo u wilt, normale trend zien om het land te verlaten, lijkt deze nog verder te worden aangewakkerd door de realiteit van geweld, zoals de oorlog in Irak en de toestand in Palestina, die vervolgens een verdere radicalisering onder de Moslims bevorderen en daarmee tevens de druk op de Christenen?
Inderdaad, maar ik wil u toch laten zien hoe deze trend kan worden doorbroken. Laat ik Libanon als voorbeeld nemen. Hezbollah propageerde 10, 15 jaar geleden een islamitische maatschappij naar het voorbeeld van Iran. Naar hun zeggen, stonden zij zelfs dichter bij Iran dan bij Libanon. Toonaangevende persoon onder de shiitische Moslims in Libanon was toen Imam Chamseddine (Imam Shaykh Muhammad Mahdi Shams ad Din) die een paar jaar geleden overleed. In de autobiografie die hij kort voor zijn dood dicteerde, verklaart hij: "Ik was ervan overtuigd dat een islamitische samenleving ideaal zou zijn, maar nu 10, 15 jaar later, moet ik bekennen dat de samenleving zoals die nu hier in Libanon gestalte heeft gekregen, veel beter is, vanwege de inbreng van de Christenen; die de samenleving met ons anders benaderen. Hezbollah zei om andere redenen hetzelfde: zij willen geen islamitische samenleving. Dat is mijn punt: het is mogelijk deze trend in de Arabische wereld te doorbreken en Moslims te laten zien dat wij, Christenen, voor hen een waardevol element kunnen zijn bij het streven naar een meer open samenleving. Als zij dat wensen, kunnen we samenwerken.
Maar is dat nu juist niet de vraag: willen zij dat? Binnen de Moslim gemeenschap is een nieuwe term naar voren gekomen: ‘Islamist . Wat is het verschil tussen een Moslim en een Islamist en hoe past dit in wat we hier bespreken?
Dit woord bestond twintig jaar geleden nog niet. In het Arabisch maken wij een duidelijk onderscheid tussen "Moslim" dat Moslim betekent en "Islami" dat een neologisme is omdat de realiteit nieuw is. "Islami" meervoud voor "Islamium" duidt diegenen aan die de maatschappij willen islamiseren en is ook verbonden met Salafism, Salaf [in het Arabisch "voorganger of ""voorvader"] waarmee de voorouders worden aangeduid. Het is de wens tot de voorouders terug te keren, dat wil zeggen tot de vroege Islam, maar niemand weet hoe die vroege Islam er uit zag, wat de gelovigen voor kleding droegen€¦ maar dat valt te voorspellen.
Beveelt het "Islamium" zelfs geen uiterlijk voorkomen aan, voor zowel mannen als vrouwen?
Jazeker. Volgens hen droeg de profeet beslist een baard€¦ Dus dragen zij een baard. Zij dragen allemaal een baard en als die baard niet geknipt wordt, is dat des te beter. Naar hun gevoel des te islamitischer. Zij dragen ook geen broeken, maar lange witte gewaden. Ze zijn ook te herkennen aan hun tanden. Zij kauwen op de wortel van een boom, de miswak, omdat zij geloven dat de profeet dit deed om zijn tanden te reinigen. Hij gebruikte in ieder geval geen Japanse tandenstoker. Hij gebruikte wat hem voor de voeten kwam. Voor vrouwen de sluier. In Libanon waar verschillende Moslim genootschappen naast elkaar leven, kan je daaraan zien tot welke richting zij behoren. Met een beetje oefening is het mogelijk te zien of iemand ‘Shiiet, Soenniet of Alawiet is. In feite is het een politiek en geen religieus teken. Het geeft aan tot welke politieke richting of groep iemand behoort, als je bijvoorbeeld tot de "Hezbollah" behoort, draag je geel, als je bij Hariri hoort, draag je blauw enz. Deze kleuren worden niet uit religieuze maar uit politieke overtuiging gedragen. Daarom zeg ik tegen Europeanen en het westen, in het bijzonder met betrekking tot Libanon, dat het juist is dat iedereen vrijheid van godsdienst heeft maar dit is meer politiek dan religieus omdat religie en politiek zo met elkaar verweven zijn in het onderbewuste van de Moslims.
Maar zelfs op religieus gebied is de Moslim niet vrij in de eredienst.
De realiteit, vooral onder deze Islamisten, is hun ideaal en visie: we respecteren anderen, maar sporen iedereen aan een goede Moslim te zijn. Een goede Moslim bidt vijf keer per dag en als je werkt in de tijd van het gebed, word je gestraft, zodat je leert een goede Moslim te zijn. De religieuze politie grijpt in als een winkel niet tijdig voor het gebed wordt gesloten. Als je tijdens de Ramadan eet, word je gestraft, in de gevangenis gezet en geslagen zodat je leert een goede Moslim te zijn. Dit is voor je eigen bestwil. Maar vrijheid kunnen zij niet begrijpen, dat ik vrij ben iets te doen. Iets wat zij voor slecht aanzien, maar dat op zich niet slecht is, maar neutraal is. Hier hebben we twee visies op de maatschappij. De ideale maatschappij voor hen komt van God. Wij moeten de innerlijke vrijheid leren en hier, denk ik, opnieuw dat dit geen verdienste van ons Christenen is. Het is meer onze traditie of we die uit het Evangelie leren of van onze westerse christelijke vrienden. En feit is dat het hier om een essentieel punt gaat.
Bron: Mark Riedemann, Where God Weeps/Kerk in Nood. Foto: Kerk in Nood