Door groeiende invloed van radicale hindoes in India staat de seculiere grondwet onder druk. Dat kan lijden tot herhaling van spanningen en vervolging van Christenen, zoals in 2008 in Orissa gebeurde, Dat waarschuwt Ajay Kumar Singh, een katholieke geestelijke en mensenrechtenactivist.
Na de verkiezing van Narendra Modi van de Hindoe Bharatiya Janata Parrtij (BJP) tot minister-president van India staat de seculiere grondwet van het land onder druk. Dat waarschuwt Ajay Kumar Singh, een katholieke geestelijke en mensenrechtenactivist in de Oost-Indiase deelstaat Odisha (voorheen Orissa). Hij ziet een groeiende invloed van radicale hindoes op het Indiase subcontintent. "Vooral de christelijke minderheid wordt bedreigd, omdat zij door extremisten wordt beschouwd als oneigen en omdat zij de christelijke boodschap als bedreiging beschouwen voor het kastensysteem", benadrukt de priester, die ook werkt voor het Disha Forum voor Sociale Actie (OROSA), tijdens een bijeenkomst met de staf van Kerk in Nood.
Volgens Kumar Singh will de Bharatiya Janata Partij een staatsgodsdienst invoeren die de lagere kasten en de minderheden uitsluit. "Zij willen zelfs een enkele taal, het Sanskriet, opleggen, ofschoon er in India honderden talen worden gesproken", zo voegt de geestelijke hieraan toe. De oogmerken van de BJP, die in slechts enkele decennieën is uitgegroeid tot de sterkste politieke partij in India, zijn door de gelovigen en zelfs door leden van de kerkelijke hierarchie onderschat. Volgens hem is het van belang voor ons te begrijpen wat er gaande is. Als Kerk moeten we tot ver over de grenzen van afzonderlijke bisdommen kijken; we moeten ons regionaal en nationaal opstellen tegenover deze uitdaging. Anders zullen de gebeurtenissen in Orissa in 2008 zich opnieuw en heviger herhalen, eenvoudigweg omdat we er geen lessen uit hebben getrokken." In augustus 2008 deden Hindoe-nationalisten aanvallen op voornamelijk dorpen van christelijke Dalits. Dit zijn mensen die onderaan het kastensysteem staan en veelvuldig slachtoffer zijn van uitgesproken willekeurige acties. Eerder was een Hindoe leider door onbekenden om het leven gebracht.
Tijdens de aanvallen in 2008, die slechts in enkele gevallen tot vervolging leidden, werden volgens officiële cijfers 39 mensen gedood. Volgens een verslag uit 2010 van het Nationale Volkstribunaal (NPT), een vereniging van mensenrechtenactivisten, lieten echter ongeveer 100 mensen het leven. Volgens het NPT waren de aanvallen goed en ruim van tevoren voorbereid: volgens dit verslag werden meer dan 600 dorpen geplunderd, 5.600 huizen, 295 kerken en 13 scholen vernield. 54.000 mensen werden hierdoor dakloos en van hen konden er 30.000 niet naar hun dorpen terugkeren. Ongeveer 10.000 kinderen raakten van hun scholen verstoken, omdat zij werden gedwongen te vluchten. 2.000 Christenen werden gedwongen hun geloof te verloochenen. De treurige ervaringen van talloze, verkrachte vrouwen zijn neergelegd in een rapport van de "Nationale Alliantie voor Vrouwen "Odisha", dat in augustus 2014 werd gepubliceerd onder de titel "Breken van de geketende stilte: ongehoorde stemmen van vrouwen in Kandhamal" en zijn hier te vinden.
Kerk in Nood steunt de Katholieke Kerk in de staat Odisha met diverse programma’s om getraumatiseerde personen te behandelen. De Kerk helpt met projecten die het verzoenings- en vredesproces versterken en met middelen om christelijke gemeenschappen geestelijk te hernieuwen en verdiepen.
