Door Oliver Maksan
De gevechten tussen het regeringsleger en de oppositie zijn weer opgelaaid in Aleppo, zo rapporteren vertegenwoordigers van de Kerk aan Kerk in Nood. “De gevechten werden vorige week opnieuw heviger. Vooral sinds vorige zaterdag is de situatie veel slechter geworden. De mensen voelen zich wanhopig. Er vielen ook veel doden en gewonden. Ik hoop dat het geweld niet verder zal oplopen, want het is nu al heel erg. Als deze strijd doorgaat, zullen nog meer Christenen Aleppo willen verlaten”, zei de Chaldeeuwse aartsbisschop van de stad, Mgr. Antoine Audo, in gesprek met Kerk in Nood. “Voor de oorlog woonden er meer dan 150.000 christenen van verschillende denominaties in Aleppo. Vandaag is twee derde van hen vluchteling in eigen land of heeft ze onderdak gezocht in het buitenland zoals in Libanon of in het Westen.” Hij legde uit dat zij die gebleven zijn of wel heel oud of zeer arm zijn. “We kunnen voor hen zorgen omdat Kerk in Nood dat mogelijk maakte. Toch is hun toestand nog zorgwekkend. Armoede en een povere bevoorrading spelen een grote rol in het dagelijkse leven.”
Goede relaties tussen christenen en moslims in Aleppo
Aartsbisschop Mgr. Audo verklaart dat rebellenbewegingen die delen van Aleppo controleren, gedomineerd door jihadisten zoals al-Nusra, de bombardementen gebruiken om angst en terreur te zaaien. “Deze groepen worden door het buitenland gefinancierd. Ze komen niet uit Syrië zelf. Hier waren en zijn de relaties tussen christenen en moslims altijd zeer goed geweest. Natuurlijk bestond er vroeger al een soort fanatisme. Maar algemeen gezien waren de betrekkingen goed. Christenen werden aanvaard. Dat is in Aleppo nog altijd zo. In feite zou je zelfs kunnen zeggen dat het verbeterd is. Dat komt omdat de moslims ons respecteren voor ons liefdadigheidswerk en voor onze steun aan hen. Ik hoop heel erg dat we na de oorlog een Syrië kunnen opbouwen waarin alle mensen, ook christenen, zouden kunnen genieten van alle rechten en gelijkheid.”
Zuster Annie Demerjian vertelt Kerk in Nood ook over de zwaardere gevechten in Aleppo. “Vooral maandag was het erg. Zeventien mensen stierven in een bombardement, onder hen zes kinderen. Velen waren Christen”, zei de zuster die het al jaren uithoudt in de stad die verdeeld is tussen de Syrische overheidstroepen en de oppositie. “Daarnaast vielen ook veel gewonden. Een van onze helpers was geschokt toen ze een transport zag vol met gewonden. Bovendien zijn veel winkels, huizen en wagens vernietigd tijdens het bombardement. We hadden er zo op gehoopt dat het staakt-het-vuren van de afgelopen weken het begin van het einde van de oorlog zou inluiden. We waren vol van hoop. We hebben ons vergist. Het is lange tijd niet zo slecht geweest. Honderden bommen en raketten slaan in. Het is al sinds Pasen 2015 geleden dat de gevechten zo hevig waren.”
Doodskisten als paasgeschenk
Ze zei dat de overblijvende Christenen van Aleppo net zo radeloos en uitgeput zijn als de Moslims van de stad. “Na al die jaren oorlog zijn de mensen eenvoudigweg aan het eind van hun latijn. Ze hebben het gevoel dat alles weer van vooraf aan begint. Het maakt hen bang en kwaad. Een vader vroeg me om te bidden voor zijn kinderen opdat ze veilig en wel zouden thuiskomen. Ik weet niet of het mogelijk is om zich de angsten in te beelden die deze mensen moeten ondergaan. Niet alleen sinds gisteren. Ik ben ervan overtuigd dat wij hier in Aleppo het meest getroffen zijn door de oorlog in Syrië. We kunnen niet begrijpen waarom onschuldige burgers zoveel moeten lijden.”
Zuster Annie zei ook nog dat de orthodoxe christenen in Aleppo er zo naar uitkijken om hun paasfeest te vieren. “Een orthodoxe christen zei me zo pas dat de kinderen overal in de wereld geschenkjes krijgen met Pasen. In Aleppo krijgen we slechts doodskisten. Is het niet oneindig verdrietig om zoiets te horen?” De zuster vroeg ons met aandrang om te bidden voor de door de oorlog gehavende mensen in Syrië. “Bid alstublieft voor ons. God is onze enige steun.”
Tranen in de ogen
Pater Ibrahim Alsabagh, Franciscaan, sprak eveneens over de zware gevechten in Aleppo. “Het bombardement is opnieuw gestart. Zo pas raakte een raket onze wijk; één huis werd vernield, andere beschadigd. De toestand was zeer ernstig in een aantal wijken, zoals in Midan. De bouwvakkers die in ons klooster werken, kwamen met tranen in de ogen en dodelijk vermoeid binnen want ze hadden de hele nacht niet geslapen”, zei pater Alsabagh die in Aleppo werkt. “De dollar blijft maar in waarde stijgen terwijl de mensen amper hun brood verdienen. Voor ons blijft het een voortdurende race omdat wij paters de enigen zijn die humanitaire steun verlenen, ook al zijn we goed georganiseerd en kunnen we rekenen op veel vrijwilligers en bedienden die ons helpen. Elke dag kloppen er weer meer mensen op onze kloosterpoort; steeds meer gezinnen en mensen prijzen God voor de aanwezigheid van onze broedergemeenschap, omdat wij in Aleppo gebleven zijn om deze wanhopige mensen te helpen.”
Kerk in Nood helpt de christenen van Aleppo al vele jaren. Via lokale partners van de Kerk steunt ze hulpprogramma’s om mensen o.a. te voorzien van kledij, voedsel en medicijnen. Kerk in Nood helpt ook bij huisvesting en onderwijsprogramma’s. Bovendien steunt Kerk in Nood ook christenen in Syrië en Irak die door de oorlog en terreur zijn ontheemd en elders onderdak zochten, in eigen land of in de buurlanden.