De dood van een 35-jarige maronitische seminarist, die op dinsdag 26 maart in Damascus slachtoffer werd van een granaatinslag, kwam als een grote schok voor het maronitische aartsbisdom in de Syrische hoofdstad. In een interview op woensdag aan Kerk in Nood, zei de maronitische aartsbisschop van Damascus, Mgr. Samir Nassar: "De tragische dood van Benjamin Camil, die zich voorbereidde op de diakenwijding, laat zien dat niemand meer veilig is, of hij nu wapens draagt of vredelievende burger is. De dood van een onschuldige sluit aan bij de dood van Onze Heer op het Kruis. De marteldood sterven tijdens de Goede Week is een genade waarmee Camil is gezegend."
Tot nu toe kwamen de gelovigen nog naar de Kerk, zei de aartsbisschop: "Maar de dood van Camil doet de vraag rijzen of het voor onze mensen nog wel verantwoord is zo maar over straat te gaan. Onze wijk, die vroeger gespaard bleef, begint nu het doelwit van granaten te worden met nog erger in het verschiet naarmate steeds meer gevechten in de omgeving uitbreken." Het bezoek van de kerkdiensten tijdens de Goede Week daalt met ongeveer de helft en weerspiegelt daarmee het oplopen van de strijd", zo vervolgt hij, eraan toevoegend: "Maar het leven gaat verder, zelfs in gevaar."
De aartsbisschop heeft geen betrouwbare statistische gegevens over het aantal Christenen dat het land heeft verlaten. "Wel hebben we gemerkt dat sinds het begin van de oorlog het aantal communies met 60% is gedaald. Twee van onze vier parochiekerken in Damascus hebben hun deuren gesloten. In een parochie waar in 2011 dertig doopsels werden toegediend, waren er in 2012 nog maar drie. Intussen zijn de middelen en diensten van het bisdom in de verste verte niet toereikend voor de opvang van de massa’s vluchtelingen die onze hulp inroepen," zo zegt Mgr. Nassar tot zijn verdriet, en voegt eraan toe: "De ellende is groot."
Bron: Kerk in Nood
Bron foto: Kerk in Nood