Christenen uit het Heilig Land vieren "Het Jaar van het Geloof"

dinsdag, 14 juli 2015
Nieuws
"Het is nergens eenvoudig om Jezus Christus te volgen. Maar hier, in het Heilig Land, in Zijn geboorteland, is het wel bijzonder moeilijk", Manar een jonge vrouwelijke arts uit...
20121030_009Heilig_land

"Ik blijf om mijn kinderen in het Christelijk geloof te laten opgroeien"

Door Oliver Maksan

"Het is nergens eenvoudig om Jezus Christus te volgen. Maar hier, in het Heilig Land, in Zijn geboorteland, is het wel bijzonder moeilijk", Manar een jonge vrouwelijke arts uit Ramallah, een stadje op de Westelijke Jordaan oever bezet door Israël, weet waarover ze spreekt. Net als honderden andere Arabische Christenen, is zij op de laatste zondag van oktober naar het Mariaheiligdom "Onze Lieve Vrouw, koningin van Palestina" gegaan om er het officiële begin te vieren van het "Jaar van het Geloof". De stralende zon droeg bij aan de algemene sfeer van feestelijkheid tijdens de plechtige Heilige Mis voor de gelovigen opgedragen door Mgr. Michel Sabbah, de emeritus-patriarch van de Latijnse ritus en geconcelebreerd door talrijke bisschoppen en priesters.

Het klooster Deir Rafat, bij de stad Beit Shemesh, ligt nog geen 25 kilometer ten westen van Jeruzalem op Israëlisch gebied. Onder normale omstandigheden kost het met de auto vanuit Ramallah nauwelijks een uur, maar voor de jonge Christelijke vrouw is niet vanzelfsprekend dat ze hier vandaag aanwezig is. "Wij hebben een speciale vergunning van de Israëlische autoriteiten nodig en als we die niet hebben, worden we niet in Israël toegelaten. De vergunning kan ons ook zomaar worden geweigerd." De jonge vrouw heeft geluk gehad, net als alle andere Katholieken uit hun parochie in Ramallah. "De Israëlische bezetting plaatst ons voor problemen. Natuurlijk zijn we maar een hele kleine minderheid in Palestina naast de overgrote Moslim-meerderheid. Dat maakt het ook niet altijd even gemakkelijk.

Onder de ongeveer twee miljoen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, zijn er maar 50.000 Christen, merendeels Katholiek of Orthodox. In de Gazastrook waar de macht in handen is van de Islamistische Hamas, is de verhouding nog meer uit balans, want daar leven maar 1250 Christenen te midden van 1,5 miljoen Moslims. "Dat geeft ook problemen in het gewone dagelijks leven", zegt Manar. "Onschuldige problemen zijn bijvoorbeeld het onbegrip van Moslim werkgevers tegenover onze geloofsgenoten wanneer zij vrij willen nemen op een Christelijke feestdag." Haar moeder knikt instemmend: "Velen kunnen maar niet begrijpen hoe belangrijk geestelijke steun voor ons is. Het geloof van velen onder ons is maar zwak of wordt door angst beheerst. Er zijn er niet veel die openlijk durven uitkomen voor een diep geloof in Jezus Christus. Maar in onze parochie doe ik mijn best jongeren geestdrift bij te brengen voor het geloof."

Dat proberen Manar en Stefanie ook. Zij zijn 20-jarige studenten en afkomstig uit Haïfa, een Israëlische havenstad. Zij zijn per bus uit hun parochie gekomen met meer dan 100 kinderen in leeftijd variërend van 3 tot 16 jaar. "Wij geven iedere zondag catechismusles want de Israëlische scholen geven geen Christelijk geloofsonderricht. Je moet je geloof kennen om er voor uit te kunnen komen. Voor het Jaar van het Geloof hebben we speciaal een boekje besteld waarin de Maagd Maria wordt gepresenteerd als model van geloof", zegt Manar. "Voor deze kinderen en middelbare scholieren is het ook bijzonder belangrijk dat zij zich realiseren dat wij, Christenen nog altijd aanwezig zijn in het Heilig Land. Daarom is het voor ons zo"n grote vreugde vandaag in Deir Rafat te zijn." Haar vriendin Stefanie merkt daarbij op: "Wij hebben allebei het voorrecht uit een diep gelovig gezin te komen. Over het algemeen is het geloof bij de Christenen van Haïfa niet diepgeworteld. Maar het komt nogal eens voor dat ouders door hun kinderen tot het geloof terugkeren. Op het ogenblik komen veel kinderen met hun ouders naar de Heilige Mis, terwijl deze anders nooit een voet in de kerk zetten. Dit is in ieder geval een goede gelegenheid."

Voor Sami, een jonge ingenieur uit Jeruzalem, is het ook van belang het Katholieke geloof over te dragen. Deze vader van twee kinderen woont in Beit Hannina, een Arabische gemeente vlakbij de scheidingsmuur met de Westelijke Jordaan oever en door Israël na 1967 bij Jeruzalem gevoegd. "De Kerk, onze Latijnse patriarch en de bisschoppen zetten zich in voor het verkrijgen van bouwvergunningen voor Christenen en meer van dit soort activiteiten. Dat is van groot belang om een Christelijke aanwezigheid te versterken. Maar de Christenen moeten ook redenen hebben om hier te blijven. Naar mijn mening heeft de Kerk op dit gebied te weinig gedaan. Natuurlijk, het is niet gemakkelijk, Maar we zouden aan onze leerlingen en studenten cursussen kunnen geven die het accent leggen op onze Christelijke erfenis en onze band met dit land dat van ons is. Per slot van rekening, wonen wij Christenen hier al tweeduizend jaar", besluit Sami.

Heeft hij er nooit over gedacht naar het Westen te vertrekken? Als ICT-ingenieur zou dat niet zo moeilijk voor hem moeten zijn. "Inderdaad, ik heb er over gedacht, vooral omdat het niet gemakkelijk is om Christen te zijn in Jeruzalem. Onze vrouwen worden vaak door Moslim jongens gemolesteerd omdat zij geen sluier dragen. En vrome Joden mijden Christenen die een kruis dragen. Het is geen uitzondering dat zij tegen hen uitvallen of voor hen op de grond spuwen. En wij zijn maar met zo weinigen. Onder de 800.000 inwoners van Jeruzalem zijn er maar 12.000 Arabische Christenen. Maar waar zou ik heen gaan? Overal zou ik een vreemdeling zijn. In Amerika zou ik niet voor een Christen kunnen doorgaan, ook al ben ik dat, maar met mijn Arabische naam zou ik voor een terrorist worden aangezien. Nee, ik wil hier blijven en zorgen dat mijn twee dochters opgroeien met een opvoeding die van hen gelovige Christenen maakt."

Bron en foto: Kerk in Nood