Christenen tussen angst en vrees tijdens het paasweekend in Syrië

dinsdag, 14 juli 2015
Nieuws
In de kerk op vrijdagavond, zeggen veel parochianen dat het samenleven van Christenen en Moslims diep verankerd is in de Syrische maatschappij en dat zij niet geloven dat de rebellen het op de...
20130405_Dasmascus

DAMASCUS, Syrië €” Toortsen flakkeren buiten de kerk. Kleine meisjes lopen in hun glinsterende, paasbeste kleertjes Kinderen met lantaarns komen door de zwaar vergulde deuren naar buiten, gevolgd door kerkgangers met een icoon van Jezus en een kruis versierd met anjers. Maar de Goede Vrijdag processie van de Sint Kyrillos kerk hier in de Syrische hoofdstad gaat niet langs de route waar zij generaties lang getrokken is. Ze wordt ook niet aangekondigd door trommels en trompetten. De processiegangers maken een korte rondgang op de nauwe binnenplaats achter ijzeren poorten voordat ze weer de kerk in gaan. Daar zijn zij beter beschermd tegen beschietingen zoals bij het ziekenhuis aan de overkant waar enkele dagen geledenr mortiergranaten insloegen. Tussen de gezangen klinkt geweervuur, afkomstig uit wat verderop gelegen huizenblokken.

Het paasweekend is in gewone tijden het hoogfeest voor de Syrische Christenen, maar dit jaar overheerst hevige onzekerheid. De Christenen hier zeggen dat zij vooral bevreesd zijn voor de complete chaos waarin het land wegzinkt, geteisterd door de oorlog die nu zijn derde jaar ingaat. Maar net als de leden van andere religieuze minderheden in Syrië, zijn Christenen ook bevreesd voor wat zij zien als de opkomst van extremisten onder de voornamelijk Soeni Moslims die de regering van president Bashar al-Assad bestrijden.

De parochianen staan in kleine groepjes op de binnenplaats van de kerk bij elkaar. Hoe anders dan op een normale Goede Vrijdag, wanneer het er overvol is. Velen vragen zich hardop af waar zij met het volgende Paasfeest zullen zijn: "Ofwel alles zal over een jaar weer in orde zijn, of er zullen hier geen Christenen meer zijn", geeft de 20-jarige Ilias als zijn mening, een man die net als de meeste andere Christenen die in dit artikel aan het woord komen, alleen zijn voornaam wil geven.

In de kerk op vrijdagavond, zeggen veel parochianen dat het samenleven van Christenen en Moslims diep verankerd is in de Syrische maatschappij en dat zij niet geloven dat de rebellen het op de Christenen vanwege hun geloof voorzien hebben. Hun vrees is vooral dat Christenen, die als rijk worden gezien, een prooi worden van financieel gemotiveerde opstandelingen.
Zij zijn ook bevreesd dat het evenwicht verstoord is. Ze hebben gehoord van platgebrande kerken, zij hebben medechristenen opgenomen die uit de buitenwijken van Damascus zijn weggevlucht toen het geweld steeds meer nabij kwam. Sommigen zeggen dat zij door vijandige Soeni strijders uit hun huizen zijn verjaagd.
Hoewel de zogenaamde leiding van de opstandelingen in het buitenland heeft aangegeven dat alle sekten gelijk zullen worden behandeld wanneer Assad ten val komt, roepen sommige rebellengroepen binnen Syrië op tot een Islamitische staat. Wat daarmee wordt bedoeld, heeft voor verschillende mensen een verschillende betekenis, maar sommige rebellen hebben Christenen angst ingeboezemd door op te roepen tot archaïsche praktijken uit de tijd van de kalifaten, zoals belastingheffing op religieuze minderheden. "Zij staan vijandig tegenover de wijze waarop wij samenleefden", zegt Nancy (16), die op het punt staat naar huis te gaan om met haar familie het traditionele Pasen te vieren met de klassieke Syrische maaltijd van kibbe "boergoei tarwe gevuld met vlees "en tabbouleh. "De enige manier om Syrië te verdelen, is door sektarisme," zegt ze. "zij willen de Christenen van de andere sekten vervreemden."

Regering en rebellen beschuldigen elkaar ervan sektarisme in het conflict te betrekken. De regering heeft de opstand, die als een vreedzame protestbeweging begon, lang afgeschilderd als een vanuit het buitenland geleide samenzwering van Moslim extremisten. Volgens de rebellen heeft de regering, geleid door de Sjiïtische Alawieten van Assad, de vrees onder de minderheden aangewakkerd om zich van hun steun te verzekeren. De rebellen hebben wel enkele Christenen onder hun leden, maar van een massale aanhang is geen sprake.
Syrië heeft een van de oudste Christelijke gemeenschappen ter wereld en een van de grootste in het Midden Oosten "ongeveer 10 procent van de bevolking. (De meeste Syrische Christenen zijn Oosters Orthodox en vieren Pasen op 5 mei.) Christenen hebben vaak een prominente plaats ingenomen onder de elite van het land en vë³ë³r de staatsgreep van de Baath partij die leidde tot het bewind van de familie Assad, was een Christen, Fares al-Khoury, minister-president.

"De Christenen in Syrië zijn de laatste overlevenden in de regio," zegt Bashar Ilias, een student theologie en sociaal werker die giften van de kerk verdeelt onder mensen die voor de oorlog op de vlucht zijn geslagen. "Als zij vertrekken, is het Christendom zijn wortels kwijt."
Anders dan sommige Christelijke groeperingen in Libanon, die beweren van de Phoeniciërs af te stammen, beroemen de Syrische Christenen zich over het algemeen op hun Arabisch erfgoed en beschouwen zij zichzelf als een integraal onderdeel van de regio.
De meeste kerkdiensten worden in het Arabisch gehouden; Arabische teksten zijn gegraveerd in de marmeren muren van de rijk uitgedoste kerken. In de Sint Kyrillos kerk in de Qassaa wijk lijkt zich een steeds weer klinkende melodie te vermengen met de zoete geur van was die door de votief kaarsen wordt verspreid: het is het lied Ya Habibi, de klaagzang van Maria voor Jezus, populair in de de Arabische wereld als een klassiek nummer uit het repertoire van de Libanese zangeres Fairouz.

Volgens de meeste Christenen die naar hun mening worden gevraagd, zijn de Syrische Moslims over het algemeen verdraagzaam; zij geven de schuld voor het sektarisme aan de invloed van Saoedi-Arabië en de buitenlandse strijders. Maar in de sfeer van angst, zijn velen over het conflict gaan spreken in religieuze termen. "Christenen in Syrië worden voor de Kerk gekruisigd," zegt Ilias na de dienst tegen een oudere dame, Janette Shaheen, En mevrouw Shaheen, die vlak bij een kerk woont waar al herhaaldelijk granaten zijn ingeslagen, voegt er aan toe: "Tegen Jezus werd ééns geweld gebruikt, maar wij zijn iedere dag slachtoffer van geweld."

Ilias voegt hier aan toe: "Van iemand die geboren is als Moslim, mag ik niet zeggen dat hij de duivel is. Zijn daden kunnen duivels zijn, maar hijzelf is menselijk. Syrische Moslims", zo vervolgt hij, "erkennen het bestaan van anderen."
De inslag van een verre mortiergranaat doet de vloer onder onze voeten trillen. Slechts een paar blokken verderop ligt Jobar, een wijk die door rebellen wordt beheerst.

Mevrouw Shaheen vult de koffiekop van Fouad Anouf, 51, die onlangs uit Jobar is gevlucht. Hij, zijn vrouw en drie kinderen waren de enige Christenen in hun flatgebouw. Toch bleven ze er nog bijna een jaar nadat de rebellen er binnen waren getrokken. De rebellen zijn Syriërs, zegt hij en zij deden hem geen kwaad, zelfs niet nadat een golf Islamistische strijders was aangekomen. Zij lieten hem iedere dag over de strijdlijn naar zijn werk gaan. Hij nam de vlucht, zegt hij, toen zijn gebouw in de vuurlinie kwam te liggen tussen regeringstanks en opstandige scherpschutters. Het gebouw is nu afgebrand en hijzelf is alles kwijt. Hij verzucht: "Aan beide kanten worden dezelfde methoden gebruikt om het land te vernietigen."
Christenen zijn verre van unaniem over het conflict. Volgens Ilias, de sociale werker, is Assad – "Moge God hem een lang leven geven" – de beschermer van de minderheden. Maar voor Anouf zijn Rusland en Iran, die de regering steunen evenzeer aansprakelijk als de VS en haar bondgenoten, die achter de opstandelingen staan. Hij spreekt over de rebellen niet als terroristen, zoals de regering doet, maar als "het vrije leger", ter onderscheiding van het "reguliere leger".

Een andere Christen, Marzouk, vertelt dat hij uit de wijk Harasta is gevlucht nadat Saoedi strijders waren gekomen en zijn Soeni buren hem hadden gewaarschuwd dat hij niet langer veilig was. "We zouden het met elkaar eens moeten zijn om deze lieden onder een soldaten laars neer te trappen", zegt hij. "De regering zou korte metten met hen moeten maken."

Bron: New York Times

Bron foto: New York Times (Andrea Bruce)