Christenen in Iran: tweede klasse

dinsdag, 14 juli 2015
Nieuws
In Iran is de christelijke minderheid voortdurend blootgesteld aan moeilijkheden. Dat heeft de Caldeeuwse aartsbisschop Thomas Meram van Urmia gezegd. "Een Christen krijgt elke dag door luidsprekers, op televisie, in kranten en tijdschriften te horen dat
20101018iran01

In Iran is de christelijke minderheid voortdurend blootgesteld aan moeilijkheden. Dat heeft de Caldeeuwse aartsbisschop Thomas Meram van Urmia gezegd. "Een Christen krijgt elke dag door luidsprekers, op televisie, in kranten en tijdschriften te horen dat hij onbetrouwbaar is en wordt als burger tweede klasse behandeld," zei de aartsbisschop vorige week donderdag op de bisschoppensynode over het Midden-Oosten in het Vaticaan.

De christelijke gemeenschap laat zich door deze discriminatie echter niet van zijn geloof afbrengen, maar wordt daarin nog gesterkt, aldus Meram. De christelijke minderheid , vooral de katholieke gemeenschap, krimpt volgens Keram door emigratie. Maar tegelijkertijd stijgt het aantal geestelijke roepingen. Nadat de Kerk ten tijde van de islamitische Revolutie in 1979 haar diepste crisis beleefde, tekent zich nu ondanks de emigratie een toename van het aantal roepingen af. Voor de ongeveer 4000 Chaldeeuwse Christenen in het land zijn er 14 priesters van wie twee Iraniërs. Twee andere priesters werken buiten het land. Verder zijn er 4 bisschoppen , die allen uit het buitenland afkomstig zijn, 21 religieuzen, van wie 15 Iraanse. In 1979 waren er nog 51 priesters, van wie er slechts een uit het land zelf was.

De Chaldeeuwse bisschop Rabban Al-Qas van Amadiyah stelde dat de het geloof van de christelijke minderheid in Irak schade lijdt door westelijke en islamitische invloeden. In zijn ogen was er sprake van "een aanval op het gezin". Als voorbeelden noemde hij de mogelijkheid tot echtscheiding, de verspreiding van anticonceptiva, de legalisering van abortus en geboortecontrole. (Bron: KNA)