Gewapende troepen in Birma hebben op 16 oktober een misviering verstoord in Namsan-yang, een dorp in de deelstaat Kachin. Ze schoten op gelovigen, mishandelden er een en namen er vijf gevangen voor dwangarbeid. Nadat ze de priester Sara Doi Awng hadden vrijgelaten staken de soldaten de parochiegebouwen en een baptistenkerk in brand.
Volgens Christian Solidarity Worldwide is het Birmese leger betrokken in een campagne van "verkrachting, dwangarbeid en doden van burgers" op grote schaal in Katchin de noordelijkste deelstaat. Sinds 1962 wordt het land geregeerd door autoritaire militaire regimes, die missionarissen verdreven en katholieke scholen en ziekenhuizen nationaliseerden en in 1980 grondwettelijke godsdienstvrijheid afschaften. Birma heeft een reputatie van brutaliteit opgebouwd. In 2005 schatte de Internationale Arbeidsorganisatie van de VN dat 800.000 onderdanen dwangarbeid verrichtten. Volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken is de repressie in het land hoofdzakelijk gericht op niet-boeddhisten, want het ministerie van Godsdienstige Zaken bevat ook het machtige Departement voor de Promotie en Propaganda van Sasana (boeddhistische leer). Boeddhistisch gebed en leer zijn onderdeel van het programma van basisscholen van de staat.
Gril
De regering oefent druk uit op de studenten om zich tot het boeddhisme te bekeren en staat niet-boeddhisten niet toe carrië¨re te maken in de maatschappij. Ze houdt kerkelijke vieringen in de gaten en controleert alle religieuze literatuur. Bovendien verbiedt ze de vertaling van de Bijbel in inheemse talen en heeft soms het Oude Testament gecensureerd met verwijzing naar de gewelddadige scë¨nes. Toestemming tot het bouwen en zelfs onderhouden van kerken hangt vaak af van de gril van de lokale bestuurders. Volgens Vaticaanse statistieken is 89 procent van de bevolking boeddhist, 4 procent Christen en 4 procent moslim.
Bron: Catholic Culture
Foto: refdag.nl
