Na brandstichting en plundering van een kerk en bijbehorende gebouwen heeft een bisschop uit Ethiopië zijn afschuw daarover geuit. In een bericht aan Kerk in Nood beschrijft bisschop Abraham Desta hoe de parochie in Gighessa, een van de grootste en oudste parochies van het bisdom Meki, werd aangevallen. Dorpsbewoners, jong en oud, vrouwen en kinderen gooiden stenen en vernielden kerkelijke eigendommen. Waarom de dorpsbewoners zich tegen de kerk keerden, is tot op heden niet duidelijk.
Doelwit waren een pastorie, het diocesaan cultureel centrum, een klein klooster van de Ursuli-nen en een kliniek waar gehandicapten en zwakbegaafden verzorgd worden. In het pastoraal centrum bevonden zich op dat moment 55 deelnemers aan een bijeenkomst over de begelei-ding van jonge kinderen. Zij kwamen uit alle delen van de wereld en moesten hals over kop een veilig heenkomen zoeken. De zusters bleven op hun post en weigerden de patiënten in de kliniek achter te laten.
Nadat de pastorie in brand was gestoken maakten de aanvallers ook korte metten met de voedselvoorraad voor een jaar als ook met het vee. Zelfs de kleding van het personeel werd meegenomen. "Het is ellendig om te moeten zeggen, maar niemand kwam de zusters te hulp. Godzijdank slaagden zij erin met hun patiënten Shashamane te bereiken, de dichtstbijzijnde parochie, waar zij de nacht konden doorbrengen. Momenteel wordt daar voor de patiënten gezorgd.
Waarom was dit nu nodig?, vraagt ook bisschop Desta zich af. Hij hoopt eens antwoord te krijgen op deze vraag. Toch was God wel aanwezig gedurende deze catastrofe. "Het Heilig Sacrament moest worden achtergelaten in de kerk, omdat priesters en zusters niet meer terug konden. Tot onze grote verrassing waren er 2 meisjes uit Gighessa die zich voorgedaan had-den als behorend tot de groep aanvallers. Zij gingen de volgende dag terug en haalden het Heilig Sacrament uit de kerk en brachten het naar de parochie van Sheshamane. Door zulke gebeurtenissen herinnert God ons eraan dat Hij met ons is tot het einde der tijden."
